Meer dan achterstand?
De verwerving van taal gebeurt over het algemeen spelenderwijs in een taalrijke omgeving, maar het is een complex proces. Het maakt nieuwe cognitieve en sociale interacties mogelijk die van belang zijn voor de persoonlijke groei van het kind. Bij het kind met TOS verloopt de taalverwerving niet spelenderwijs, ook niet in een taalrijke omgeving. Naast de beperkte taal die deze kinderen impliciet leren, moet taal vooral ook expliciet aangeboden worden.
Kinderen met een TOS ondervinden ernstige problemen in de interactie en dus in het communicatief redzaam zijn. Communiceren betreft een wederkerig contact waarbij wij verbaal of non-verbaal een boodschap overbrengen of uitwisselen. Het begrijpen van de ander en het begrepen worden door de ander is belangrijk om miscommunicatie te voorkomen. Wanneer kinderen hun eigen emoties en die van anderen herkennen en ook begrijpen spreken wij van een goed ontwikkelde ‘Theory of Mind (ToM)’. Met een goed ontwikkelde Theory of Mind (ToM) heeft het kind het besef dat een andere persoon in eenzelfde situatie andere emoties, gedachten en wensen heeft. Dit is belangrijk in de sociale omgang waarbij je rekening leert houden met een ander. ‘ToM is essentieel voor het begrijpen van sociale situaties en een achterstand op dit gebied leidt onvermijdelijk tot beperkte sociale vaardigheden, teruggetrokken gedrag en sociale kwetsbaarheid’. (C. Vissers e.a., 2021)
Een taalontwikkelingsstoornis heeft een grote invloed op de algehele ontwikkeling van het kind. Bij TOS spreken wij van een ernstig verstoorde taalontwikkeling wat van invloed is op het leren, de sociaal- emotionele ontwikkeling, het communicatief redzaam zijn en de sociale interactie. Wanneer je voldoende communicatief redzaam bent, is er over het algemeen sprake zijn van sociale interactie met anderen. Voor het kind met TOS is de sociale interactie van belang voor de verdere ontwikkeling van het kind. Juist die sociale interactie zorgt ook voor groei in de woordenschat en de pragmatiek. Veel kinderen met TOS ondervinden problemen in de sociale interactie en vertonen internaliserende problemen, zoals teruggetrokken gedrag en zijn daardoor vaker alleen. Zij maken nauwelijks (speel)afspraken met andere kinderen, worden ook vaker gepest en trekken zich vaak terug op het schoolplein of in de aula. Door het teruggetrokken gedrag zal het kind ook minder oefenen in de sociale interactie met anderen waardoor zij ook minder geaccepteerd worden. Aan de andere kant kan het kind dat niet begrepen wordt, of zelf de interactie van het spel niet begrijpt, of niet weet hoe hij contacten moet aangaan in deze situaties externaliserend gedrag vertonen en het kind ‘worden’ dat vaak betrokken is bij conflicten.
Het kind zonder TOS leert in contact met anderen zijn gedrag, zijn eigen emoties en zijn gedachten te herkennen en te reguleren. Je hebt taal nodig om te communiceren, maar ook om jezelf te reguleren en om anderen te begrijpen. In de interactie met andere kinderen, leren kinderen ook veel over hun eigen emoties en over de emoties van anderen. Veel hiervan gaat spelenderwijs, maar de ondersteuning hierin die zij van de volwassenen ontvangen is van groot belang.
Innerlijke taal
Kinderen met TOS ondervinden niet alleen problemen met het spreken en het begrijpen of begrepen worden, maar zij ondervinden ook problemen in het gesprek met zichzelf, het aansturen van zichzelf in het denken en het handelen door middel van de innerlijke taal. Dit betekent dat het taal-denken, het leggen van verbanden, maar ook het begrijpen van situaties, het oplossen van problemen en het abstracte denken worden aangestuurd door innerlijke taal.
‘Innerlijke taal de toegangspoort is tot onszelf, het is belangrijk voor het reguleren van ons gedrag en onze emoties’. (C. Vissers, 2021)
Bij jonge kinderen met een vermoeden van TOS is ook extra aandacht voor de innerlijke taal en het benoemen en herkennen van emoties van belang om problemen in de sociaal-emotionele ontwikkeling te voorkomen. Het uiten van emoties is een vorm van communiceren, zowel verbaal als non-verbaal. Je geeft met een emotie aan hoe jij je voelt en daarmee heeft een emotie ook een doel. Je wil getroost worden, begrepen of geholpen. Wanneer je blij bent ben je vrolijk en laat je merken dat het goed gaat. Emoties worden goed begrepen als ze ook ‘herkend’ worden. Kinderen leren emoties herkennen door sociale interacties thuis, op school en buiten. Kinderen met een TOS en zeker het jonge kind kan de taal niet vinden om het gedrag in woorden te verklaren, om hun emoties te bespreken en ook de emoties van anderen te begrijpen, zij kunnen niet onder woorden brengen wat zij voelen. Dit maakt dat zij niet goed in staat zijn tot het reguleren van hun emoties, wat vervolgens kan leiden tot ongewenst gedrag. Het gedrag, de emotie waarmee het kind zijn frustratie laat zien is boosheid, huilen of zich terugtrekken.
Sociale interactie bij TOS
Problemen met de ToM kunnen voor het kind met TOS groter zijn dan de taalproblemen van het kind en van meer invloed zijn op het sociaal- emotioneel welbevinden. Het kind ervaart in interacties hoe leeftijdgenootjes op hen reageren, op deze manier leren zijn de regels van sociale interacties. Op deze manier leren zij niet alleen het gesprek aan te gaan met leeftijdsgenootjes en naar hen te luisteren, maar ook leren zij hun emoties passend te uiten. Veel kinderen met TOS missen een belangrijk deel van dit leerproces omdat zij al vanaf jonge leeftijd minder met andere kinderen samenspelen en minder vriendjes hebben (C. Vissers e.a., 2021).
Onderstaand figuur geeft aan op welke gebieden het kind met TOS ondervindt problemen in de sociale interactie.
Kinderen met een TOS ondervinden ernstige problemen in de interactie en dus in het communicatief redzaam zijn. Communiceren betreft een wederkerig contact waarbij wij verbaal of non-verbaal een boodschap overbrengen of uitwisselen. Het begrijpen van de ander en het begrepen worden door de ander is belangrijk om miscommunicatie te voorkomen. Wanneer kinderen hun eigen emoties en die van anderen herkennen en ook begrijpen spreken wij van een goed ontwikkelde ‘Theory of Mind (ToM)’. Met een goed ontwikkelde Theory of Mind (ToM) heeft het kind het besef dat een andere persoon in eenzelfde situatie andere emoties, gedachten en wensen heeft. Dit is belangrijk in de sociale omgang waarbij je rekening leert houden met een ander. ‘ToM is essentieel voor het begrijpen van sociale situaties en een achterstand op dit gebied leidt onvermijdelijk tot beperkte sociale vaardigheden, teruggetrokken gedrag en sociale kwetsbaarheid’. (C. Vissers e.a., 2021)
Een taalontwikkelingsstoornis heeft een grote invloed op de algehele ontwikkeling van het kind. Bij TOS spreken wij van een ernstig verstoorde taalontwikkeling wat van invloed is op het leren, de sociaal- emotionele ontwikkeling, het communicatief redzaam zijn en de sociale interactie. Wanneer je voldoende communicatief redzaam bent, is er over het algemeen sprake zijn van sociale interactie met anderen. Voor het kind met TOS is de sociale interactie van belang voor de verdere ontwikkeling van het kind. Juist die sociale interactie zorgt ook voor groei in de woordenschat en de pragmatiek. Veel kinderen met TOS ondervinden problemen in de sociale interactie en vertonen internaliserende problemen, zoals teruggetrokken gedrag en zijn daardoor vaker alleen. Zij maken nauwelijks (speel)afspraken met andere kinderen, worden ook vaker gepest en trekken zich vaak terug op het schoolplein of in de aula. Door het teruggetrokken gedrag zal het kind ook minder oefenen in de sociale interactie met anderen waardoor zij ook minder geaccepteerd worden. Aan de andere kant kan het kind dat niet begrepen wordt, of zelf de interactie van het spel niet begrijpt, of niet weet hoe hij contacten moet aangaan in deze situaties externaliserend gedrag vertonen en het kind ‘worden’ dat vaak betrokken is bij conflicten.
Het kind zonder TOS leert in contact met anderen zijn gedrag, zijn eigen emoties en zijn gedachten te herkennen en te reguleren. Je hebt taal nodig om te communiceren, maar ook om jezelf te reguleren en om anderen te begrijpen. In de interactie met andere kinderen, leren kinderen ook veel over hun eigen emoties en over de emoties van anderen. Veel hiervan gaat spelenderwijs, maar de ondersteuning hierin die zij van de volwassenen ontvangen is van groot belang.
Innerlijke taal
Kinderen met TOS ondervinden niet alleen problemen met het spreken en het begrijpen of begrepen worden, maar zij ondervinden ook problemen in het gesprek met zichzelf, het aansturen van zichzelf in het denken en het handelen door middel van de innerlijke taal. Dit betekent dat het taal-denken, het leggen van verbanden, maar ook het begrijpen van situaties, het oplossen van problemen en het abstracte denken worden aangestuurd door innerlijke taal.
‘Innerlijke taal de toegangspoort is tot onszelf, het is belangrijk voor het reguleren van ons gedrag en onze emoties’. (C. Vissers, 2021)
Bij jonge kinderen met een vermoeden van TOS is ook extra aandacht voor de innerlijke taal en het benoemen en herkennen van emoties van belang om problemen in de sociaal-emotionele ontwikkeling te voorkomen. Het uiten van emoties is een vorm van communiceren, zowel verbaal als non-verbaal. Je geeft met een emotie aan hoe jij je voelt en daarmee heeft een emotie ook een doel. Je wil getroost worden, begrepen of geholpen. Wanneer je blij bent ben je vrolijk en laat je merken dat het goed gaat. Emoties worden goed begrepen als ze ook ‘herkend’ worden. Kinderen leren emoties herkennen door sociale interacties thuis, op school en buiten. Kinderen met een TOS en zeker het jonge kind kan de taal niet vinden om het gedrag in woorden te verklaren, om hun emoties te bespreken en ook de emoties van anderen te begrijpen, zij kunnen niet onder woorden brengen wat zij voelen. Dit maakt dat zij niet goed in staat zijn tot het reguleren van hun emoties, wat vervolgens kan leiden tot ongewenst gedrag. Het gedrag, de emotie waarmee het kind zijn frustratie laat zien is boosheid, huilen of zich terugtrekken.
Sociale interactie bij TOS
Problemen met de ToM kunnen voor het kind met TOS groter zijn dan de taalproblemen van het kind en van meer invloed zijn op het sociaal- emotioneel welbevinden. Het kind ervaart in interacties hoe leeftijdgenootjes op hen reageren, op deze manier leren zijn de regels van sociale interacties. Op deze manier leren zij niet alleen het gesprek aan te gaan met leeftijdsgenootjes en naar hen te luisteren, maar ook leren zij hun emoties passend te uiten. Veel kinderen met TOS missen een belangrijk deel van dit leerproces omdat zij al vanaf jonge leeftijd minder met andere kinderen samenspelen en minder vriendjes hebben (C. Vissers e.a., 2021).
Onderstaand figuur geeft aan op welke gebieden het kind met TOS ondervindt problemen in de sociale interactie.
Uit bovenstaande schema blijkt dat een goede de taalontwikkeling van belang is voor een adequate sociale interactie. Bij TOS spreken wij van een hardnekkige en onzichtbare handicap die veel gevolgen kan hebben voor de algehele ontwikkeling van het kind. Het kind met een TOS dat te weinig stappen, of te kleine vorderingen in de taalontwikkeling maakt en zodoende veel problemen in de communicatie ondervindt, loopt op den duur tegen onmacht en frustratie aan, wat van invloed is op zijn sociaal-emotioneel welbevinden en gedrag. Niet het gedrag van het kind is dan voorliggend De hulpvraag van het kind met betrekking tot zijn communicatieve redzaamheid is bij het kind met een (vermoeden van) TOS voorliggend. Deze hulpvraag ligt dus op een breed gebied en hierbij is aandacht voor de sociale interactie ook zeker van belang voor het versterken van de sociaal- emotionele ontwikkeling.
Emotionele competentie
Kinderen leren emoties herkennen door sociale interacties thuis, op school en buiten. Kinderen met een TOS hebben moeite met het vinden van de taal om hun gevoel en hun gedrag in woorden te verklaren, om hun emoties te bespreken en ook de emoties van anderen te begrijpen. Zij kunnen niet onder woorden brengen wat zij voelen omdat zij de woorden niet hebben. Dit maakt dat zij niet goed in staat zijn tot het reguleren van hun emoties, wat vervolgens leidt tot ongewenst gedrag. Het gedrag is de emotie waarmee het kind zijn frustratie laat zien is boosheid, huilen of zich terugtrekken. De kans is groot dat deze kinderen worden afgewezen, gestraft of gepest. Naast de verwachtingen die wij van het kind hebben met betrekking tot de taalontwikkeling, hebben wij van kinderen ook verwachtingen ten op zichte van het ontwikkelen van emotionele competenties. ‘Kinderen met (een vermoeden van) TOS die problemen ervaren op het gebied van emotionele competentie lopen ook achter ten op zichte van leeftijdsgenootjes wanneer het gaat om het begrijpen van emoties’ (N. van den Bedem, 2018).
Om emoties te herkennen, het gedrag dat erop volgt te reguleren én om vervolgens te begrijpen wat er gebeurt, hebben kinderen taal nodig. Hierbij speelt innerlijke taal een grote rol. In de eerste twee levensjaren wordt de basis gelegd voor deze sociaal-emotionele ontwikkeling in de interactie met de ouders. (J. Isarin e.a. 2017).
Kinderen met TOS zullen grote hiaten ondervinden in dit leerproces van de sociaal-emotionele ontwikkeling. Wanneer de uitleg in een situatie met betrekking tot de emoties die het kind ervaart alleen auditief wordt aangeboden en met veel taal, is er voor het kind met TOS nauwelijks een gelegenheid om hun emotionele en sociale begrip te ontwikkelen en te vergroten. Voor deze kinderen is het expliciet aanbieden van taal rond emoties gewenst en dan vooral visueel ondersteund. Een aanbod waarbij alle zintuigen, het ervaren van emoties aan bod komt. Denk daarbij aan rollenspel, uitbeelden van emoties (wat zie je als iemand blij is, boos is etc.), prentenboeken, pictogrammen, enzovoort. Het ervaren en visueel ondersteunen zijn voorwaarden om deze ontwikkeling te ondersteunen.
Naast aandacht voor taalbegrip en de expressieve taal, is bij het kind met TOS de emotionele competentie een belangrijk aandachtspunt in de hulp die wordt geboden. Het jonge kind leert emoties te begrijpen wanneer zij kunnen aangeven wat zij voelen en ook waarom. Dit betekent dat taalaanbod ook op dit gebied bij het kind met TOS hard nodig is. Taal maakt sociaal en maakt ons emotioneel competent. Emotionele competentie betekent het herkennen, begrijpen en reguleren van emoties en ook het gepast reageren op de emoties van anderen. Een goede emotionele competentie voorkomt veelal sociaal-emotionele problemen en is dus zeker een aandachtspunt in de begeleiding van kinderen met TOS.
Enkele TIPS voor in de klas, gericht op aandacht voor ‘de emoties’:
- Als het kind erg emotioneel is (boos, bang, verdrietig) zit het midden in zijn emotie en zal het er ook niet over kunnen vertellen. Benoem wat je ziet en geef daarmee het kind het gevoel dat het gezien is. Op dat moment zal niet alleen de taal, maar ook de emotie het kind belemmeren in het spreken over wat er is gebeurd. Bespreek met het kind zijn emoties als hij weer rustig is. Bespreek ook met het kind hoe iets anders kan en hoe een situatie eventueel opgelost kan worden.
Bernadette Sanders,
Orthopedagoog
Smartonderwijs
Literatuur
Bedem, van den N., (2018) De Sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen met een
Taalontwikkelingsstoornis Problemen, oorzaken en oplossingen. Https:// kindenemotie.nl
Franssen, Y.C. (2016). Emowijzer, Samen praten over wat je voelt. SWP-uitgeverij B.V. Amsterdam.
Isarin, J., Hermans, D., Vissers, C. (2017). Handreiking sociaal-emotionele problematiek bij kinderen
en jongeren met TOS. Kentalis, Sint-Michielgestel.
Vissers, C. (2021). Jonge kinderen met TOS kampen met dubbele belasting. Vakblad Vroeg.nl.
Kennisplatform Jonge kind. Januari 2021
Vissers, C., Isarin, I., Hermans, D., Jekeli, I. (2021) Taal in het kwadraat, Kinderen met TOS beter
begrijpen. Huizen: Uitgeverij Pica
Sanders, B. (2021) Taalontwikkelingsstoornissen bij het jonge kind, 0-8 jaar. Amsterdam, uitgeverij
LannooCampus
Wilt, van der, F., Til van, H., Hofma, R., Kruistum, van C., Veen, van der, C. (2017). Hoe lees je een
prentenboek voor? Drie voorleesmanieren onder de loep. De wereld van het jonge kind, 45(3)
Emotionele competentie
Kinderen leren emoties herkennen door sociale interacties thuis, op school en buiten. Kinderen met een TOS hebben moeite met het vinden van de taal om hun gevoel en hun gedrag in woorden te verklaren, om hun emoties te bespreken en ook de emoties van anderen te begrijpen. Zij kunnen niet onder woorden brengen wat zij voelen omdat zij de woorden niet hebben. Dit maakt dat zij niet goed in staat zijn tot het reguleren van hun emoties, wat vervolgens leidt tot ongewenst gedrag. Het gedrag is de emotie waarmee het kind zijn frustratie laat zien is boosheid, huilen of zich terugtrekken. De kans is groot dat deze kinderen worden afgewezen, gestraft of gepest. Naast de verwachtingen die wij van het kind hebben met betrekking tot de taalontwikkeling, hebben wij van kinderen ook verwachtingen ten op zichte van het ontwikkelen van emotionele competenties. ‘Kinderen met (een vermoeden van) TOS die problemen ervaren op het gebied van emotionele competentie lopen ook achter ten op zichte van leeftijdsgenootjes wanneer het gaat om het begrijpen van emoties’ (N. van den Bedem, 2018).
Om emoties te herkennen, het gedrag dat erop volgt te reguleren én om vervolgens te begrijpen wat er gebeurt, hebben kinderen taal nodig. Hierbij speelt innerlijke taal een grote rol. In de eerste twee levensjaren wordt de basis gelegd voor deze sociaal-emotionele ontwikkeling in de interactie met de ouders. (J. Isarin e.a. 2017).
Kinderen met TOS zullen grote hiaten ondervinden in dit leerproces van de sociaal-emotionele ontwikkeling. Wanneer de uitleg in een situatie met betrekking tot de emoties die het kind ervaart alleen auditief wordt aangeboden en met veel taal, is er voor het kind met TOS nauwelijks een gelegenheid om hun emotionele en sociale begrip te ontwikkelen en te vergroten. Voor deze kinderen is het expliciet aanbieden van taal rond emoties gewenst en dan vooral visueel ondersteund. Een aanbod waarbij alle zintuigen, het ervaren van emoties aan bod komt. Denk daarbij aan rollenspel, uitbeelden van emoties (wat zie je als iemand blij is, boos is etc.), prentenboeken, pictogrammen, enzovoort. Het ervaren en visueel ondersteunen zijn voorwaarden om deze ontwikkeling te ondersteunen.
Naast aandacht voor taalbegrip en de expressieve taal, is bij het kind met TOS de emotionele competentie een belangrijk aandachtspunt in de hulp die wordt geboden. Het jonge kind leert emoties te begrijpen wanneer zij kunnen aangeven wat zij voelen en ook waarom. Dit betekent dat taalaanbod ook op dit gebied bij het kind met TOS hard nodig is. Taal maakt sociaal en maakt ons emotioneel competent. Emotionele competentie betekent het herkennen, begrijpen en reguleren van emoties en ook het gepast reageren op de emoties van anderen. Een goede emotionele competentie voorkomt veelal sociaal-emotionele problemen en is dus zeker een aandachtspunt in de begeleiding van kinderen met TOS.
Enkele TIPS voor in de klas, gericht op aandacht voor ‘de emoties’:
- Verwoord duidelijk de emoties die je ziet bij het kind. Spiegel de emotie met je eigen gezicht.
- Het kind met een onvoldoende ontwikkelde ToM, weet niet goed wat er in hem omgaat, laat staan in anderen. Benoem wat je ziet als het niet goed gaat met het kind of tijdens een ruzie tussen twee kinderen. Benoem daarbij ook de emotie die je ziet bij het andere kind.
- Toon geduld als de peuter zich probeert te uiten met taal, neem de tijd om te luisteren, het zal dan minder snel vervallen in gedrag waarmee het om jouw aandacht vraagt.
- Benoem en oefen met het jonge kind de basisemoties aan de hand van foto’s en emotiekaartjes en breidt dit langzaam uit. Globaal zijn er zes basisemoties: blijdschap (plezier, gelukkig, trots), verrassing/ verbazing (geschrokken), bang (angst, ongerust, onzeker), woede (irritatie, boos) verdriet (eenzaam, onbegrepen, spijt, teleurstelling) en walging (afkeer, weerzin).
- Gebruik je eigen mimiek en intonatie nadrukkelijk bij het benoemen van de emoties die je aanbiedt en van de emoties die je ziet bij het kind.
- Als een ander kind verdrietig is, of boos, door iets wat er gebeurt tijdens het spel, bespreek dan wat je bij het andere kind ziet. Herkennen de andere kinderen dit? ‘ik zie dat Tim erg verdrietig is….. Tim huilt, zie je dat? Tim huilt omdat zijn auto is afgepakt.’ Dat maakt hem erg verdrietig. Zal Tim weer blij zijn als hij zijn auto terugkrijgt? Zullen wij zijn auto teruggeven? Ik heb voor jou een andere auto’
- Het is belangrijk dat een kind de emotie ook begrijpt en dus ziet. Laat kinderen emoties in het spel of in de speelzaal ervaren, laat zien hoe het er uit ziet, wat doe je als je boos bent? Wat gebeurt er met je gezicht? Hoe kijk je dan? Waar voel je dat als je boos bent, of als je bang bent? Wat doe je als je blij bent, wat voel je dan? Of als je bang bent? Op deze manier maak je de abstractie begrippen zoals de ‘emoties’ voor het kind concreet.
- Terwijl je emoties bespreekt kan je ze ook tekenen met eenvoudige poppetjes. Vraag wat bij blij hoort? Slingers? Wat hoort bij bang? Mogelijk zegt een kind ‘monsters’. Bespreek op deze manier wat emoties voor hen betekenen.
- Emoties bespreken door middel van Interactief voorlezen (van der Wilt et. Al, 2017), gebruik van praatplaten en aan de hand van filmpjes.
- Als het kind erg emotioneel is (boos, bang, verdrietig) zit het midden in zijn emotie en zal het er ook niet over kunnen vertellen. Benoem wat je ziet en geef daarmee het kind het gevoel dat het gezien is. Op dat moment zal niet alleen de taal, maar ook de emotie het kind belemmeren in het spreken over wat er is gebeurd. Bespreek met het kind zijn emoties als hij weer rustig is. Bespreek ook met het kind hoe iets anders kan en hoe een situatie eventueel opgelost kan worden.
Bernadette Sanders,
Orthopedagoog
Smartonderwijs
Literatuur
Bedem, van den N., (2018) De Sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen met een
Taalontwikkelingsstoornis Problemen, oorzaken en oplossingen. Https:// kindenemotie.nl
Franssen, Y.C. (2016). Emowijzer, Samen praten over wat je voelt. SWP-uitgeverij B.V. Amsterdam.
Isarin, J., Hermans, D., Vissers, C. (2017). Handreiking sociaal-emotionele problematiek bij kinderen
en jongeren met TOS. Kentalis, Sint-Michielgestel.
Vissers, C. (2021). Jonge kinderen met TOS kampen met dubbele belasting. Vakblad Vroeg.nl.
Kennisplatform Jonge kind. Januari 2021
Vissers, C., Isarin, I., Hermans, D., Jekeli, I. (2021) Taal in het kwadraat, Kinderen met TOS beter
begrijpen. Huizen: Uitgeverij Pica
Sanders, B. (2021) Taalontwikkelingsstoornissen bij het jonge kind, 0-8 jaar. Amsterdam, uitgeverij
LannooCampus
Wilt, van der, F., Til van, H., Hofma, R., Kruistum, van C., Veen, van der, C. (2017). Hoe lees je een
prentenboek voor? Drie voorleesmanieren onder de loep. De wereld van het jonge kind, 45(3)