06 460 74 116
    SMARTonderwijs
    • Home
      • SMART thinking
      • Samenwerkingen
      • Contact >
        • Disclaimer
        • klachtenregeling
        • Privacy
    • De boeken!
      • Recensies boeken
    • Communicatiekaarten
    • Scholingsaanbod
      • Online scholingsdagen
      • Webinars
      • Online Masterclass aanbod
      • Opties scholing over TOS
    • Artikelen
      • Blog
    • LINKS en downloads
      • HAND-OUT Deelnemers
      • SMARTlinks en filmpjes

    Smartonderwijs Blogs

    Leer kinderen in vertrouwen kwetsbaar te durven zijn

    8/5/2016

    1 Comment

     
    Foto

     
     



    Wie durft zich kwetsbaar op te stellen? Wat betekent dat.'...je kwetsbaar opstellen'?


    Het betekent dat je jezelf bloot durf te geven, je durft je al handelend onzeker te voelen.
    Hoe moeilijk is het dan om in jezelf te blijven geloven?
     
    Kwetsbaar zijn wij vooral in de communicatie. In de communicatie met en naar anderen.
    Wanneer kunnen wij ons kwetsbaar voelen in de communicatie?
     
    • Wanneer je niet goed weet hoe je je gevoelens moet verwoorden.
    • Wanneer je boos of verdrietig bent.
    • Wanneer je voor een groep mensen spreekt.
    • Wanneer je jezelf moet uitdrukken in een andere taal en dit graag goed wil doen.
    • Wanneer je jezelf moet voorstellen in een ‘voorstelrondje’.
    • Wanneer je gekwetst of boos bent.
    • Wanneer je niet op woorden kan komen.
    • Wanneer je stottert.
    • Wanneer je iets moet vertellen waar je je voor schaamt.
    • Wanneer je met mensen spreekt die je nog nooit gesproken hebt.
     
    En zo zijn er nog tientallen momenten die je mogelijk ook zelf kan bedenken.
     
    - Niet dom zijn, maar je dom voelen…..Wie herkent niet dat gevoel als je iets aan het vertellen bent, bijvoorbeeld tijdens een uitleg en je kan niet op een belangrijk woord komen. Wie hakkelt en stottert niet af en toe?
     
    - Wie heeft zich nog nooit kwetsbaar of onzeker gevoeld tijdens een vergadering, wanneer je iets gevraagd wordt of wanneer je een mening moet geven of een stelling of idee moet verdedigen?
     
    - Wie voelt zich niet stuntelig in een andere taal wanneer je heel graag iets wil verwoorden en dat graag perfect doet?
     
    - Wie voelt de adrenaline stromen in een voorstelrondje en weet dat je zo aan de beurt bent en dan moet jij vertellen wie je bent?
     
     Misschien herken je een of meer van deze punten. Misschien herken je dan de kwetsbaarheid en de onzekerheid. Wie vindt het geen probleem om zich kwetsbaar op te stellen in de communicatie? Wie durft daarin geheel zichzelf te zijn en alle verwachtingen die er zijn aan de kant te schuiven? Velen onder ons hebben hier last van.
     
     Wij zijn net terug van een vakantie op Corfu en in ons favoriete restaurantje werd elke avond door de eigenaar gevraagd wat wij die dag gedaan hadden. Ik kan op de een of andere manier de ingewikkelde plaatsnamen niet onthouden. Wij zagen ook zoveel. Wat voelde ik mij dom als ik het niet kon vertellen, maar wij vertelden wel met handen en voeten wat wij gedaan hadden. Ik vond een oplossing… de avonden erop namen wij het boekje mee van Corfu en de kleine landkaart. Zo kwamen wij verder.
     
     Wat maakt dat wij ons niet meer kwetsbaar durven opstellen.... ?? Is het schaamte, een gevoel van we doen het toch niet goed genoeg? Is het angst voor kritiek, angst om uitgelachen te worden, om fouten te maken? Zijn wij bang om ons minderwaardig te voelen? 
     Nu heb ik het in bovenstaande vooral over volwassenen. Maar hoe zit het met kinderen en dan ook vooral kinderen met leer- en gedragsproblemen? Kinderen met een taalontwikkelingsstoornis en ander leer- en gedragsproblemen moeten zich wel kwetsbaar opstellen, elke dag weer… er is altijd wel een verwachting om aan te voldoen. Wat moedig!!!
     
     Vaak wordt je in je jeugd opgezadeld met schaamte. Dit gebeurt onbewust en ook al erg jong. Hoe makkelijk is het om te verbeteren i.p.v. complimentjes te geven. Hoe vlug zien wij ongewenst handelen ipv de nadruk te leggen op gewenst gedrag.                                                                                                
    Dit doen wij ook in de communicatie naar kinderen. Hoe vaak wordt er in haast gezegd:
    - “ik heb nu geen tijd” , “ik begrijp je niet”, “praat eens duidelijker”,
    - “praat wat harder, zo kan niemand je verstaan”….  
    - Zinnen die in de grammatica bij jonge kinderen niet goed zijn worden vaak aangegeven als ‘fout’ en dan wordt er gezegd hoe ze het wel moeten zeggen.
     
    Allemaal goed bedoelde handelingen en reacties die helaas de onzekerheid vergroten en dus de schaamte…..
     
    Natuurlijk kan deze benadering ook anders:     
                                                 
    • “kan je het nog een keer vertellen, ik heb niet goed geluisterd”    
                        -  
    • Als een kind uit onzekerheid in de klas zacht praat, dan kan je gewoon voor de rest van de groep (zonder opmerkingen) herhalen wat het kind zei. “ oh jij zei”…. of “jouw antwoord is ….”                                                                      
    • Zinnen die grammaticaal niet kloppen, of vervoegingen van woorden die niet juist zijn, herhaal je zonder duidelijk te verbeteren de zin of het woord op de juiste manier.
     
    Een voorbeeld van mijn kleinzoon van 3 die af en toe prachtige uitspraken heeft. “Oma die vlieg is dood, hij levert niet meer” , mijn antwoord: “ja lieverd die ‘leeft’ niet meer”. (Waarbij ik lachend denk…. En hij levert ook niets meer)      
    Of zijn opmerking terwijl hij wijst naar een plekje op zijn arm…”oma ik ben onderstoken door een mug” , “goh heeft een mug jou gestoken?”
     
     Kinderen mogen nooit bang worden om te spreken. Vaak ontstaat deze angst als jong. Laat kinderen zich vooral vrij voelen om fouten te maken. Het gevoel niet goed genoeg zijn, ontstaat juist in de jonge jaren van het kind. Leer ze om met vertrouwen te spreken. Te spreken tegen anderen, te spreken als ze iets uit willen leggen en neem gerust de tijd om er naar te luisteren en met de juiste vragen de bedoeling helder te krijgen. Laat niet merken dat je geen tijd hebt of kap het verhaal niet af . Maak ze bestand tegen deze schaamte door ze juist in de communicatie veel vertrouwen mee te geven.
     
     Kinderen met leerproblemen, kinderen met TOS of kinderen met andere stoornissen zoals autisme hebben deze schaamte al op kleuterleeftijd flink opgebouwd. Ze worden niet begrepen of begrijpen zelf de aangeboden taal niet. Juist deze kinderen moeten wij bestand maken tegen dit gevoel van schaamte. Hoe geven wij ze wat zelfvertrouwen terug?                                                                        
    Deze kinderen moeten wij vooral het gevoel geven dat ze goed genoeg zijn ondanks hun ‘handicap’ die zij als een tekortkoming ervaren.
     
    Maak van deze kinderen kleine tovenaars. Leer ze spreuken zoals ezelsbruggetjes en spreuken met positieve uitspraken over zichzelf (affirmatiekaartjes met kwaliteiten, beloningskaartjes, bijvoorbeeld de ‘Eigenwijsjes’) en geef ze handvatten en vooral begrip. Benader positief wat positief is en geef ze ruimte in de communicatie.
     
    Schaamte is schadelijk voor elke ontwikkeling. Ontwikkeling in het leren op school en in de ontwikkeling als mens. Hoe kunnen wij onszelf laten zien? Hoe kunnen wij deel uitmaken van de maatschappij als we doodsbang zijn van schaamte voor wat anderen van ons zullen denken en omdat je je als kind niet goed genoeg voelt.
    Kinderen met leerproblemen andere stoornissen vertonen dagelijks een dosis grote moed. Het zijn de kleine leeuwen in een arena. Lauwer ze juist daarom! 
     
    In het boek ‘De kracht van kwetsbaarheid’ van Brene Brown staat het volgende:
    Schaamte leidt tot angst, angst leidt tot risicomijding en dit is funest voor de ontwikkeling van elk persoon, voor de motivatie en voor het presteren. Dus is een goed gevoel van eigenwaarde is van groot belang.
     Tevens geeft ze aan dat iedereen schaamte voelt, want (schrijft ze) ‘mensen zonder schaamtegevoel zijn niet in staat tot empathie en het voelen van connectie…, maar niemand wil schaamte voelen, niemand wil denken ‘ik ben niet goed genoeg’.
     
     Blijf dus vooral communiceren met deze kinderen. Laat vooral zien wat ze wel kunnen en maak ze weerbaar tegen schaamte. Vraag kinderen wanneer het niet gaat, vraag wat moeilijk is, wat zijn hun grote en kleine hindernissen? Welke twijfels hebben ze, wat hindert hen in hun communicatie, wat hindert hen in het begrijpen van taal?                                                                                      
    Wanneer je deze kinderen vertrouwen geeft zal de schaamte verschrompelen en zullen ze minder kwetsbaar zijn. Kinderen moeten weten dat ze het waard zijn om lief te hebben en erbij te horen.
     
     Kinderen die zich schamen en bang zijn, vertonen dit ook in hun gedrag. Vervolgens rekenen wij ze weer af op hun gedrag en zien we de achterliggende oorzaak niet.  
    Wat is hierin onze taak als volwassenen….?
     
    Geef kinderen vertrouwen en laat hen in vertrouwen kwetsbaar durven te zijn zonder schaamte… Laat ze weten en voelen goed genoeg te zijn!



    1 Comment

    TOS: toetsen en examens

    6/29/2016

    4 Comments

     
    Foto
    Het heeft jaren geduurd voordat Dyslexie een begrip werd en men deze problematiek serieus ging nemen op scholen en men het niet meer als een ‘mode’ verschijnsel zag.
    Er kwamen protocollen voor scholen en voor het VO betekende dit ook regels gericht op toetsen en examens en aandacht voor de mogelijke faciliteiten voor leerlingen met dyslexie. Er was terrein gewonnen m.b.t. tot begrip. Er kwamen dispensaties en compensaties. Leerlingen met Dyslexie kregen een luisterend oor voor hun hulpvragen en als het goed is worden zij gezien en gehoord. Toch?
     
    Het lijkt alsof wij voor TOS opnieuw een slag moeten gaan leveren. TOS als onbekend begrip en net als dyslexie als een onzichtbare handicap. TOS betekent een taalontwikkelingsstoornis, een probleem op het gebied van de schriftelijke en mondelinge communicatie.
    Kinderen met een TOS hebben op school duidelijke hulpvragen die gehoord moeten worden om zo hun schoolcarrière met succes te kunnen doorlopen. Wat hoor ik nog vaak op workshops en lezingen dat men nog nooit gehoord heeft van een TOS. En dat terwijl 5% van de leerlingen een TOS heeft.
     
    Ook voor kinderen met problemen m.b.t. de communicatieve redzaamheid bestaat er een protocol. http://www.simea.nl/dossiers/algemeen-speciaal-onderwijs/protocol-aanpassing-omstandigheden-toetsen-examens/
    Dit protocol is er speciaal voor auditief en/of communicatief beperkte leerlingen.
    “Het protocol toetsen en examens is bedoeld om helderheid en eenduidigheid te creëren voor leerlingen met een auditieve en/of communicatieve beperking in het voortgezet (speciaal) onderwijs en in het MBO. Vanwege hun beperking zijn deze leerlingen aangewezen op aanpassing van de omstandigheden bij afname van toetsen en examens. Zonder het niveau van de toets of het examen aan te tasten”. (Simea)
     
    In verschillende blogs heb ik al uiteengezet wat een TOS is en ik hoop steeds meer onderwijsprofessionals te bereiken op deze wijze.
    Afgelopen week kreeg ik een mail van een moeder die aangaf hoe ze tegen het onbegrip van de school van haar zoon aanliep. 
    Deze brugklasleerling heeft veel moeite met het op papier zetten van taal. Hij weet de antwoorden en geeft dan ook antwoorden die meteen uit de kern bestaan, maar geen zinnen. Hij krijgt dan punten minder omdat de antwoorden niet in volledige zinnen worden gegeven. Dit was het geval bij een biologietoets. Wat toetsen wij dan bij biologie…de kennis omtrent het onderwerp of een Nederlandse taalvaardigheid?
    Toen ik de antwoorden zag op zijn toets, die zijn moeder als bijlage aan mij stuurde, kon ik niet anders dan aangeven dat het de juiste antwoorden zijn, alleen de volledige zinnen ontbraken.
    Je als docent afvragen wat je precies wil toetsen met een bepaald vakgebied zou al een verschil kunnen betekenen.
     
    Deze moeder wist ondertussen al veel meer over TOS dan menig docent. Zij had al een traject met haar zoon op de basisschool achter de rug. Moeder had de indruk dat school hen niet als ervaringsdeskundigen zagen, maar als lastige en zeurende ouders.
    De kennis van ouders moet en mag je nooit onderschatten, zij kennen hun kind immers het beste. Luister naar wat zij aangeven als mogelijke oplossingen of oorzaken van problemen. Zij hebben het traject immers al doorlopen. Zie de ouders als partner, dat is ongelooflijk belangrijk voor goed en voor passend onderwijs!
     
    Deze moeder schreef een mail naar de school en omschreef duidelijk en helder het probleem van haar zoon.
    Moeder schreef het volgende aan school en dit lijkt mij een heldere uitleg, hier hoef ik even niets aan toe te voegen:

    " Het valt mij op dat hij het allemaal prima weet, maar het komt er niet goed uit. Hij geeft ook niet geen antwoord op de vragen......hij geeft een niet volledige en te korte omschrijving.
    Dit doet hij ook mondeling, alhoewel er dan wel iets meer door hem gezegd wordt. 
     Het frustreert hem zelf wel. Want hij weet alles wel, volgens hem, maar hij haalt er toch de cijfers niet naar. Hij denkt ook steeds dat hij het goed gemaakt heeft. 
    Het lijkt net of hij in dat opzicht gevangen zit in zijn hoofd.....de kennis is er wel maar de uitvoering laat te wensen over........."

     
    Als er sprake is van TOS, is het verwerven van spraak en/of taal, kennis en (sociale) vaardigheden niet vanzelfsprekend. 
    Kenmerken van TOS: 
    1. Ernstig beperkt vermogen om wederkerig te communiceren. 

    2. Vertraagde verwerking van informatie en instructie
en een zwak taalbegrip. 

    3. Moeite zich begrijpelijk uit te drukken. 

    4. Beperkt inzicht in alle aspecten van taal en het vermogen dit te kunnen toepassen

    5.
Oververmoeidheid.

    6. Mogelijk bijkomende problematiek: - dyslexie en dyscalculie.
    
- psychische problemen, sociaal isolement. 
 

     
    Problemen en knelpunten bij examens en formele toetsmomenten: 
    1. Zich verstaanbaar maken bij mondelinge toetsen. 

    2. Zich begrijpelijk uitdrukken; problemen op het gebied van woordvolgorde en zinsbouw, beperkte woordenschat. 

    3. Beantwoorden van vragen, juist formuleren van antwoorden, woordvindingsproblemen. 

    4. Luisteren, verwerken van auditief aangeboden informatie. 

    5. Tekstbegrip; moeite om teksten te begrijpen, kernbegrippen uit de tekst te halen. 

    6. Geheugen, moeite met langere, samengestelde zinnen. 
moeite het met onthouden van strategieën (werkgeheugen).
    7. Werktempo, meer tijd nodig om informatie te verwerken. 
    8. 
Moeite met verhaalopbouw, verwoorden. Hanteren van de juiste grammaticale regels. 

     
     
    Bernadette Sanders, orthopedagoog.
    4 Comments

    'Gewoon waar het kan, speciaal waar het moet'

    6/15/2016

    0 Comments

     
    Foto
    “Gewoon waar het kan, speciaal waar het moet”

    Het is een uitspraak die binnen het Passend onderwijs een veel geroepen, geschreven en gehoorde uitspraak is. Een uitspraak die ik zeker begrijp, maar die bij mij de nodige twijfels en vragen oproept.

    Is niet elk kind speciaal? Heeft niet elk kind de behoefte om uitgedaagd te worden of ondersteund te worden op welk gebied dan ook? Wanneer is aandacht en hulp gewoon en wanneer speciaal? Ik begeef mij met deze blog waarschijnlijk op glad ijs en zoals ik al zei, weet ik wat er met deze uitspraak in principe bedoeld wordt. Mij gaat het om het feit dat dit een uitspraak is die ook een andere betekenis kan impliceren. 

    Het is een uitspraak die mij terugvoert naar mijn eigen lagere school periode. Ik herinner mij dat toen ik in de 6e klas zat (nu groep 8) wij in rijen zaten. Onze meester, tevens onze ‘hoofdmeester’, was een erg betrokken man.
    De rij helemaal rechts in de klas voor het bureau van de meester was de rij met kinderen die het erg goed deden. In het midden waren twee rijen met kinderen die ‘gemiddeld’ presteerden en de laatste rij, dat waren de kinderen die het ‘niet goed snapten’ en eigen werkjes hadden. Zo was dat voor ons althans in die tijd als kinderen onderling duidelijk.
    Ik had altijd medelijden met een bepaalde jongen in die rij. Ik zie hem nog zo voor mij. Een jongen die stil was, achterin zat en een droevige uitstraling had. Een jongen die ook erg gepest werd. Ik weet zelfs zijn naam nog. Ik had altijd het gevoel dat ik extra aardig voor hem moest zijn. 


    Ik zat in de middelste rij…niet in de rij met in mijn ogen de ‘slimme’ kinderen en niet in de rij met de kinderen die niet goed mee konden komen. Wat had ik graag in de rij met ‘slimme’ kinderen gezeten. 

    Achteraf besef ik mij hoe je dan eigenlijk al ‘gelabeld’ bent. Hoe je dan eigenlijk voor de toekomst al gevormd wordt in je zelfbeeld. Ik heb vanaf dat moment mijzelf voorgenomen om te bewijzen dat ik het wel kon. 
    Het werd een lang traject. Eerst MAVO, toen kleuterkweek, toen PABO, toen een opleiding remedial teacher, vervolgens het seminarium voor orthopedagogiek en toen de universiteit. Eenmaal mijn passie gevonden in het onderwijs, voor kinderen die zorg en aandacht nodig hebben, wilde ik ook verder. Ik had die jongen uit mijn klas voor ogen die zich eenzaam voelde en dom. Dat mocht geen enkel kind overkomen vond ik en toch kom ik dat nog zo vaak tegen.  
    • Kinderen met een meer dan gemiddelde intelligentie of hoogbegaafde kinderen kunnen een ‘verborgen’ dyslexie hebben.Hebben zij dan geen speciale aandacht nodig? Voelen zij dat falen dan juist niet enorm?
    • Kinderen met TOS hebben baat bij uitgeprinte aantekeningen omdat ze zelf moeizaam aantekeningen kunnen maken. Kinderen met autisme en een meer dan gemiddelde intelligentie hebben hier ook moeite mee en zijn er ook bij gebaat.
    • Kinderen met TOS zijn vaak gebaat bij aanpassing van het taalgebruik, maar hoe speciaal is dat als ook kinderen met autisme in de klas hierbij gebaat zijn?
    • Werken met stappenplannen is niet alleen enorm handig voor kinderen met een taalstoornis, ADHD of autisme, meer kinderen zijn er bij gebaat en hebben deze structuur nodig.


    Vaak wordt gebruik van speciale methoden en materialen geadviseerd bij leerlingen die extra aandacht behoeven. Het werken met individuele leerlijnen is voor bijna alle leerlingen negatief. Er ontbreekt dan een stimulerende leeromgeving omdat het kind niet deelneemt aan de groep, en de leerling zal zich er buiten voelen staan. Ik denk daarbij aan die jongen van vroeger in die rij… 

    Als extra hulp gegeven wordt, is het belangrijk dat de methoden uit de klas gevolgd wordt en er geen nieuwe methodieken worden aangeboden. Dit leidt dan immers ook tot verdubbeling van de leerstof en een achterstand die nooit meer in te lopen is maar groter wordt. Pre-teaching m.b.v. de leerstof uit de klas zorgt op dat moment voor een succeservaring in de klas. De stof is al doorgenomen 1 op 1 , of in een groep aangeboden en uitgewerkt. 

    Bij leesproblemen zal er wel gebruik gemaakt moeten worden van extra hulp en aandacht. Is dat dan ‘speciaal waar het moet?’ Misschien, maar dat kind dat een meer dan gemiddelde intelligentie heeft en met lezen en/ of spelling een C haalt wat niet past in het verwachtingspatroon, is wel een leerling die mogelijk een ‘verborgen’ dyslexie heeft.
    Krijgt deze leerling ook een speciaal leesprogramma of extra leeshulp?
    Deze leerlingen hebben wel het gevoel te falen en krijgen problemen met de leesmotivatie en dat kan hun verdere schoolloopbaan beïnvloeden ondanks hun intelligentie.


    Bij de lees- en spellingondersteuning is het van belang dat er een aanvulling komt op de reguliere methode en niet m.b.v. een vervangende methode.

    Wanneer is het speciaal? Wanneer geef je ‘gewoon’?                                                  
    Is dus niet elk kind speciaal? Hier worstel ik dus mee.

    Moeilijk hoor als je als leerkracht dit besluit moet nemen voor elke kind en in het VO is het al helemaal moeilijk om dergelijk onderscheid te maken.              
     Ik weet wat er bedoeld wordt, maar zou het niet eenvoudiger zijn als wij een aantal van die ‘speciale aanpakken’ meer regulier maken….
    • ieder kind een uitdraai van de aantekeningen ter controle van hun eigen aantekeningen.
    • ieder kind een buddy om af en toe te controleren of het huiswerk klopt, of de uitleg goed overgekomen is etc.
    • voor elk kind visualiseren wat het huiswerk is.
    • voor elk kind een stappenplan bij spreekbeurten en werkstukken.
    • voor elk kind duidelijk en helder spreken
    • met elk kind werken vanuit een succeservaring
    • elk kind ‘speciale’ complimenten 
    • er zijn misschien meer kinderen met behoefte aan extra tijd bij mondelinge en schriftelijke taal. Wat wil je toetsen? Snelheid of kennis?
    • voer individuele gesprekken met elk kind uit je klas, maak er tijd voor. Wie weet waar een kind tegenaan loopt die volgens jou erg goed presteert.
    • maak voor alle kinderen de dag voorspelbaar
    • maak voor elk kind de klas, de kasten en het werk overzichtelijk
    Vraag je af welke ‘speciale’ vormen van aandacht meer algemeen kunnen. Het maakt in ieder geval de ontwikkelingsplannen en groepsplannen hanteerbaarder.

    De kinderen die ik begeleid hebben zich vaak de hele basisschool periode ‘speciaal’ gevoeld en willen dat bijvoorbeeld echt niet meer als ze naar het VO gaan en dan wordt het een probleem om ze te helpen bij hulpvragen. De hakken gaan in het zand. Ze zitten op het VO, zijn pubers en willen vooral ‘normaal’ oftewel ‘gewoon’ zijn. 

    Misschien toch iets om over na te denken. Ik wil niet elk onderwijsbesluit klakkeloos als ‘gewenste’ aanpak veralgemeniseren. Niet elke kreet hoeft meteen zonder een kritische gedachte en zonder een overweging overgenomen te worden. 

    Natuurlijk is er altijd een groep in de klas die extra zorg en aandacht behoeft. De groep die dat niet nodig 'lijkt' te hebben, heeft die extra aandacht mogelijk op een heel ander gebied nodig. Daar moeten wij oog voor houden en niet de kinderen het gevoel geven 'gelabeld' te worden. Het vormen van het zelfbeeld gaat heel ongemerkt...
    ​

    Laten wij in het onderwijs gewoon kritisch en onderzoekend blijven, zeker als het ons handelen naar en met kinderen betreft.

    0 Comments

    TOS een onzichtbare handicap

    4/30/2016

    5 Comments

     
    Foto
    In de afgelopen maanden bleek tijdens mijn workshops dat er meer dan eens geopperd werd door deelnemers dat TOS een onbekend begrip was. Zo heb ik een paar keer de opmerking gehoord “voor deze workshop had ik nog nooit van TOS gehoord". Dit was voor mij meer dan verbijsterend.
    Is het echt zo dat deze problematiek in het onderwijs nog zo onbekend is?
    TOS (voorheen ESM) staat voor taalontwikkelingsstoornis.
    Bij TOS spreken wij van moeite met begrijpen van taal, lezen van taal en gebruiken van taal.
    • Woordvorming/ zinsbouw
    • Auditieve verwerking
    • Spraak/ klanksysteem
    • Woordenschat/ taalbegrip
    • Taalgebruik (pragmatiek)
     
    TOS is geen (nieuwe) problematiek van nu. TOS is geen ‘moderne’ stoornis. TOS is een niet erkende stoornis. TOS is een taalontwikkelingsstoornis in de breedste zin van het woord. TOS is een probleem met betrekking tot de communicatieve redzaamheid.
    TOS is een onzichtbare handicap en vaak maken wij de fout om bepaalde kenmerken die wij in de klas signaleren te benoemen als ongewenst gedrag:
    • ongemotiveerd
    • ongeconcentreerd
    • agressief, kort lontje
    • luistert niet, let niet op, weet nooit waar wij zijn in het boek
    • is een chaoot
    • kan het niveau niet aan
    • emotioneel jong
    • verlegen en teruggetrokken etc.
     
    Natuurlijk is er overduidelijk een relatie tussen problemen met de communicatieve redzaamheid en gedragsproblemen.
    Eenmaal bewust van de vragen die er zijn over wat is TOS en hoe herken ik dit in mijn klas, ben ik mij voor de daaropvolgende workshops gaan verdiepen in de prevalentie cijfers. Wat wordt er in de klas over het hoofd gezien? Klopt het dat het niet ‘gezien’ wordt bij jonge kinderen op school? Is TOS een problematiek waar men op school te weinig mee geconfronteerd wordt of weet men niet wat men moet herkennen en doen wij deze kinderen in hun schoolloopbaan veel te kort?
     
    Met schrik dacht ik terug aan mijn eerste jaren als IB-er zo rond 1990…. Toen werd er over dyslexie en ADHD vaak gezegd dat het een modern probleem was. Kinderen met een dyslexie verklaring in de klas of met een ADHD indicatie waren toen nog minimaal…. Wij moesten nog leren signaleren en er was onvoldoende kennis over deze problematiek. Hoe kan het dat in een tijd waar men van alles lijkt te weten in de klas over ADHD, autisme, dyslexie, dyscalculie er zoveel onbekendheid is over TOS.
     
    De feiten:
     
    -    Er zijn minstens zoveel kinderen met TOS als met ADHD.
    -    Er zijn veel meer kinderen met TOS dan met autisme.
    -    In elke klas van 30 leerlingen zijn er ongeveer 2 kinderen
         met een (TOS) taalontwikkelingsstoornis.
    -   TOS en dyslexie als co- morbiditeit: 40% (Spear-Swerling 2006)
         en 50% bij 8 jarige leeftijd dyslexie (de Bree ea, 2012).
     
    Prevalentiecijfers:
    • Taalontwikkelingsstoornis: 7,4% (Tomblin e.a., 1997, Bishop, 2010)             
    • Dyslexie 5% (Internationaal tussen 2 en 10 procent (Blomert, 2005)
    • Autisme spectrum stoornis: 1% (DSM-V, 2013)
    • ADHD: 5% (DSM-V, 2013)
    • TOS en ASS: 3,9%(Conti-Ramsdene.a., 2006)
           -    TOS en ADHD: 30%-20%, afnemend bij het ouder worden.(Redmonde.a., 2014)
     
    Deze cijfers liegen er niet om en het is dus zeker wenselijk dat er meer aandacht voor komt voor kinderen die echt lijden onder deze problematiek. Gedrag dat in de klas verkeerd geïnterpreteerd kan worden als ‘lui’, ‘ongemotiveerd’, ‘niet oplettend’ etc.
    Kinderen die zonder de juiste hulp en aandacht een negatief zelfbeeld opbouwen en lager zullen scoren dan dat ze met de juiste hulp zouden kunnen behalen. Eerlijke kansen in het onderwijs…
    Hoeveel van deze problematiek wordt er besproken op de PABO’s?
    Wordt er überhaupt aandacht besteed op de PABO’s aan het signaleren van problemen met betrekking tot de communicatieve redzaamheid?
    Voordat wij weer nieuwe aanpassingen gaan krijgen in het onderwijs, zoals 2 jarigen naar school sturen, moeten wij misschien eerst even de opleidingen onder de loep nemen van de mensen die wij met een goede bagage voor de groep willen plaatsen.
    Pas dan, wanneer de kennis van de mensen voor de groep meer gericht wordt op wat zij in de groep moeten ondersteunen zal het onderwijs 'passender' worden. Vanuit kennis (die niet alleen methodieken behelst) is er begrip en vanuit begrip en kennis kan men ondersteunen en onderwijs bieden aan die kinderen die met een hulpvraag aan het onderwijs deelnemen.


    ​
     
     


                                                                                                                                             

    5 Comments

    'Uitbehandeld' in het onderwijs

    3/29/2016

    2 Comments

     
    Foto
    'Uitbehandeld'... een term die je niet in een medische diagnose wil horen, deze term betekent dan meestal geen goed nieuws. Wat betekent dit nare en beladen woord als je als moeder van een meisje van 10 jaar deze mededeling krijgt na een paar weken begeleiding voor dyslexie? De begeleider van het samenwerkingsverband geeft aan dat ze 'uitbehandeld' is.... ze gaat niet vooruit.

    Allereerst zou het verboden moeten worden dat deze term in het onderwijs  gebruikt wordt. Je dochter zit in groep 5 en een mevrouw van het samenwerkingsverband gebruikt deze term na een paar weken begeleiding. Uitbehandeld want ze gaat niet vooruit in niveau... Over wie zegt dit eigenlijk iets? Over het kind en haar mogelijkheden of over de dame die de begeleiding geeft? Ben je na een paar weken al 'uitbehandeld'?            
                                                                                                                         
    Een nieuw behandelplan is er niet... RT is wegbezuinigd... af en toe wordt er gelezen met een stagiaire die een opleiding volgt voor klassenassistent.  Verdere extra hulp is er niet, want ze is 'uitbehandeld'.  Thuis moet er wel vooral meer gelezen worden. Moeder vecht tegen een stuk leesmotivatie, wat natuurlijk niet vreemd is. Wat betekent passend onderwijs hier? 

    Het vertrouwen is weg.  Zo stond er ook in het behandelverslag van de mevrouw van het samenwerkingsverband een verkeerde geboortedatum en ook verkeerde namen. Knip- en plakwerk geeft moeder terecht aan. Het doet je als ouder echt pijn vertelt moeder. Dat kan ik mij voorstellen, want zelfs bij mij, iemand die het verhaal alleen maar aanhoort doet het pijn en voel ik de frustratie en verbazing.    
    School gaf zelfs aan dat het mogelijk ook ADD is..... begrijpt men dan niet dat kinderen met ernstige leerstoornissen moeite krijgen met de concentratie. Juist omdat ze tegen een stuk onvermogen aanlopen, niet weten hoe en wat ze moeten doen en niet mee kunnen komen. Logisch dat als iets te moeilijk is je gaat wegdromen... zouden wij dat ook niet doen...

    Moeder belt omdat ze graag tips en adviezen wil. Hoe verder? Het meisje heeft een dyslexie verklaring. Ik heb moeder geadviseerd om te starten met een verwijsbrief van de huisarts voor een logopedist gespecialiseerd in dyslexie. Het zou fijn zijn als deze ook een screening met de Celf doet en kijkt naar onderdelen als taalbegrip en werkgeheugen. Maar ook de auditieve vaardigheden en het fonologisch bewustzijn. Waar moet nog aan gewerkt worden?
    ​Een logopedist zou mogelijk kunnen gaan werken met Nieuwsbegrip en dit kan school dan ook oppakken. Moeder heb ik vooral tips gegeven om de leesmotivatie te bevorderen. Dit meisje moet lezen eerst weer leuk gaan vinden en elke dag een half uur lezen uit een verplicht boekje van school is beslist niet motiverend. Leesmotivatie betekent meer leeskilometers en mogelijk een groeiend leesniveau. Ook al wordt er geen dle van 60 gehad eind groep 8, als de leesmotivatie er is, al is het met hulpmiddelen zoals software, kan het kind ook zijn of haar dromen waar maken en zo ook dit meisje.  

    Daarnaast moet er aandacht gehouden worden voor het welbevinden op school. Succeservaringen creëren is daarbij stap 1. Zorg dat deze er zijn!! Die komen er niet als een kind de stempel krijgt 'uitbehandeld' te zijn. 

    Hoezo 'uitbehandeld'..... Moeten wij echt kinderen die net aan de basis staan van hun schoolleven op die manier 'opgeven'? Nu al dromen afnemen? Geef ze handvatten en werk aan het zelfbeeld. Geef ze kansen en mogelijkheden. Geef niet als begeleider of als leerkracht al op als het kind nog vecht! Als leerkracht of als begeleider kan je wel degelijk het verschil betekenen......

    2 Comments

    Blind en doof voor TOS?

    3/13/2016

    4 Comments

     
    Foto
    Tijdens een verjaardag ving ik een gesprek op, naast mij, tussen twee vriendinnen. Een van hen heeft een dochter van net 4 jaar en daar ging het gesprek over. Gesprekken afluisteren is niet mijn ding, maar als je er naast zit en je hoort dat het gaat over de zorg omtrent de ontwikkeling van een kind lukt het mij niet om mijn oren te sluiten.

    De moeder van dit meisje vertelde dat ze nu voor het eerst naar school ging, groep 1. Ze had het heel spannend gevonden en was in de eerste dagen erg verdrietig thuisgekomen, omdat ze niet begrepen werd door klasgenootjes en ook de juf begreep haar niet altijd. Nu leek het alsof er wat verbetering was in de situatie en ze had nu een andere en meer ervaren juf.
    Naarmate het gesprek vorderde begreep ik dat het ging om een meisje van 4 met ernstige articulatie problemen en spraaktaal problemen. Een meisje dat zich in de communicatie vooral redde door dingen aan te wijzen. Een meisje dat vaak niet goed te verstaan was en vaak een gevoel van onvermogen had op dit gebied.

    De moeder vertelde dat het meisje al vanaf een jaar of drie naar logopedie ging en dat de logopediste wel enige vooruitgang boekte. Er brandden op dat moment allerlei vragen op mijn tong, maar in hoeverre kan je in zo’n gesprek ‘inbreken’? De vriendin vroeg of er vanuit de logopedie niet gewezen was op verder onderzoek bij een audiologisch centrum zodat er extra begeleiding voor het meisje en de school aangevraagd kon worden. Deze vraag deed mij vermoeden dat deze vriendin zelf mogelijk in het onderwijsveld werkzaam is en ik was dan ook blij met die vraag. De moeder antwoordde helaas dat dit volgens de logopedist niet nodig was, want er werd wel vooruitgang geboekt. Wat schrok ik van dit antwoord!
     
    Dit gesprek was een aantal weken geleden en het laat mij tot op vandaag de dag niet los. Ook al zou ik ingegrepen hebben in het gesprek, moeder bleek een rotsvast vertrouwen te hebben in de logopediste in de buurt. Ik vraag mij dan ook af waarom de school niet meteen actie onderneemt….?? Ook school kan adviseren om verder onderzoek op te starten, school kan dit ook zelf aanvragen en zelfs starten met een consultatie bij cluster 2. Dit kind heeft mogelijk al een achterstand in te lopen en zowel school, de logopediste, de ouders en het kind zouden gebaat zijn bij de hulp en expertise vanuit cluster 2.
    De problemen die dit kind zal tegenkomen op het gebied van presteren, op het gebied van de communicatie en dus zeker ook op sociaal emotioneel gebied is enorm. Gedragsproblemen (introvert of extrovert) liggen om de hoek!
     
    Enkele feiten uit onderzoek:
    Er zijn volgens de statistieken minstens zoveel kinderen met TOS als met ADHD:
    Prevalentie (Tomblin e.a., 1997, Bishop, 2010):
     - Taalontwikkelingsstoornis: 7,4%
     - ADHD: 5%
    In elke klas van 30 leerlingen zijn er ongeveer 2 kinderen met een taalontwikkelingsstoornis.
    Zo blijkt bij TOS en dyslexie (comorbiditeit)  een prevalentie van 40% (Spear-Swerling 2006)
    en 50% bij op 8 jarige leeftijd dyslexie (de Bree ea, 2012).
    - De prevalentie dyslexie alleen is volgens de onderzoekers 5% (Internationaal tussen 2 en 10 procent (Blomert,2005)
     
    In een bericht van het NVA (Nederlandse vereniging voor Autisme) staat: 
    “Het CBS maakte bekend dat 2,8 % van de Nederlandse kinderen (4 tot 12 jaar) volgens hun ouders een ASS heeft” 
    http://www.autisme.nl/autisme-onderzoek/onderzoek-naar-autisme/prevalentiecijfers-over-autisme.aspx
    Dit zou dus betekenen dat TOS vaker voorkomt in de klas dan autisme…
     
    Wordt het dus geen tijd dat wij ons als onderwijsprofessionals (en daarbij zeker ook de bahandelaars) ons meer verdiepen in een taalontwikkelingsstoornis. Wat zijn de signalen, welke hulpvragen liggen er dan bij de kinderen, wat kunnen wij bieden en wat zijn alle mogelijke gevolgen? Wat kan je als leerkracht en als logopedist voor deze kinderen betekenen?
     
    Vanmorgen zag ik ook bij het lezen van het nieuws deze kop: ‘Iedereen blind voor taalproblemen kind’ 
    http://www.telegraaf.nl/binnenland/25379615/__Iedereen_blind_voor_taalproblemen_kind__.html?utm_source=mail&utm_medium=email&utm_campaign=email
    Je zou het echt gaan geloven……
    - Observeer
    - Luister naar het kind
    - Bij twijfel…… verwijs door!!
     
    Voor de ontwikkeling van een kind is het uitermate belangrijk om een TOS tijdig te herkennen. Dit kan vaak al op erg jonge leeftijd en zou ook moeten.
    Er zijn een aantal belangrijke signalen. Het hoeft niet te wijzen op een taalontwikkelingsstoornis, maar het is belangrijk om er aandacht aan te schenken.
    Als ouder kan je bij twijfel altijd contact opnemen met een audiologisch centrum in de buurt.

    Al vanaf heel jong kan men bij het AC uitgebreid onderzoek doen naar de taalontwikkeling van het kind. Wanneer er vroeg gesignaleerd wordt kunnen er een hoop problemen voorkomen worden en is vroege interventie mogelijk.

    Waar kan je op letten:
    Praat je peuter nog niet?  Lijkt een kind in jouw klas anderen niet goed te begrijpen? Kent je kind weinig woorden Heeft het moeite om op een woord te komen Is je kind slecht verstaanbaar Maakt het veel fouten bij het maken van zinnen, maakt het kind erg korte zinnen die niet in verhouding tot de leeftijd zijn. Of begrijpt het kind vaak anderen niet, maar spreekt het wel voldoende. Het kind is opvallend stil en praat te weinig. Het kind wordt verdrietig of boos als het niet begrepen wordt.            
     
    Ik hoop dat kinderen met TOS gezien en gehoord gaan worden en dat wij niet blind en doof zijn voor deze problematiek!
     
    Hieronder de signaleringsposters van Kentalis.
    Andere downloads over TOS vindt u op de website van Kentalis. http://www.ikenkentalis.nl/tos/downloads-tos/

    tos_signaleringsposter.pdf
    File Size: 1230 kb
    File Type: pdf
    Download bestand

    poster_herkennen_signalen_tos_babys_-_peuters.pdf
    File Size: 746 kb
    File Type: pdf
    Download bestand

    4 Comments

    Motiveren en inspireren

    9/27/2015

    0 Comments

     
    Foto











    Sander Roovers schreef op 13 april 2011 onderstaand gearceerde stuk tekst in een blog in het tijdschrift 'Leiderschap' over motiveren en inspireren.

    Het verschil tussen inspireren en motiveren.

    'Leiders inspireren. Managers motiveren. 
    Eén van de grootste verschillen tussen een leider en een manager. 
    Maar wat is het verschil tussen inspireren en motiveren?


    Motivatie bereik je door incentives. Inspiratie door een duidelijke en transparante missie/visie/bestaansreden.
    Motivatie is individueel. Inspiratie is voor iets groters; organisatie, maatschappij, de wereld.
    Motivatie werkt op de korte termijn en focust op het individu zelf. Inspiratie werkt continu en gaat verder dan het individu.
    Motivatie bereik je door energie. Inspiratie door charisma.
    Motivatie gaat erom wat je doet. Inspiratie waarom je het doet.
    Met motivatie krijg je een opdracht uitgevoerd. Door inspiratie wordt de visie uitgedragen.
    Door motivatie krijg je klanten. Door inspiratie krijg je ambassadeurs.
    Stop met motiveren. Begin met inspireren.' 


    Dit artikel had ik op internet gevonden nadat ik de woorden van Annett Burgers op haar website www.ontwikkelendoejezo.nu had gelezen:  'De kracht haal je 100% uit jezelf, maar “iemand/iets” kan je net een goed duwtje in je rug geven!'

    In het onderwijs wordt veel gesproken over motiveren en de motivatie van de kinderen, zelfs over de motivatie van de mensen voor de klas.
    Moeten we dus niet een stap terug.... Moeten we inderdaad niet beginnen met inspireren? 
    Hoe komt het dat ik zo enorm gemotiveerd ben om vooral mijn werk goed te doen? Om bevlogen mijn lezingen te geven? Hoe komt het dat ik zo gemotiveerd ben om zo'n beetje het grootste deel van mijn vrije tijd te besteden aan mijn eigen praktijk ...De motivatie is er overduidelijk, maar wat inspireert mij…?

    Ik herinner mij mijn schoolmeester in groep 8 die er voor zorgde dat ik mijn eerste interesse voor het onderwijs ontwikkelde. Later op kleuterkweek (ja, de echte oude kweekschool), waren er verschillende docenten die met bevlogenheid over het onderwijs ons de kneepjes van het vak wilden leren. 
    Na de Pabo ben ik de opleiding remedial teaching aan de Hogeschool Rotterdam gaan volgen en de grootste inspirator daar voor mij was Els Westra. Deze orthopedagoge wist mij precies daar te raken wat voor mij de basis werd voor alles wat ik in het onderwijs nog wilde gaan doen en volgen.
    Mijn kinderen waren nog jong, ik werkte als IB-er, maar besloot toch de studie orthopedagogiek aan te gaan in Leiden. Geen makkelijke tijd, vaak waren er redenen zat om op te geven, maar de motivatie zat ondertussen diep.
    De volgende die mij wist te inspireren op het gebied van onderwijs aan kinderen met leerproblemen was een van de docenten aan de universiteit in Leiden, professor Ina Berckelaer-Onnes. 

    Vervolgens kom je dan in het veld steeds meer mensen tegen met ideeën, overwegingen, overtuigingen en uitspraken die je inspireren tot meer willen ‘weten’, tot handelen en die je dus motiveren.
    De ‘grote’ inspiratoren in mijn leven zijn mensen als moeder Theresa, haar  onbarmhartigheid voor de medemens en iemand als Nelson Mandela die voor mij de inspiratiebron is, als we het hebben over vergeving en nooit opgeven. 
    Natuurlijk mag ik hierbij ook nooit mijn gezin vergeten die mij in al die jaren motiveerden om door te gaan en vooral ook omdat hun geloof in mij daarbij erg belangrijk was. 
    In zekere zin denk ik dat je dan als ouder ook vervolgens weer een rol vervult als inspirator. Door deze periode hebben mijn kinderen bepaalde besluiten in hun leven genomen en het heeft hen ook in zekere zin beïnvloedt. 

    Niet alleen mensen inspireren je, maar ook boeken, gedachten, een wandeling, een aanblik… het kan van alles zijn. Een ouder kan een inspiratie bron zijn voor een kind, maar ook een situatie waar het kind zich in bevindt.
    Naast een bron voor motivatie kan een inspirator ook zorgen voor negatief of ongewenst gedrag. 
    Dit is dus een lastige. 
    Wanneer kinderen ongemotiveerd gedrag tonen is het aan ons om uit te zoeken wat hier de oorzaak van is. 
    Gedrag, positief of negatief,  is vaak een gevolg van ‘aangeleerd’ gedrag, denk aan de honden van Pavlov. Is iemand inspireren dan een gevolg van conditionering? Negatieve ervaringen en positieve ervaringen roepen een bepaalde reactie/ gedrag op. Dit motiveert tot positief of negatief handelen.

    Kinderen zijn niet uit zichzelf gemotiveerd voor huiswerk en andere schoolse zaken. Kinderen zullen net als wij eerst geïnspireerd moeten worden en vandaar uit gemotiveerd. Gemotiveerd tot handelen en presteren.
    Wel willen kinderen graag positief presteren. Net als iedereen zoekt men de situaties op die succeservaringen opleveren.

    De intentie tot handelen komt dus inderdaad uit je zelf. Vraag is dus is het een gevolg van een positieve of negatieve inspiratie of een gevolg van conditionering? 
    Kinderen zijn enorm beïnvloedbaar en zeker pubers.
    Een uitspraak als ‘een ongemotiveerd’ kind is geen terechte uitspraak. Het geeft een label,  een stempel, als gevolg op gedrag dat eigenlijk verder onderzoek verdient. Waarom ontbreekt de motivatie? Waar is dat ontstaan en hoe kan jij als leerkracht/ docent net dat verschil worden voor dit kind. Kan jij de inspirator zijn en kan jij het kind motiveren tot handelen?

    Van mezelf weet ik dat ik positieve inspiratoren op mijn pad ben tegen gekomen. Ik heb mij laten inspireren en mijn motivatie groeide dankzij deze inspiratoren. Ook dat is beïnvloeding.

    Motivatie is gericht op handelen, op actie. Motivatie bereik je met de juiste prikkels, stimulans of aansporing. Een beloning in het vooruitzicht of een drijfveer. Dus toch een vorm van conditionering. Motivatie is iets dat er voor zorgt dat iemand iets doet of uitvoert. Als leerkracht kan je motiveren door het creëren van situaties of voorwaarden die een leerling stimuleren tot presteren. Als leerkracht kan je je leerlingen beïnvloeden en motiveren. Maar als individu kan je ook als leerkracht inspireren. Gewoon net dat beetje meer…. 

    Straf en negatieve reacties beïnvloeden niet positief de motivatie van leerlingen. Ook niet het overvragen of continu blootstellen aan negatieve ervaringen zoals het uitblijven van succeservaringen. 
    Neem af en toe afstand en vraag je af welke handelingen van jou als leerkracht positieve motivatoren zouden kunnen zijn.

    Wanneer je als docent in staat bent, om naast het motiveren ook de leerlingen te inspireren,  breng je deze kinderen op een hoger plan. Als docent heb je tools in handen en kan je kinderen motivatie voor school en leren aanreiken. Een bevlogen leerkracht, een leerkracht met een positieve input en een leerkracht die in staat is om het beste uit een kind te halen, is een inspirator en biedt mogelijkheden en kansen. Geef positieve feedback, bied succeservaringen en vier alle kleine successen.
    Laat  kinderen zien wat hun mogelijkheden zijn. 

    0 Comments

    leesproblemen in het VO

    4/4/2015

    1 Comment

     
    Foto
    Tijdens mijn begeleiding van leerlingen in het VO kom ik helaas een steeds groter groeiend probleem tegen. Namelijk die groep leerlingen die de basisschool verlaten met een enorm fors leesprobleem. Leerlingen met een diagnose ‘dyslexie’ gaan over het algemeen met de juiste hulp naar het VO. Zij krijgen de hulp die aangeboden wordt vanuit de VO dyslexieprotocollen en volgen met die hulp het onderwijsniveau dat het beste bij ze past en dat is ook Havo en VWO.

    De groep leerlingen die mij grote zorgen baart zijn de leerlingen zonder dyslexie diagnose, maar met een enorm fors leesprobleem. Hen kom ik tegen op het VMBO-LWOO en op het praktijk onderwijs......

    Er zijn helaas veel redenen, die ik hier nu niet zal bespreken, waardoor deze leerlingen zonder diagnose doorstromen. Probleem is dat deze kinderen veel problemen in het onderwijs, maar zeker ook in de maatschappij tegemoet gaan. Veel van deze kinderen hebben een leesniveau medio groep 4 basisonderwijs , of het niveau van groep 5 of 6.... En zo stromen zij het VO in.

    Ongeveer 10% van de leerlingen heeft bij het verlaten van de basisschool het (oude) AVI-9 niveau niet gehaald. Zij lopen het risico functioneel analfabeet te worden. (Expertise centrum Nederlands)

    De leesmotivatie van deze leerlingen is ergens in het basisonderwijs al verdwenen en zonder leesmotivatie wordt er ook niet meer gelezen. Het lezen wordt vaak zelfs vermeden. Leesmotivatie is het grote onderliggende probleem van deze forse leesachterstanden. Van deze leerlingen hoor ik ook schrijnende verhalen over hoe zij het lezen beleefd hebben op de basisschool.

    Vraag is, hoe gaan deze leerlingen straks de praktijk in, de maatschappij in? Woorden met drie of meer lettergrepen leveren grote problemen op. Onbekende woorden kunnen ze niet of met veel moeite lezen. Ze gaan nog meer raden of blijven hangen in het decoderen (spellen) en komen er niet uit. Teksten van de aangeboden schoolvakken worden niet of niet goed begrepen. De (lees-)woordenschat is mede daardoor zo enorm laag dat ook dit het tekstbegrip in de weg zit.

    Aan het eind van de basisschool moeten de leerlingen een niveau van "functionele geletterdheid hebben" verworven. Met andere woorden, de leerlingen moeten in staat zijn geschreven taal te hanteren in voorkomende maatschappelijke situaties. Ze moeten in staat zijn verkeersborden juist te interpreteren, een spoorboekje te gebruiken, een handleiding te lezen enz. enz. We spreken hier over het leesniveau AVI-9. Op dit moment begeleid ik een viertal leerlingen van ongeveer 14 jaar. Na de eerste toetsen blijkt dat ze lezen op het niveau van (eind) groep 4 en zelfs dit is nog moeizaam.In de basisschool periode hebben ze al veel extra moeten oefenen met het AVi lezen en met Nieuwsbegrip. Dit motiveert nu zeker niet meer, met welke argumenten ik ook kom. 

    Ik gooi deze keer bij deze groep leerlingen even alle leesmethodieken zoals Nieuwsbegrip, Ralfi enz overboord. Eerst de leesmotivatie zien te ontwikkelen en werken aan het motivatie probleem met een stukje cognitieve benadering. Deze leerlingen zijn ook ooit met enthousiasme gestart met het leren lezen. De teleurstelling dat het lezen niet lukte zoals bij de andere leerlingen zit diep. Het is zaak dat ik ga werken aan het bewustzijn van de functionele geletterdheid en het belang hiervan. Mogelijk kan ik vanuit dit punt wat motivatie halen om opnieuw te starten op een manier die bij hen past. Hoe hard heb je straks een goede leesvaardigheid nodig op de stage die je zo graag wil doen, of als je naar het MBO wil? Deze leerlingen moet ik in ieder geval met de juiste oefeningen en materialen zien te enthousiasmeren. Uit gesprekken blijkt dat zij daar zelf ook ideeën over hebben en dat maakt dat er een kans op succes is. Vooral luisteren naar wat deze leerlingen aangeven als belemmering en waar hun belangstelling ligt en zo pakken wij dit samen op als team. Hoe kunnen deze leerlingen ook elkaar helpen?Het is een uitdaging die ik elke keer opnieuw met plezier aanga.

    Wilt u ook weten wat u op school voor deze leerlingen kan betekenen en welke aanpak de leesmotivatie kan bevorderen? Wilt u ook werken aan de leesmotivatie in het basisonderwijs of in het voortgezet onderwijs? Wilt u meer weten over dyslexie en over ernstige leesproblemen? Wilt u meer weten over de methodieken gericht op leesmotivatie? Welke methodieken zijn op dit moment succesvol, bijvoorbeeld de methode Bouw. Wat werkt beter AVI lezen of BAVI lezen (Belevend AVI)? Wat is interactief (voor) lezen en theater lezen? Hoe belangrijk is deze aanpak zelfs ook nog in het VO?

    Antwoord op deze vragen? Nieuwsgierig geworden? Neem contact op met Smartonderwijs. Deze problematiek breng ik met plezier en enthousiasme in uw team onder de aandacht. Deze zorg omtrent het leesonderwijs leg ik uit in een workshop of voorlichting en met handvatten kunt u verder in de klas. Hoe bevordert u de leesmotivatie? Hoe kunnen wij met elkaar voorkomen dat zo'n grote groep leerlingen als 'functioneel analfabeten' straks de scholen verlaten met een laag zelfbeeld. Info@smartonderwijs.com www.smartonderwijs.nl


    1 Comment

    Het moet wel logisch zijn...........

    3/3/2015

    1 Comment

     
    Foto
    Gesprek met een leerling met TOS (Taalontwikkelingsstoornis)
    Deze week had ik een erg leuk begeleidingsgesprek met een leerling van bijna 16 jaar. Zijn cluster 2 indicatie is een forse spraak-taal problematiek oftewel TOS. 
    Deze jongen zit in de derde klas. Erg serieus met zijn school bezig, maar in de klas….en liever niet daarbuiten.

    De docenten geven ook aan dat deze jongen zonder problemen straks moet kunnen slagen, maar deze jongen ziet zelf zijn beren en eigenlijk is het ook niet irreëel wat hij ziet.
    Eenmaal thuis kan hij geen huiswerk meer maken en dat geeft hij ook heel goed aan. Zijn hoofd zit dan zo vol. Hij gaat dan naar zijn kamer, koptelefoon op en even niks. Aangezien het soms echt moet maakt hij wel als het opgegeven is zijn wiskunde, maar liever ook niet.

    Tijdens ons vorig gesprek hadden wij alle plussen en minnen van school en leren al in kaart gebracht in een web met groen en oranje. Heel overzichtelijk en deze leerling vindt dat ook erg prettig. Wat komt er veel uit tijdens zo’n gesprek. Hij geeft aan dat hij Engelse luistertoetsen erg moeilijk vindt en dat het vaak erg moeilijk is om zijn aandacht er bij te houden. Het is veel taal en vaak onderwerpen die hem niet interesseren. “Waarom doen ze dat?” vraagt hij, “ waarom onderwerpen waar wij niets aan vinden en die ons niet boeien?” Hij vervolgt: “ik heb zelfs voorgesteld dat de luistertoetsen gewoon drie verschillende onderwerpen zijn en dat we er dan eentje mogen uitkiezen, maar ja dat kan niet zeggen ze dan….” Persoonlijk vind ik dat voorstel dan niet zo raar…. 

    Wel heb ik een andere oplossing voor hem. Onze leerlingen van cluster 2 hebben met een TOS beschikking en dat wordt beschreven al zijnde een SH indicatie. Dat is een uitleg op zich. Doordat er problemen zijn met de auditieve verwerking van de talige informatie en er dus sprake is van een trage auditieve verwerkingsproblematiek zouden deze kinderen gebruik mogen maken van een visuele ondersteuning van de tekst. Dit kan aangevraagd worden bij de examencommissie van de school. De informatie die binnenkomt wordt op zich wel begrepen, maar er komt zoveel binnen dat het niet auditief verwerkt kan worden. De juiste kastjes in het hoofd worden niet gevonden om de informatie op te slaan en te bewerken. Deze leerling vertelt ook dat hij zo zijn best doet om goed te luisteren, dat het letterlijk niet meer lukt na een paar minuten, hij is dan de draad kwijt en geeft hij het op. Visuele ondersteuning biedt dan houvast bij het volgen van de auditieve informatie die als een stroom en complex binnenkomt. De informatie gaat dan niet meer in een hoofdweg naar de juiste plek in de hersenen, maar er zijn allerlei zijwegen waarin hij zoekt naar herkenning en geeft het dan op.

    Rekenen en wiskunde zijn voor hem een eitje. Zelf zegt hij ook: “toen ze mij testten op school had ik een hoog IQ voor alles wat niet met taal te maken heeft. Zo zonde dat mijn taalvakken nu bepalen wat ik wel en niet kan doen, want ik wil graag hoger dan een lage MBO”. Het klopt wat hij zei, de discrepantie tussen zijn verbale en performale IQ is bijzonder. Op de nonverbale intelligentie test (WNV-NL) scoort hij zelfs 118. 

    Als hij bij wiskunde de fout in gaat komt dat omdat hij zich enorm richt op de details in de opdracht, zelfs in de tekening die erbij zit. Dat is dus een aandachtspunt. 

    Daarnaast kon deze jongen mij vanmorgen in geuren en kleuren de stelling van Pythagoras uit leggen wat hij een bijzonder boeiende stelling vindt. Hij zegt hierover ; “als ik het logisch vindt dan snap ik het meteen, maar het moet gewoon logisch zijn”  

    Het enige vak waar hij onvoldoende voor staat is dus Nederlands. 

    Een fictie verslag maken………wat is het nut? vraagt hij.. Hij maakt liever een verslag over de visvangst of de visstand. Tja waarom zou dat dan ook niet kunnen. Deze kinderen met deze handicap hebben zo’n moeite met fictie.. Gewoon concreet, logisch en feiten daar kunnen ze wat mee. Mijn voorstel is dan ook aan de docent om dit verplichte ‘fictie’ verslag om te zetten in een ander verslag. Als hij maar een verslag kan schrijven. Zijn handicap/ belemmering is onzichtbaar, maar is er wel. Acceptatie van een handicap en samen naar een vervangende opdracht kijken dat is in dergelijke situaties een optie voor deze kinderen om succeservaringen op te doen. Gelukkig heeft hij op de school nu een RT-er die alles oppakt om hem te helpen met mijn adviezen.

    Nederlands is voor hem qua grammatica en qua ontleden een echt probleem. Hij wil graag voordat de les behandeld wordt in een tussenuur extra uitleg vooraf zodat hij de instruxctie in de les begijrpt. Deze jongen heeft zo’n goed beeld van zijn problematiek. Zo kwamen wij op het volgende probleem in zijn ogen…..de voegwoorden. “Hier kan ik echt niks mee”, vertelde hij.. “Waarom van twee zinnen 1 zin maken als ik het toch in 1 zin zeg. Het is niet logisch”. En dat vertelt hij bloedserieus.

    “Kent u dat? Voegwoorden? Ik snap er niets van…. Het is niet logisch en komt niet binnen. En wat een dom woord is ‘maar’….. Er komt altijd iets negatiefs of iets positiefs achter. Echt ik snap er niets van”. 

    Volgens mij begreep hij het dus prima! Dit vertelde ik hem ook en hij keek mij verrast aan. Tja zoals hij het mij uitlegde had de docent het vast niet beter kunnen doen. Toch op zijn hulpvraag ingaand, gaan we vragen of deze extra uitleg mogelijk is in een tussenuur, het geeft hem houvast en hij zit rustiger en meer ontspannen in de les.

    Aan het eind van het gesprek vertelde hij dat hij weer een logopedische screening had gehad en dat de logopedist hem ‘eigenwijs’ noemde. Hij had een vraag waarbij hij moest aangeven tussen welke seizoenen de ‘lente’ lag. Er waren twee juiste antwoorden, maar daar was hij het niet mee eens.

    Het juiste antwoord was , zo legde hij uit, tussen de winter en de zomer. Super onlogisch vond hij dat het andere juiste antwoord was tussen de herfst en de zomer. Zo onlogisch vond hij, want er lag ook een winter tussen en dat is dan niet ‘tussen twee jaargetijden’. Geweldig toch! Hierbij zie je hoe deze jongen goed wet te verwoorden wat de behoefte is van deze kinderen bij ‘complexe’ opdrachten.

    Bied structuur, helderheid en maak de taal niet te complex. 

    Hij was niet eigenwijs, hij was heel duidelijk over zijn belemmering en ik vind hem tijdens het gesprek gezond kritisch voor een puber. Reëel en kritisch en als je echt naar deze kinderen luistert en de tijd neemt wordt jezelf zoveel wijzer en het kind een stuk gelukkiger omdat hij of zij zich gezien voelt.

    Elk kind wil zich begrepen voelen, wil authentieke aandacht krijgen, respect krijgen en perspectieve geboden krijgen in opvoeding en onderwijs. Dan krijgen ze alle kans om zich optimaal te ontwikkelen.



    1 Comment

    Spellingproblemen

    2/6/2015

    0 Comments

     
    Foto
    Spellingregels leren bij leerproblemen


    Het toepassen en onthouden van spellingregels bij leerproblemen

    Zwakke spellers maken dezelfde fouten als de andere leerlingen in de klas die geen moeite hebben met dit vak, alleen meer en vaak zonder verbetering in het spellingproces. Ze blijven vaak onvoldoendes scoren hoe hard ze ook oefenen. Onder deze groep vallen ook kinderen met dyslexie, ADHD, kinderen met een taalontwikkelingsstoornis of andere problemen. Een zwak werkgeheugen maakt dat kinderen veel moeite hebben met het onthouden en toepassen van aangeleerde regels. 
    Het almaar oefenen op papier, woorden herhaaldelijk overschrijven, invuloefeningen etc… het levert vaak meer frustratie op dan een succeservaring. 

    Deze kinderen hebben meer aandacht en gerichte oefening nodig en vooral zelf handelen, verwoorden en toepassen.

    Verwoorden
    Van puur naar uitleg luisteren kunnen juist deze kinderen weinig van de aangeboden regels goed onthouden en juist toepassen. We weten dat uit onderzoek is gebleken dat van wat je hoort er 20% wordt onthouden, we onthouden 40% van wat we aandachtig lezen en het meest leren wij van wat je aan anderen uitlegt, dit is 95%. Het is dus van belang dat wij leerlingen laten verwoorden wat wij aanbieden. De leerlingen aan medeleerlingen laten uitleggen wat ze aangeleerd hebben gekregen en dit (eventueel) visueel op een digibord of smartbord laten toelichten. Laat de leerlingen aan klasgenootjes uitleggen hoe de nieuwe spellingregel wordt toegepast.

    Herhaling en inprenting
    Dit gegeven zou je dan een paar weken achter elkaar dagelijks moeten toepassen. De leerling elke dag even kort de regel aan de klas laten uitleggen. De regel maken ze zich dan eigen. Bij het aanbieden van de regel aan klasgenootjes of in een groepje kan dit ondersteund worden door de spellingregel toe te laten passen in een schriftje waarin de geoefende woorden (met deze specifieke regel) worden opgeschreven zodat er een spellingregel schrift ontstaat. Elke aangeboden regel zou dan een hoofdstuk in het schrift kunnen zijn.

    Van abstract naar concreet
    Vraag tijdens een tekenles aan de leerlingen om de spellingregels uit te werken in een tekening of schema. Doordat ze een abstracte regel creatief uitwerken zal deze ook beter eigen gemaakt worden. Dit kan het woord zijn waarbij de aangeboden regel is toegepast of de regel zelf in een tekening. Laat ze uiteindelijk dan hun product uitleggen aan klasgenootjes.

    In spel
    Laat de leerling voor leraar spelen en aan de klas de regel uitleggen. De leraar kan dan eventueel vragen stellen over de spellingregel. 

    De kracht van Herhaling
    Blijf na aanbod van elke nieuwe regel de oude regels herhalen op dezelfde manier als hierboven. Vraag de leerlingen om de eerder aangeboden regel voor de klas aan klasgenootjes aan te bieden.

    Hulp
    Juist de kinderen met spellingproblemen hebben veel baat bij spellingkaarten met regels (Braams), klankkaarten, inprentingswoorden en/of ezelsbruggetjes staan. Blijf ook dit aanbieden.

    Succeservaringen
    Laat de rode corrigeer pen buiten het schrift. Benadruk wat goed gaat en zet daarbij smileys in het schrift of mooie grote krullen. Bespreek wat nog niet goed gaat en bied dit nogmaals aan. Kijk naar de stappen hierboven. 

    Visualiseren
    Elke nieuwe regel die aangeboden wordt staat op het bord of hangt ergens in de klas gevisualiseerd en met een voorbeeld. 

    Tevens zou er een grote Mindmap kunnen hangen met de spellingregels van dat schooljaar. Bijvoorbeeld de spellingregels van groep 5. Deze staan dan in een Mindmap weergegeven met een korte schematische uitleg en voorbeelden. Aan het eind van het schooljaar kan deze Mindmap mee naar de volgende groep.

    Succes!!!



    0 Comments
    <<Previous
    Forward>>

      Bernadette Sanders

      Met SMARTonderwijs wil ik hulp bieden aan die groep kinderen, die met hun problemen een weg proberen te vinden om zich staande te houden in het onderwijs en in onze 'verwachtingsvolle' maatschappij.

      Door scholing te verzorgen en handvatten te bieden aan leerkrachten en docenten teams hoop ik een bijdrage te kunnen leveren aan het 'passend onderwijs' waarin kinderen met een hulpvraag een plek moeten zien te vinden.

      Archief

      Maart 2018
      Januari 2018
      December 2017
      Maart 2017
      Januari 2017
      December 2016
      Oktober 2016
      September 2016
      Augustus 2016
      Juni 2016
      April 2016
      Maart 2016
      September 2015
      April 2015
      Maart 2015
      Februari 2015
      Januari 2015
      November 2014
      Oktober 2014
      September 2014
      Juni 2014
      Mei 2014
      April 2014
      Februari 2014
      Januari 2014
      Oktober 2013
      September 2013
      Augustus 2013
      Maart 2013

      Categorieën

      Alles
      ADD
      ADHD
      Agenda
      Autisme
      AVP
      Basisonderwijs
      Belemmering Schoolsucces
      Coaching
      Communicatie
      Communicatieve Redzaamheid
      Doelen
      Doelstellingen
      Dyscalculie
      Dyslexie
      Executieve Functies
      Externaliserend Problemen
      Faalangst
      Frustratie
      Gedrag
      Gedragsproblemen
      Huiswerk
      Huiswerkplanner
      Hulpvraag
      Instructie
      Internaliserende Problemen
      Kwetsbaarheid
      Leerkracht
      Leerling
      Leerlinggesprek
      Leerproblemen
      Magister
      Motivatie
      Negatieve Spiraal
      Onderpresteren
      Onderwijs
      Onderwijsprofessionals
      Ongewenst Gedrag
      Onmacht
      Onvermogen
      Organiseren
      Passendonderwijs
      PDD-nos
      Pesten
      Plannen
      Planner
      Puberbrein
      Pubers
      Rekenproblemen
      Schrijfmotorisch
      SMART
      Sociaal- Emotioneel
      Taalontwikkelingsstoornis
      Taalproblemen
      Taalstoornis
      Tablets
      TOS
      Voortgezet Onderwijs
      Welbevinden
      Werkgeheugen
      Werkhouding
      Zelfbeeld

    Over SMARTonderwijs


    Contact
    Aanbod
    Lid  NVO
    Geregistreerd bij Registerleraar.nl als aanbieder.
    CRKBO geregistreerd docent

    Smart-Thinking
    Algemene voorwaarden
    ​Klachtenregeling
    ​Privacyverklaring

    Disclaimer
    ​


    SMARTPages


    SMARTlinks
    Samenwerkingen
    Artikelen 
    ​Downloads
    Scholingsaanbod
    Consultaties
    SmartThinking
    Communicatiekaarten
    Boeken
    Recensies boeken
    Deelnemers Hand-out
    ​Home




    ​ 
    ​

    Als leren niet vanzelf gaat ...
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Photo used under Creative Commons from Ministère du Travail, de l'Emploi et de la santé
    Back to top