Autisme
Een stoornis op het gebied van informatieverwerking en betekenisverlening
In mei 2013 is DSM-V ingevoerd. Sindsdien worden klassiek autisme, het syndroom van Asperger, atypisch autisme, PDD-NOS, MCDD, het syndroom van Rett en desintegratiestoornis van de kinderleeftijd als één categorie benoemd: autismespectrumstoornis.
Er wordt gesproken van een pervasieve ontwikkelingsstoornis, wat een aanduiding is van een groep stoornissen in de totale ontwikkelingsverloop. Het betreft een ernstige afwijking van diverse basale functies:
Sociaal, taal, motoriek, waarneming (zintuigen), denken.
Wat kenmerkt het denken van mensen met autisme? Wat is opvallend?
- Verhoogde prikkelgevoeligheid
- Gedetailleerde waarneming
- Concreet denken
- Niet begrijpen van de sociale wereld om hen heen
Wat zijn hiervan de gevolgen in het dagelijks handelen en sociale interactie?
- Er is sprake van (over)generalisatie
- Starheid in denken en handelen met als gevolg een rigide reactie
- Onlogische angsten
- Vaak zien we stereotiep gedrag
- Deze mensen ervaren de wereld als chaos
Er zijn drie theorieën omtrent autisme:
Onvoldoende (TOM) theorie of mind : gebrekkige sociale interactie, problemen met het zich verplaatsen in de ander. Gebrekkige empathie en inlevingsvermogen
Problemen mbt de (CC) centrale coherentie; men is gericht op detailwaarneming, zo hebben mensen met autisme moeite met hoofdlijnen ontdekken. Zij zien de omgeving als 5000 stukjes puzzel.
Er is sprake van zwakke (EF) executieve functies: moeite met plannen, organiseren, zwak werkgeheugen, zwakke cognitieve flexibiliteit en onvoldoende selfmonitoring .
Problemen in de klas zien we op verschillende vlakken:
Problemen en signalen met betrekking tot:
- sociale interactie
- communicatie
- gedrag
Niet ieder kind in de klas met autisme heeft dezelfde kenmerken. De problematiek is in grote lijnen wat beschreven is onder de drie theorieën. Dit kan zich uiten in onderstaande kenmerken.
Wanneer we spreken over problemen op school met betrekking tot de sociale interacties, zien we mogelijk een aantal van onderstaande kenmerken die hier de oorzaak van (kunnen) zijn:
- Weinig oogcontact
- Weinig sociale belangstelling
- Moeite met samenspel
- Toont “claimend” gedrag
- Kan zich moeilijk inleven in een ander
- Moeite met anticiperen op reacties anderen
- Toont emoties niet adequaat
- Vlakke gezichtsuitdrukking
- Meer gericht op volwassenen dan op leeftijdgenoten
- Stelt zich niet weerbaar op of verweert zich ongepast
- Stelt stereotiepe vragen
- Zoekt contact voor eigen behoefte
Wanneer we spreken over problemen op school met betrekking tot de communicatie, zien we mogelijk een aantal van onderstaande kenmerken die hier de oorzaak van (kunnen) zijn:
- Vlakke intonatie, monotoon spreken
- Geen gebruik van ondersteunende gebaren, weinig tot geen mimiek
- Moeite met “kletsen”
- Letterlijk nemen taal
- Begrijpt geen (talige) grapjes, begrijpt uitdrukkingen niet, neemt taal letterlijk
- Sprake van echolalie, spreekt anderen na
- ‘Ouwelijk’, theatraal of ongepast taalgebruik
- Vertelt veelal onsamenhangend, mist structuur, sluit niet aan bij voorkennis van de toehoorder.
- Vertelt niet of nauwelijks spontaan, tenzij gebaseerd op theoretische feiten
- Moeite met begrip van (voor)gelezen verhalen
- Moeite met betekenisverlening van de gehele context, blijft hangen in details
Wanneer we spreken over problemen op school met betrekking tot gedrag ‘patronen’, zien we mogelijk een aantal van onderstaande kenmerken die hier de oorzaak van (kunnen) zijn:
- Voorkeur voor vaste rituelen
- Stereotiepe/obsessieve belangstelling
- Overdreven netjes en ordelijk
- Schijnbaar onlogische angsten
- Herhalende bewegingspatronen
- Houterige motoriek
- Lichamelijke onrust bij opwinding
- On-/overgevoeligheid voor zintuiglijke prikkels
Wat is opvallend in de klas?
- Er zijn problemen met beurtgedrag
- Ze zijn goed in reproduceren van feiten
- Vaak vergeten van instructie, moeite met het volgen van instructie, deze kinderen hebben moeite met te veel talige informatie.
- Ze zijn vaak wat kwijt of vergeten, kunnen echt maar 1 ding tegelijk.
- Heel veel praten, altijd reageren, of zondert zich af
- Ze zijn erg gericht op details
- Of ze zijn erg op zichzelf en zonderen zich af en gaan conflicten uit de weg of
- zijn vaak betrokken bij conflicten, lijkt soms ruzie zoekerig.
- Begrijpen woordgrapjes niet
- Vlakke mimiek, weinig intonatie
- Moeite met inleven in de ander, beperkte ik-differentiatie.
- Moeite met plotselinge veranderingen
- Mimiek lezen en mimiek zenden is erg moeilijk ( de spiegelneuronen ontwikkelen zich langzamer)
Deze kinderen vragen in de klas extra ondersteuning van de docent om succeservaringen te waarborgen en om met succes de schoolloopbaan te doorlopen en af te ronden.
Bij het signaleren en bij het opstellen van een begeleidingsplan komen vooral de belemmerende factoren in beeld en worden deze in kaart gebracht.
Wanneer wij de ondersteuning in de klas met succes willen aanbieden zullen we zeker de sterkte kanten, oftewel de bevorderende factoren, ook in kaart moeten brengen. Vanuit deze sterke kanten, die individu afhankelijk zijn, kunnen wij de kinderen met succes ondersteunen tijdens hun schoolloopbaan. De succeservaringen van deze kinderen kunnen bewerkstelligd worden met behulp van deze ‘positieve’ kenmerken. Het betekent wel dat je ze ook moet zien. Vaak worden ze door het ‘negatieve’ gedrag (zoals dat wordt ervaren) niet meer gezien.
Wat zijn de sterke kanten bij veel kinderen met autisme?
- Afspraak is afspraak!
- Heeft een eigen gevoel voor humor
- Worden geboeid door ‘ongewone’ zaken
- Een geheel eigen logica en een originele manier van problemen oplossen
- Een goede concentratie op een bepaald onderwerp of een bepaalde taak
- Veel kennis van bepaalde (specifieke) onderwerpen
- Kan veel feiten onthouden en reproduceren
- Begrijpt vaak schematische weergaven goed
- Vaak een sterk visueel geheugen
- Oog voor detail
- Merkt veranderingen snel op
- Hoort geluiden altijd als eerste.
- Handig op de computer
- Is beleefd tegen anderen
- Is goed in planmatig en stapsgewijs werken, wanneer dit aangereikt wordt
- Is altijd zichzelf
Tijdens de cursussen en workshops van Smartonderwijs bespreken we verschillende caseloads en worden er handvatten geboden voor in de klas. Wat werkt in de klas? Hoe bieden wij deze kinderen echt passend onderwijs? Er zal aandacht zijn voor de onrust en de vragen die deze problematiek geeft in de klas en ook aandacht voor hoe kunnen wij binnen passendonderwijs deze kinderen zo kunnen begeleiden, dat ook zij succeservaringen ondervinden.
Literatuur over autisme
Alle katten hebben Asperger- Kathy Hoopmann
Wat jij ziet en wat ik voel- Kathy Hoopmann
Gedragsproblemen in de klas (een deel over bao en VO) – Anton Horeweg
De waaier autisme in de klas
Eerste hulp bij – Willem de Jong
De posters van Pica – Autisme sterke kanten
Het volle hoofden boek- Linda Kraijenhof
Overprikkeling voorkomen- Barbara de Leeuw
10 dingen die je zou moeten weten over kinderen met autisme- Ellen Notbohm
Autisme in de praktijk - Ellen Notbohm & Veronica Zysk
Ongewild lastig en ook het boek ongewild lastig in de puberteit en adolescentie - Monique Baard
Gedrag is meer dan je ziet- Willem de Jong
Pubergids autisme- Caroline van der Velde
Groepsplan gedrag (boek over bao en een boek over VO) – Kees van Overveld
Ik en autisme – Mirjam Zwaan
Driftbuien en woedeaanvallen- Jet Baker
Kinderen en gedragsproblemen – Martine Delfos
Autisme vanuit een ontwikkelingsperspectief- Martine Delfos
Explosief gedrag bij autisme – Andrea Page, Norbert Groot
Autisme op school – Ina van Berckelaer
Waarneming en zintuiglijke ervaringen bij mensen met Autisme en Aspergersyndroom - Olga Bogdashina
Mijn kind heeft autisme - Peter Vermeulen & Steven Degrieck
Er wordt gesproken van een pervasieve ontwikkelingsstoornis, wat een aanduiding is van een groep stoornissen in de totale ontwikkelingsverloop. Het betreft een ernstige afwijking van diverse basale functies:
Sociaal, taal, motoriek, waarneming (zintuigen), denken.
Wat kenmerkt het denken van mensen met autisme? Wat is opvallend?
- Verhoogde prikkelgevoeligheid
- Gedetailleerde waarneming
- Concreet denken
- Niet begrijpen van de sociale wereld om hen heen
Wat zijn hiervan de gevolgen in het dagelijks handelen en sociale interactie?
- Er is sprake van (over)generalisatie
- Starheid in denken en handelen met als gevolg een rigide reactie
- Onlogische angsten
- Vaak zien we stereotiep gedrag
- Deze mensen ervaren de wereld als chaos
Er zijn drie theorieën omtrent autisme:
Onvoldoende (TOM) theorie of mind : gebrekkige sociale interactie, problemen met het zich verplaatsen in de ander. Gebrekkige empathie en inlevingsvermogen
Problemen mbt de (CC) centrale coherentie; men is gericht op detailwaarneming, zo hebben mensen met autisme moeite met hoofdlijnen ontdekken. Zij zien de omgeving als 5000 stukjes puzzel.
Er is sprake van zwakke (EF) executieve functies: moeite met plannen, organiseren, zwak werkgeheugen, zwakke cognitieve flexibiliteit en onvoldoende selfmonitoring .
Problemen in de klas zien we op verschillende vlakken:
Problemen en signalen met betrekking tot:
- sociale interactie
- communicatie
- gedrag
Niet ieder kind in de klas met autisme heeft dezelfde kenmerken. De problematiek is in grote lijnen wat beschreven is onder de drie theorieën. Dit kan zich uiten in onderstaande kenmerken.
Wanneer we spreken over problemen op school met betrekking tot de sociale interacties, zien we mogelijk een aantal van onderstaande kenmerken die hier de oorzaak van (kunnen) zijn:
- Weinig oogcontact
- Weinig sociale belangstelling
- Moeite met samenspel
- Toont “claimend” gedrag
- Kan zich moeilijk inleven in een ander
- Moeite met anticiperen op reacties anderen
- Toont emoties niet adequaat
- Vlakke gezichtsuitdrukking
- Meer gericht op volwassenen dan op leeftijdgenoten
- Stelt zich niet weerbaar op of verweert zich ongepast
- Stelt stereotiepe vragen
- Zoekt contact voor eigen behoefte
Wanneer we spreken over problemen op school met betrekking tot de communicatie, zien we mogelijk een aantal van onderstaande kenmerken die hier de oorzaak van (kunnen) zijn:
- Vlakke intonatie, monotoon spreken
- Geen gebruik van ondersteunende gebaren, weinig tot geen mimiek
- Moeite met “kletsen”
- Letterlijk nemen taal
- Begrijpt geen (talige) grapjes, begrijpt uitdrukkingen niet, neemt taal letterlijk
- Sprake van echolalie, spreekt anderen na
- ‘Ouwelijk’, theatraal of ongepast taalgebruik
- Vertelt veelal onsamenhangend, mist structuur, sluit niet aan bij voorkennis van de toehoorder.
- Vertelt niet of nauwelijks spontaan, tenzij gebaseerd op theoretische feiten
- Moeite met begrip van (voor)gelezen verhalen
- Moeite met betekenisverlening van de gehele context, blijft hangen in details
Wanneer we spreken over problemen op school met betrekking tot gedrag ‘patronen’, zien we mogelijk een aantal van onderstaande kenmerken die hier de oorzaak van (kunnen) zijn:
- Voorkeur voor vaste rituelen
- Stereotiepe/obsessieve belangstelling
- Overdreven netjes en ordelijk
- Schijnbaar onlogische angsten
- Herhalende bewegingspatronen
- Houterige motoriek
- Lichamelijke onrust bij opwinding
- On-/overgevoeligheid voor zintuiglijke prikkels
Wat is opvallend in de klas?
- Er zijn problemen met beurtgedrag
- Ze zijn goed in reproduceren van feiten
- Vaak vergeten van instructie, moeite met het volgen van instructie, deze kinderen hebben moeite met te veel talige informatie.
- Ze zijn vaak wat kwijt of vergeten, kunnen echt maar 1 ding tegelijk.
- Heel veel praten, altijd reageren, of zondert zich af
- Ze zijn erg gericht op details
- Of ze zijn erg op zichzelf en zonderen zich af en gaan conflicten uit de weg of
- zijn vaak betrokken bij conflicten, lijkt soms ruzie zoekerig.
- Begrijpen woordgrapjes niet
- Vlakke mimiek, weinig intonatie
- Moeite met inleven in de ander, beperkte ik-differentiatie.
- Moeite met plotselinge veranderingen
- Mimiek lezen en mimiek zenden is erg moeilijk ( de spiegelneuronen ontwikkelen zich langzamer)
Deze kinderen vragen in de klas extra ondersteuning van de docent om succeservaringen te waarborgen en om met succes de schoolloopbaan te doorlopen en af te ronden.
Bij het signaleren en bij het opstellen van een begeleidingsplan komen vooral de belemmerende factoren in beeld en worden deze in kaart gebracht.
Wanneer wij de ondersteuning in de klas met succes willen aanbieden zullen we zeker de sterkte kanten, oftewel de bevorderende factoren, ook in kaart moeten brengen. Vanuit deze sterke kanten, die individu afhankelijk zijn, kunnen wij de kinderen met succes ondersteunen tijdens hun schoolloopbaan. De succeservaringen van deze kinderen kunnen bewerkstelligd worden met behulp van deze ‘positieve’ kenmerken. Het betekent wel dat je ze ook moet zien. Vaak worden ze door het ‘negatieve’ gedrag (zoals dat wordt ervaren) niet meer gezien.
Wat zijn de sterke kanten bij veel kinderen met autisme?
- Afspraak is afspraak!
- Heeft een eigen gevoel voor humor
- Worden geboeid door ‘ongewone’ zaken
- Een geheel eigen logica en een originele manier van problemen oplossen
- Een goede concentratie op een bepaald onderwerp of een bepaalde taak
- Veel kennis van bepaalde (specifieke) onderwerpen
- Kan veel feiten onthouden en reproduceren
- Begrijpt vaak schematische weergaven goed
- Vaak een sterk visueel geheugen
- Oog voor detail
- Merkt veranderingen snel op
- Hoort geluiden altijd als eerste.
- Handig op de computer
- Is beleefd tegen anderen
- Is goed in planmatig en stapsgewijs werken, wanneer dit aangereikt wordt
- Is altijd zichzelf
Tijdens de cursussen en workshops van Smartonderwijs bespreken we verschillende caseloads en worden er handvatten geboden voor in de klas. Wat werkt in de klas? Hoe bieden wij deze kinderen echt passend onderwijs? Er zal aandacht zijn voor de onrust en de vragen die deze problematiek geeft in de klas en ook aandacht voor hoe kunnen wij binnen passendonderwijs deze kinderen zo kunnen begeleiden, dat ook zij succeservaringen ondervinden.
Literatuur over autisme
Alle katten hebben Asperger- Kathy Hoopmann
Wat jij ziet en wat ik voel- Kathy Hoopmann
Gedragsproblemen in de klas (een deel over bao en VO) – Anton Horeweg
De waaier autisme in de klas
Eerste hulp bij – Willem de Jong
De posters van Pica – Autisme sterke kanten
Het volle hoofden boek- Linda Kraijenhof
Overprikkeling voorkomen- Barbara de Leeuw
10 dingen die je zou moeten weten over kinderen met autisme- Ellen Notbohm
Autisme in de praktijk - Ellen Notbohm & Veronica Zysk
Ongewild lastig en ook het boek ongewild lastig in de puberteit en adolescentie - Monique Baard
Gedrag is meer dan je ziet- Willem de Jong
Pubergids autisme- Caroline van der Velde
Groepsplan gedrag (boek over bao en een boek over VO) – Kees van Overveld
Ik en autisme – Mirjam Zwaan
Driftbuien en woedeaanvallen- Jet Baker
Kinderen en gedragsproblemen – Martine Delfos
Autisme vanuit een ontwikkelingsperspectief- Martine Delfos
Explosief gedrag bij autisme – Andrea Page, Norbert Groot
Autisme op school – Ina van Berckelaer
Waarneming en zintuiglijke ervaringen bij mensen met Autisme en Aspergersyndroom - Olga Bogdashina
Mijn kind heeft autisme - Peter Vermeulen & Steven Degrieck