Als kinderen en volwassenen met ASS ergens moeite mee hebben dan is dat met onverwachte veranderingen, behalve als ze het zelf doen…
Het nieuwe handboek voor de psychiatrie, de DSM-5 is vorig jaar mei gelanceerd.
Voor het afgeven van de diagnose Autisme is er veel veranderd t.o.v. de DSM-4. De huidige diagnoses PDD-NOS, Asperger en Klassiek Autisme worden in de nieuwe DSM-5 samengevoegd onder één noemer: Autisme Spectrum stoornis (ASS). In de DSM-5 kan bij de diagnose worden aangegeven of er sprake is van een ‘milde’ of ‘ernstige’ vorm van ASS.
Ook de criteria voor het afgeven van de nieuwe diagnose van Ass (Autisme Spectrum) zijn anders dan er vanuit de DSM-4 werden toegepast voor de diverse vormen van Autisme.
Zo waren de drie belangrijkste criteria
- Beperkingen in de sociale interactie
- Beperkingen in de communicatie
-Stereotiepe patronen van gedrag
Ze worden vervangen door de volgende twee domeinen:
- Beperkingen in de sociale communicatie en interactie
- Repetitief gedrag en specifieke interesses
Persoonlijk heb ik hier zeker een kritisch standpunt in en maak mij zorgen over een aantal zaken.
Wat gaan de psychiaters in de praktijk verstaan onder mild of ernstig?
Hoe gaan zorgverzekeraars hier mee om? Kunnen mensen met een bestaande diagnose Asperger of PDD-NOS en een hoge intelligentie nog binnen de criteria vallen en aanspraak maken op autisme hulp?
Voor de jeugdigen is het hele probleem rond ASS nog iets complexer geworden sinds 18 februari. De Eerste kamer heeft gestemd over de nieuwe Jeugdwet en deze aangenomen. De psychische hulp voor jongeren wordt definitief uit het zorgpakker gehaald en per 2015 bij de gemeenten ondergebracht. Door het loskoppelen van de zorgverzekeringswet komt het recht op zorg voor kinderen met een psychische aandoening in het gedrang.
De gemeenten zijn aan zet. Kunnen zij hun kennisachterstand inhalen en de hulp die zij zullen moeten gaan bieden hierop inrichten?
Daarnaast denk ik, dat met de beperkte nieuwe criteria bij de diagnose stelling, een aantal zaken over het hoofd gezien worden. Juist die kenmerken die kinderen en volwassenen met Autisme typeren, kenmerken die in het onderwijs en in de opvoeding ook over het algemeen een hulpvraag zijn.
Dan nog een laatste verandering die in augustus 2014 van start gaat: Het ‘Passend onderwijs’.
Op dit gebied richt ik mij nu alleen op het kind en op de situatie in de klas. Het kind met ASS en het Passend onderwijs dat ook dit jaar in augustus van start gaat. De school krijgt binnen Passend onderwijs de taak om een passende onderwijs plek te bieden aan iedere leerling die extra ondersteuning nodig heeft.
De kenmerken en aandachtspunten kind met Ass in het onderwijs:
- Grote groepen zijn voor deze kinderen te druk… ze raken overprikkeld
- Ze weten niet goed hoe hij/zij met anderen moet omgaan...communicatieve redzaamheid
- Ze houden niet van onverwachte veranderingen, ze kunnen er niet mee omgaan en raken overprikkeld
behalve als hij/zij het zelf doet.
- houden van orde en structuur
- Ze begrijpen grapjes niet altijd goed als een ander die maakt.
- Ze hebben moeite met plannen en verder te kijken dan een dag
- Ze worden snel boos omdat hij/ zij iemand niet begrijpt
- Ze weten niet wanneer iemand boos, blij of sarcastisch is, kunnen mimiek niet goed 'lezen'
- Ruikt, voelt, hoort, ziet, proeft meer dan een ander
- Hebben moeite met grote hoeveelheid verbale informatie/ instructie. Schriftelijk of auditief. Is erg visueel ingesteld.
In mijn volgende blog en in mijn Ibooks zal ik mij vooral richten op de do’s en don’ts in het onderwijs en in de begeleiding van kinderen met Autisme.
Hoe kunnen we rekening houden met bovenstaande kenmerken?
Welke hulp kan geboden worden op bovenstaande hulpvragen/ kenmerken van deze kinderen.
De beperkingen zijn tevens de hulpvragen van deze kinderen en zo kan binnen het onderwijs gekeken worden welke oplossingen m.b.t deze punten geboden kunnen worden. Welke ondersteuning hebben ook de leerkrachten in de klas nodig bij deze begeleiding?
Passend onderwijs kijkt naar de mogelijkheden van de leerlingen, laten we daarbij ook rekening houden met de beperkingen die bij een diagnose horen. Zo kan elke leerling echt tot zijn/ haar recht komen.