06 460 74 116
    SMARTonderwijs
    • Home
      • SMART thinking
      • Samenwerkingen
      • Contact >
        • Disclaimer
        • klachtenregeling
        • Privacy
    • De boeken!
      • Recensies boeken
    • Communicatiekaarten
    • Scholingsaanbod
      • Online scholingsdagen
      • Webinars
      • Online Masterclass aanbod
      • Opties scholing over TOS
    • Artikelen
      • Blog
    • LINKS en downloads
      • HAND-OUT Deelnemers
      • SMARTlinks en filmpjes

    Smartonderwijs Blogs

    Een vol hoofd 'resetten'

    3/10/2017

    0 Comments

     
    Een leerlinggesprek is altijd weer een moment vol eyeopeners. Wat kunnen ze hun problemen goed 'verwoorden' als je de tijd neemt en echt luistert.
    Deze leerling is 15 jaar en zit op het VMBO. Hij heeft aan het eind van de dag zo'n vol hoofd dat er niets meer bij kan en hij niets meer wil vertellen. 
    Hij legt het zo duidelijk uit.

    " Juf mijn hoofd is net als mijn slaapkamer wanneer er een enorme bende is....... ik kan er dan ook niets vinden. ....dan moet ik ook zoeken".
    Hij is een tijdje stil en zoekt naar zijn uitleg......
    "Ik ben soms duizelig als ik een vol hoofd heb.......weet u wat ik doe als mijn hoofd helemaal vol is? Ik kan dan niet meer praten...... ik moet dan tijd hebben om te 'restarten'". 

    Hij staat op en loopt heen en weer door het kamertje waar wij zitten. Ik vraag hem niet om te gaan zitten en laat hem lopen en geef hem de ruimte om te zoeken, want dat lijkt hij te doen tijdens zijn loopje door de ruimte.

    "Als ik dan even kan doen wat ik leuk vindt..... dan kan ik op de 'resetknop' drukken..... Je restart je hoofd als je doet wat je leuk vindt........als ik thuis het beeldscherm opstart als ik uit school kom dan 'restart' ik........ dan loopt mijn volle hoofd leeg en kan ik alles vergeten............maar probleem is dat ik dan ook alles vergeet van wat er gebeurd is.... "

    Een gesprek van grote waarde...
    0 Comments

    TOS een onzichtbare handicap

    4/30/2016

    5 Comments

     
    Foto
    In de afgelopen maanden bleek tijdens mijn workshops dat er meer dan eens geopperd werd door deelnemers dat TOS een onbekend begrip was. Zo heb ik een paar keer de opmerking gehoord “voor deze workshop had ik nog nooit van TOS gehoord". Dit was voor mij meer dan verbijsterend.
    Is het echt zo dat deze problematiek in het onderwijs nog zo onbekend is?
    TOS (voorheen ESM) staat voor taalontwikkelingsstoornis.
    Bij TOS spreken wij van moeite met begrijpen van taal, lezen van taal en gebruiken van taal.
    • Woordvorming/ zinsbouw
    • Auditieve verwerking
    • Spraak/ klanksysteem
    • Woordenschat/ taalbegrip
    • Taalgebruik (pragmatiek)
     
    TOS is geen (nieuwe) problematiek van nu. TOS is geen ‘moderne’ stoornis. TOS is een niet erkende stoornis. TOS is een taalontwikkelingsstoornis in de breedste zin van het woord. TOS is een probleem met betrekking tot de communicatieve redzaamheid.
    TOS is een onzichtbare handicap en vaak maken wij de fout om bepaalde kenmerken die wij in de klas signaleren te benoemen als ongewenst gedrag:
    • ongemotiveerd
    • ongeconcentreerd
    • agressief, kort lontje
    • luistert niet, let niet op, weet nooit waar wij zijn in het boek
    • is een chaoot
    • kan het niveau niet aan
    • emotioneel jong
    • verlegen en teruggetrokken etc.
     
    Natuurlijk is er overduidelijk een relatie tussen problemen met de communicatieve redzaamheid en gedragsproblemen.
    Eenmaal bewust van de vragen die er zijn over wat is TOS en hoe herken ik dit in mijn klas, ben ik mij voor de daaropvolgende workshops gaan verdiepen in de prevalentie cijfers. Wat wordt er in de klas over het hoofd gezien? Klopt het dat het niet ‘gezien’ wordt bij jonge kinderen op school? Is TOS een problematiek waar men op school te weinig mee geconfronteerd wordt of weet men niet wat men moet herkennen en doen wij deze kinderen in hun schoolloopbaan veel te kort?
     
    Met schrik dacht ik terug aan mijn eerste jaren als IB-er zo rond 1990…. Toen werd er over dyslexie en ADHD vaak gezegd dat het een modern probleem was. Kinderen met een dyslexie verklaring in de klas of met een ADHD indicatie waren toen nog minimaal…. Wij moesten nog leren signaleren en er was onvoldoende kennis over deze problematiek. Hoe kan het dat in een tijd waar men van alles lijkt te weten in de klas over ADHD, autisme, dyslexie, dyscalculie er zoveel onbekendheid is over TOS.
     
    De feiten:
     
    -    Er zijn minstens zoveel kinderen met TOS als met ADHD.
    -    Er zijn veel meer kinderen met TOS dan met autisme.
    -    In elke klas van 30 leerlingen zijn er ongeveer 2 kinderen
         met een (TOS) taalontwikkelingsstoornis.
    -   TOS en dyslexie als co- morbiditeit: 40% (Spear-Swerling 2006)
         en 50% bij 8 jarige leeftijd dyslexie (de Bree ea, 2012).
     
    Prevalentiecijfers:
    • Taalontwikkelingsstoornis: 7,4% (Tomblin e.a., 1997, Bishop, 2010)             
    • Dyslexie 5% (Internationaal tussen 2 en 10 procent (Blomert, 2005)
    • Autisme spectrum stoornis: 1% (DSM-V, 2013)
    • ADHD: 5% (DSM-V, 2013)
    • TOS en ASS: 3,9%(Conti-Ramsdene.a., 2006)
           -    TOS en ADHD: 30%-20%, afnemend bij het ouder worden.(Redmonde.a., 2014)
     
    Deze cijfers liegen er niet om en het is dus zeker wenselijk dat er meer aandacht voor komt voor kinderen die echt lijden onder deze problematiek. Gedrag dat in de klas verkeerd geïnterpreteerd kan worden als ‘lui’, ‘ongemotiveerd’, ‘niet oplettend’ etc.
    Kinderen die zonder de juiste hulp en aandacht een negatief zelfbeeld opbouwen en lager zullen scoren dan dat ze met de juiste hulp zouden kunnen behalen. Eerlijke kansen in het onderwijs…
    Hoeveel van deze problematiek wordt er besproken op de PABO’s?
    Wordt er überhaupt aandacht besteed op de PABO’s aan het signaleren van problemen met betrekking tot de communicatieve redzaamheid?
    Voordat wij weer nieuwe aanpassingen gaan krijgen in het onderwijs, zoals 2 jarigen naar school sturen, moeten wij misschien eerst even de opleidingen onder de loep nemen van de mensen die wij met een goede bagage voor de groep willen plaatsen.
    Pas dan, wanneer de kennis van de mensen voor de groep meer gericht wordt op wat zij in de groep moeten ondersteunen zal het onderwijs 'passender' worden. Vanuit kennis (die niet alleen methodieken behelst) is er begrip en vanuit begrip en kennis kan men ondersteunen en onderwijs bieden aan die kinderen die met een hulpvraag aan het onderwijs deelnemen.


    ​
     
     


                                                                                                                                             

    5 Comments

    Het moet wel logisch zijn...........

    3/3/2015

    1 Comment

     
    Foto
    Gesprek met een leerling met TOS (Taalontwikkelingsstoornis)
    Deze week had ik een erg leuk begeleidingsgesprek met een leerling van bijna 16 jaar. Zijn cluster 2 indicatie is een forse spraak-taal problematiek oftewel TOS. 
    Deze jongen zit in de derde klas. Erg serieus met zijn school bezig, maar in de klas….en liever niet daarbuiten.

    De docenten geven ook aan dat deze jongen zonder problemen straks moet kunnen slagen, maar deze jongen ziet zelf zijn beren en eigenlijk is het ook niet irreëel wat hij ziet.
    Eenmaal thuis kan hij geen huiswerk meer maken en dat geeft hij ook heel goed aan. Zijn hoofd zit dan zo vol. Hij gaat dan naar zijn kamer, koptelefoon op en even niks. Aangezien het soms echt moet maakt hij wel als het opgegeven is zijn wiskunde, maar liever ook niet.

    Tijdens ons vorig gesprek hadden wij alle plussen en minnen van school en leren al in kaart gebracht in een web met groen en oranje. Heel overzichtelijk en deze leerling vindt dat ook erg prettig. Wat komt er veel uit tijdens zo’n gesprek. Hij geeft aan dat hij Engelse luistertoetsen erg moeilijk vindt en dat het vaak erg moeilijk is om zijn aandacht er bij te houden. Het is veel taal en vaak onderwerpen die hem niet interesseren. “Waarom doen ze dat?” vraagt hij, “ waarom onderwerpen waar wij niets aan vinden en die ons niet boeien?” Hij vervolgt: “ik heb zelfs voorgesteld dat de luistertoetsen gewoon drie verschillende onderwerpen zijn en dat we er dan eentje mogen uitkiezen, maar ja dat kan niet zeggen ze dan….” Persoonlijk vind ik dat voorstel dan niet zo raar…. 

    Wel heb ik een andere oplossing voor hem. Onze leerlingen van cluster 2 hebben met een TOS beschikking en dat wordt beschreven al zijnde een SH indicatie. Dat is een uitleg op zich. Doordat er problemen zijn met de auditieve verwerking van de talige informatie en er dus sprake is van een trage auditieve verwerkingsproblematiek zouden deze kinderen gebruik mogen maken van een visuele ondersteuning van de tekst. Dit kan aangevraagd worden bij de examencommissie van de school. De informatie die binnenkomt wordt op zich wel begrepen, maar er komt zoveel binnen dat het niet auditief verwerkt kan worden. De juiste kastjes in het hoofd worden niet gevonden om de informatie op te slaan en te bewerken. Deze leerling vertelt ook dat hij zo zijn best doet om goed te luisteren, dat het letterlijk niet meer lukt na een paar minuten, hij is dan de draad kwijt en geeft hij het op. Visuele ondersteuning biedt dan houvast bij het volgen van de auditieve informatie die als een stroom en complex binnenkomt. De informatie gaat dan niet meer in een hoofdweg naar de juiste plek in de hersenen, maar er zijn allerlei zijwegen waarin hij zoekt naar herkenning en geeft het dan op.

    Rekenen en wiskunde zijn voor hem een eitje. Zelf zegt hij ook: “toen ze mij testten op school had ik een hoog IQ voor alles wat niet met taal te maken heeft. Zo zonde dat mijn taalvakken nu bepalen wat ik wel en niet kan doen, want ik wil graag hoger dan een lage MBO”. Het klopt wat hij zei, de discrepantie tussen zijn verbale en performale IQ is bijzonder. Op de nonverbale intelligentie test (WNV-NL) scoort hij zelfs 118. 

    Als hij bij wiskunde de fout in gaat komt dat omdat hij zich enorm richt op de details in de opdracht, zelfs in de tekening die erbij zit. Dat is dus een aandachtspunt. 

    Daarnaast kon deze jongen mij vanmorgen in geuren en kleuren de stelling van Pythagoras uit leggen wat hij een bijzonder boeiende stelling vindt. Hij zegt hierover ; “als ik het logisch vindt dan snap ik het meteen, maar het moet gewoon logisch zijn”  

    Het enige vak waar hij onvoldoende voor staat is dus Nederlands. 

    Een fictie verslag maken………wat is het nut? vraagt hij.. Hij maakt liever een verslag over de visvangst of de visstand. Tja waarom zou dat dan ook niet kunnen. Deze kinderen met deze handicap hebben zo’n moeite met fictie.. Gewoon concreet, logisch en feiten daar kunnen ze wat mee. Mijn voorstel is dan ook aan de docent om dit verplichte ‘fictie’ verslag om te zetten in een ander verslag. Als hij maar een verslag kan schrijven. Zijn handicap/ belemmering is onzichtbaar, maar is er wel. Acceptatie van een handicap en samen naar een vervangende opdracht kijken dat is in dergelijke situaties een optie voor deze kinderen om succeservaringen op te doen. Gelukkig heeft hij op de school nu een RT-er die alles oppakt om hem te helpen met mijn adviezen.

    Nederlands is voor hem qua grammatica en qua ontleden een echt probleem. Hij wil graag voordat de les behandeld wordt in een tussenuur extra uitleg vooraf zodat hij de instruxctie in de les begijrpt. Deze jongen heeft zo’n goed beeld van zijn problematiek. Zo kwamen wij op het volgende probleem in zijn ogen…..de voegwoorden. “Hier kan ik echt niks mee”, vertelde hij.. “Waarom van twee zinnen 1 zin maken als ik het toch in 1 zin zeg. Het is niet logisch”. En dat vertelt hij bloedserieus.

    “Kent u dat? Voegwoorden? Ik snap er niets van…. Het is niet logisch en komt niet binnen. En wat een dom woord is ‘maar’….. Er komt altijd iets negatiefs of iets positiefs achter. Echt ik snap er niets van”. 

    Volgens mij begreep hij het dus prima! Dit vertelde ik hem ook en hij keek mij verrast aan. Tja zoals hij het mij uitlegde had de docent het vast niet beter kunnen doen. Toch op zijn hulpvraag ingaand, gaan we vragen of deze extra uitleg mogelijk is in een tussenuur, het geeft hem houvast en hij zit rustiger en meer ontspannen in de les.

    Aan het eind van het gesprek vertelde hij dat hij weer een logopedische screening had gehad en dat de logopedist hem ‘eigenwijs’ noemde. Hij had een vraag waarbij hij moest aangeven tussen welke seizoenen de ‘lente’ lag. Er waren twee juiste antwoorden, maar daar was hij het niet mee eens.

    Het juiste antwoord was , zo legde hij uit, tussen de winter en de zomer. Super onlogisch vond hij dat het andere juiste antwoord was tussen de herfst en de zomer. Zo onlogisch vond hij, want er lag ook een winter tussen en dat is dan niet ‘tussen twee jaargetijden’. Geweldig toch! Hierbij zie je hoe deze jongen goed wet te verwoorden wat de behoefte is van deze kinderen bij ‘complexe’ opdrachten.

    Bied structuur, helderheid en maak de taal niet te complex. 

    Hij was niet eigenwijs, hij was heel duidelijk over zijn belemmering en ik vind hem tijdens het gesprek gezond kritisch voor een puber. Reëel en kritisch en als je echt naar deze kinderen luistert en de tijd neemt wordt jezelf zoveel wijzer en het kind een stuk gelukkiger omdat hij of zij zich gezien voelt.

    Elk kind wil zich begrepen voelen, wil authentieke aandacht krijgen, respect krijgen en perspectieve geboden krijgen in opvoeding en onderwijs. Dan krijgen ze alle kans om zich optimaal te ontwikkelen.



    1 Comment

    In gesprek met het kind..........Passendonderwijs

    1/25/2015

    0 Comments

     
    Foto
    Passend onderwijs
    Gesprek met een leerling

    Vorige week had ik een gesprek met een brugklasleerling op het VMBO. Deze leerling begeleid ik. Het is een erg leuke, gemotiveerde knul met TOS 
    ( taalontwikkelingsstoornis) 
    Deze jongen doet het eigenlijk best goed op het reguliere onderwijs en komt van een cluster 2 school. De VO school haakt al sinds de eerste week meteen in op hulpvragen en drempels die ik tijdens gesprekken met deze leerling signaleer.

    Krijg ik tijdens mijn begeleidingsgesprekken de antwoorden die ik nodig heb voor een succesvolle begeleiding? Kan deze jongen met zijn TOS problematiek makkelijk op vragen reageren en antwoorden? 
    Welke vragen geven tijdens deze begeleidingsgesprekken nauwelijks of geen informatie?
    Vragen als "hoe gaat het op school?" ," zijn er dingen waar je tegen aanloopt?", "kan ik ergens bij helpen", zijn vragen die direct leiden naar  'ja' en 'nee' antwoorden. 
    Deze kinderen kunnen moeizaam hulpvragen formuleren, maar kunnen sowieso heel moeilijk talig op directe vragen reageren. 
    Het liefst hebben ze meerkeuze vragen. Deze kinderen scoren vaak erg hoog op Cito toetsen door de meerkeuze vragen en vragen waar gewoon 1 antwoord op gegeven moet worden. Toetsen waar talig op geantwoord moet worden leveren vaak veel problemen op, want zinsbouw en complexe zinnen formuleren is een probleem.

    Toch als je heel concreet vraagt in een gesprek en daarbij een 1 op 1 gesprek kaders geeft komen er verrassende en leuke antwoorden.

    Mijn oplossing is een vel papier en gekleurde stiften. 
    In het midden van het papier staat school en dan vraag ik heel gericht per vak.
    Bijvoorbeeld:
    - "Welk vak gaat echt top op het moment?" Dat bleek Frans te zijn. Zolang hij alleen nog meer woordjes hoeft te leren en vaste regeltjes gaat het goed en is dit vak een succeservaring. Zelf ben ik dan erg blij dat hij nog geen zinnen hoeft te formuleren in het Frans en deze goede start kan maken. De rest houden we wel in de gaten.
    - " Is er nog een vak dat zo goed gaat?" Dat was rekenen vertelde hij. Toen ik een rondje maakte langs enkele rekenkundige handelingen bleek dat hij moeite heeft met breuken.
    Een aandachtspunt dus. 
    - Toen wiskunde ter sprake kwam bleek dat hij door de onduidelijke vraagstelling in de toets niet wist wat hij moest doen. Hij durfde ook niet om uitleg te vragen, want gaf hij aan, dat mag niet tijdens de toets. Helaas had hij toen een onvoldoende. 
    - het goed volgen van de instructie gaat niet altijd goed en dan vraagt hij het aan een andere leerling.

    Er kwam veel uit ons gesprek naar voren, veel meer dan wanneer ik gewoon tegenover hem had gezeten en had gevraagd hoe het ging. 
    Hij bleek zelf al de  mindmap strategie toe te passen. Huiswerk kostte hem veel tijd omdat hij toch veel moeite heeft met Nederlands. De grammatica en taal toepassen bleek nog een fors probleem. Dat hoort ook bij zijn probleem, maar dat gaan we nu aandacht geven.

    Het was een erg leuk en verhelderend gesprek. Met deze concrete vraagstelling en het kaderen van wat hij vertelde werd duidelijk wat ik als zijn ambulant begeleider  aandacht kan schenken.
    Wat een aandachtspunt moest zijn gaf ik een andere kleur. Mijn leerling vond het wel handig om zo alles wat wij bespraken in een overzicht te zien. 

    Na ons gesprek heb ik het 'plaatje' voorgelegd aan de zorgcoördinator en deze ging direct met de hulpvragen aan de slag. Zo kunnen we zorgen dat onderwijs Passend is en dat deze jongen met een spraaktaalstoornis met succes het regulier onderwijs doorloopt.
    Over 3 weken heb ik weer een gesprek met hem en dan kijken we opnieuw naar de hulpvragen en hoe het gaat. Op deze manier hou ik een vinger aan de pols en kan ik op tijd aan de bek trekken. 

    Smartonderwijs leert aan leerkrachten, docenten, remedial teachers , intern begeleiders en andere begeleiders de verschillende technieken van het leerling gesprek. 
    Hoe luisteren wij naar het kind en hoe maken wij vanuit een betrokken houding en juiste vraagstelling onderwijs Passend voor die kinderen die extra hulp nodig hebben.

    0 Comments

    Auditieve verwerkingsproblemen, tips voor in de klas

    10/26/2014

    2 Comments

     
    Foto
    In mijn vorige blog hebben we besproken dat werkhoudingsproblemen een specifieke oorzaak kunnen hebben. We hebben de auditieve verwerkingsproblematiek (AVP) besproken, een probleem dat je vaak in combinatie ziet met andere leerproblemen en leerstoornissen.Bij deze kinderen zijn er problemen met het werkgeheugen en is er gerichte ondersteuning nodig.

    Wat kan je in de klas doen om deze kinderen toch een beetje op weg te helpen?Eigenlijk zijn deze tips voor de meeste kinderen waarbij leren niet vanzelf gaat een goed hulpmiddel. Ook dus bij dyslexie en dyscalculie. Vaak hebben de echte leerstoornissen een co-morbiditeit.
    Eigenlijk denk ik dat de meeste docenten en leerkrachten veel van de tips al toepassen en onbewust bekwaam zijn. Laat het dan zo zijn dat je na deze tips bewust bekwaam bent en collega’s op weg helpt.

    Bij het draaien van een volle klas met gemiddeld zo’n 20%- 25 % aan ernstige zorgleerlingen, zit je niet te wachten op een waslijst met tips of adviezen voor in het handelingsplan of OPP…….., maar haal er een paar uit en pas ze toe. Als je je een paar handelingen eigen hebt gemaakt kan je het altijd met een nieuwe tip uitbreiden.

    Belangrijkste tips voor je zelf:
    -       Leg voor je zelf de lat niet te hoog.
    -       Verwacht niet dat je de problemen kunt oplossen.
    -       Accepteer het als het bij een leerling niet lukt.
    -       Vier elk klein succesje!!! Weet dat vele kleine stapjes samen een grote stap zijn.
    -     Accepteer dat ook onze zorgleerlingen door gebeurtenissen die jij niet in de hand hebt een terugval kunnen hebben.
    -      Durf af en toe los te laten.
    -   Lach elke dag een keer met de hele klas. Doe elke dag iets leuks voor de kinderen naar huis gaan, lach met elkaar, je hebt aan 5 minuten genoeg.  

     Tips voor in de klas, het handelingsplan of OPP:
    Keywoorden zijn: visualiseren, meer tijd, kort, helder en structuur!
    ·        Accepteer het kind met zijn/ haar probleem. Erken het kind met zijn/haar probleem. Zorg voor een goede relatie met het kind.
    ·        Bewaak het emotioneel welbevinden. Bied het kind vooral succeservaringen door de begeleiding aan te passen. Het kind kan niet meekomen met de klassikale instructie en tempo. (tip: kwaliteitenspel voor kinderen)

    ·        Begeleiding:
    - Zet een kind met AVP-auditieve verwerkingsproblemen (of andere vormen van concentratie en werkhoudingsproblemen)  vooraan in de klas. Hou de ruimte tussen jou als spreker en het kind klein. De plek naast het raam en de deur vermijden i.v.m. omgevingsgeluiden. Dit zorgt voor afleiding. Bespreek samen met het kind de beste plek in de klas. Besluit het samen. 

    - Plaats de leerstof tijdens de uitleg in een context. Geef bij instructie zoveel mogelijk visuele ondersteuning. Vooral abstracte uitleg zoveel mogelijk visueel ondersteunen. Smartbord, natuurlijke gebaren, mindmap op het bord) 

    - Vat hoofdzaken samen. Herhaal instructie van een opdracht in het kort. Zet de hoofdzaken/ opdrachten op het bord (visualiseer). Korte en duidelijke uitleg. Vermijd bij klassikale instructie te veel grapjes en associaties bij instructie. Vermijd figuurlijk taalgebruik. Dit werkt verwarring bij het verwerken van de instructie voor deze kinderen. Besef dat het kind de instructie niet in zijn geheel kan volgen, hoe goed het zijn/haar best ook doet.

    -De kinderen komen tot een beter begrip door hardop te denken. Zoals 3 belangrijke dingen uit de tekst te benoemen die gelezen is. Of hardop praten in tweetallen. Kinderen verwerken meer informatie als ze er samen over praten dan er zelfstandig over moeten lezen.

     - Vraag het kind wat hij/ zij als eerste gaat doen of hoe hij/zij dat gaat doen. Vraag niet of de leerling weet wat het moet doen, want dan krijg je geheid het antwoord ‘ja’ als het ‘nee’ is. Hierbij heeft een instructie tafel zeker de voorkeur. Geef snelle feedback en regelmatige herhaling.

    -Geef de instructie of uitleg in stappen op papier als een soort spiekbriefje als dit mogelijk is.
    -Bied ezelsbruggetjes aan.

    - Leer het kind om hulp te vragen, vaak doen ze dat niet en blijven stil zitten. Maak er een afspraak over. Leer ze vooral ook dat ze fouten mogen maken.

    - Het kind heeft behoefte aan positieve ervaringen, geef complimentjes wanneer een opdracht goed opgepakt is. Directe feedback.

    - Biedt voor duidelijkheid en structuur zoals bijvoorbeeld een dagplanning op het bord. 

    -Ondersteun bij planning van het (huis)werk.

    - Het kan in een grote groep niet altijd, maar juist kinderen met concentratie en werkhoudingsproblemen hebben behoefte aan een rustige omgeving.

    - Overval de leerling niet met klassikale vragen. Zeg van te voren dat je aan de betreffende leerling een  vraag gaat stellen (benoem de vraag) en dat hij/ zij er even over na kan denken. Ze kunnen dan ‘op zoek’ naar de juiste verwoording en voelen zich niet overvallen. De informatie verwerking werkt trager en dus ook het verwoorden van het antwoord.

    -Luister naar het kind! Ga met het kind een gesprek aan over waar het kind tegen aan loopt. Werk met een 10- puntsschaal over schoolbeleving en schoolvakken. Er zal een wereld voor je open gaan. Laat een kind uitleggen waarom hij van alle schoolvakken rekenen een 7 geef en lezen een 4. Of waarom hij/ zij spelling een 4 geeft en buitenspelen een 9. Wat heeft het kind nodig om van het vak spelling een 6 te maken… Vraag dat aan het kind. Vraag of het kind ‘morgens met plezier naar school gaat. Vraag wat het is dat hij/zij met plezier gaat of misschien juist niet. LUISTER vooral. WEES ZELF NIET TE VEEL AAN HET WOORD. Voer deze gesprekken in korte zinnen. Geef het kind tijd om te antwoorden. Biedt structuur in het gesprek met de wie, wat, waar, wanneer en hoe vragen. Werk ze in alle rust 1 voor 1 uit. Het kind zal voelen dat wat hij/zij te vertellen is echt belangrijk is en dat hij/zij serieus genomen wordt.

    -Bied de kinderen ook handvatten bij het leren van de zaakvakken. Leer ze de stof eigen te maken door erover te vertellen, de wie, wat, waar, wanneer en hoe vragen te gebruiken, de stof in mindmaps uit te werken en op die manier het werkgeheugen te trainen.

    - Zorg dat je de aandacht hebt/ vasthoudt bij instructie van juist deze kinderen.
    Maak oogcontact, spreek niet luider maar spreek altijd duidelijker, pauzeer tussen zinsdelen.
    Vertraag het spreektempo, pas de inhoud aan (gebruik niet te lange zinnen met veel voegwoorden, associaties ed.) Las pauzes in kinderen kunnen zich echt niet meer dan 20 minuten concentreren op verbale instructie, voor veel kinderen is dit al te lang. Geef tussendoor opdrachten. Er is sprake van een vertraagde informatie verwerking.

    -Spreek met het kind af hoe lang hij/zij geconcentreerd moet werken en spreek af wanneer het een loopje mag maken wanneer het te moeilijk wordt. Gebruik bij de afspraak m.b.t. de taakhantering een hulpmiddel(kleurenklok, timetimer, zandloper).

    Geef het kind deelopdrachten. Dit maakt het voor het kind ook overzichtelijker.

    -Beloon direct wat goed gaat, ook als een deel niet goed gaat, heb oog voor wat wel goed gegaan is.

    •             Compensatie kan bij veel problemen wenselijk zijn:
                   - hulpmiddelen (zoals laptop)
                   - instructie stap voor stap
                   - bied pre-teaching, dit biedt succeservaringen in de klas en is geen achteraf 
                    lapmiddel.
                   - overhoor apart, geef extra tijd   
    •             Dispenseer: 
                   - minder oefeningen. Spreek met de leerling af wat hij/zij in een bepaalde tijd wel af kan krijgen. Zorg dat er succeservaringen zijn. Vraag je zelf af wat het doel is:  wordt de leerstof begrepen, of wil je weten hoeveel een kind kan in een bepaalde tijd?

    Don’ts
    -Ontneem de kinderen als ze het werk niet afhebben niet hun pauze of de vrijdagmiddag met de leuke vrije activiteiten. Je straft ze dan in feite voor wie ze zijn. Zoek een andere oplossing in minder opdrachten of een gestructureerde taakaanpak.
    -Ga er niet van uit dat ze niet opgelet hebben. Lees hiervoor mijn Blog hiervoor.
    -Verwacht geen zelfstandige planning
    -Vergelijk ze niet met andere klasgenootjes, leeftijdgenootjes

    Thuis is het werkgeheugen erg goed te trainen met spelletjes als 
    Ik ging op reis en nam mee….
    Ik doe boodschappen en haal….
    Ik ging naar de dierentuin en zag…….

    Help thuis met het leren van het huiswerk zoals hier boven ook staat beschreven voor in de klas. Bespreek met de leerkracht wat eventueel extra aandacht verdiend. Maar ook hier geldt, deze kinderen spannen zich op school enorm in en hebben ook hun rust nodig en ontspanning.
    Ook wij willen thuis niet altijd doen wat we op ons werk niet afkrijgen omdat we overvraagd worden.

    De belangrijkste tip in deze lange reeks is:

    Bewaak het emotioneel welbevinden. Eenmaal geknakt is het zo moeilijk om een positief zelfbeeld terug te vinden. Leg daar de grootste zorg voor onze zorgkinderen.

    2 Comments

    TOS het onbekende probleem

    6/3/2014

    0 Comments

     
    Foto
    TOS is de afkorting van Taalontwikkelingsstoornissen. Sinds februari 2014 is deze term de officiële vervanger voor ESM, oftewel ernstige spraaktaalproblemen.

     Er is in onze maatschappij en op de scholen veel aandacht voor dyslexie, dyscalculie, ADHD, autisme etc. Hoe gaan we met deze problematieken oftewel ‘stoornissen’ om binnen Passend onderwijs? Hierbij vergeten we een problematiek die minstens zo veel voorkomt en voor veel problemen zorgt. Of anders gezegd, we herkennen deze problematiek vaak niet.

     De kinderen met een taalontwikkelingsstoornis worden vaak met een heel andere problematiek geassocieerd. Vaak wordt er gedacht aan dyslexie, gedragsproblemen, concentratieproblemen of zelfs een lage intelligentie.

     Een voorbeeld uit de praktijk, een leerling die ik begeleidde….

     Deze Marokkaanse jongen van 12 jaar had wel al een cluster 2 indicatie, zijn spraaktaal problemen waren wel herkend. Zowel in de Nederlandse taal als in de taal van zijn ouders kon hij zeer moeizaam communiceren. Geboren en opgegroeid in Nederland. Toen de basisschool school deze jongen voor verder onderzoek aanmeldde vanwege zijn spraak-taalproblemen en problemen in de communicatieve redzaamheid werd er zoals gebruikelijk een intelligentietest afgenomen. Deze jongen scoorde op de WISC-III-nl een TIQ van 69. Er was een grote discrepantie tussen de verbale en performale schalen.

     Aangezien bij deze jongen op de testen van de logopedische screening een duidelijke spraaktaal ontwikkelingsachterstand te concluderen was heeft deze jongen zijn indicatie voor cluster 2 gekregen voor hij naar het VO ging. Hij ging naar het praktijkonderwijs en ik werd zijn ambulant begeleider.
    In dat eerste schooljaar moest hij een rekentoets van de Cito (E6) maken voor een niveau bepaling. Hij vroeg mij hoe hij deze toets kon maken als hij nog nooit breuken had gehad en procenten. Ik legde hem uit dat hij die mocht overslaan. Maar dat wilde hij niet…. Hij wilde het ook leren. Ik gaf aan dat ik hem er wel bij wilde helpen.
     Na tien bijeenkomsten kon deze jongen de breuken feilloos maken en waren we op weg met de procenten.
     Dat verbaasde mij bij dit intelligentie profiel. Ik wilde een nieuwe test, maar dit keer (zoals ik zo vaak bepleit bij deze kinderen) een non-verbale intelligentie test Wisc WNV-NL. Deze keer kwamen we op een non-verbale intelligentie van 105….. een erg groot verschil.
     Deze jongen is in het tweede jaar dus doorgestroomd naar het VMBO BBL en heeft nu een diploma.


     Wat ik hiermee wil aangeven is dat de kinderen met TOS problematiek vaak helaas niet ‘herkend’ worden en dit een onbekend probleem is, daarnaast is het ook een gegeven dat bij onderzoek deze kinderen met een grote taalontwikkelingsstoornis, vaak getest worden met talige toetsen. Vraag is of we dan een juist beeld krijgen van de mogelijkheden van deze kinderen.

     In de hersenen van kinderen/ mensen met TOS lopen de verbindingen tussen hersengebieden anders, waardoor taal minder goed wordt verwerkt. Dit is een problematiek die natuurlijk ook de oorzaak is bij andere stoornissen zoals Dyslexie, ADHD, Autisme etc.

     Kinderen met Dyslexie hebben op het gebied van het leren van klanken en woorden, het auditieve geheugen, het fonemisch bewustzijn overeenkomstige problemen als kinderen met TOS.

     Kinderen met TOS kunnen veel kenmerken van ADHD vertonen door bijvoorbeeld de onrust van alle auditieve en talige prikkels die niet vlug genoeg in het juiste ‘laatje’ verwerkt kunnen worden. Zo kunnen deze kinderen ook de clown gaan uithangen.

     Kinderen met TOS en autisme zijn die kinderen met veel problemen in de communicatieve redzaamheid.

     Toch dient TOS niet verward te worden met Dyslexie, stotteren, autisme of een algemene taalachterstand. Wel kunnen deze problemen gezamenlijk aan de orde zijn als co morbiditeit.

     Wat zijn belangrijke signalen bij een Taalontwikkelingsstoornis en reden om verder onderzoek aan te vragen:

     -        Een lage/geringe woordenschat
     -        Woordvindingsproblemen
     -        Slecht verstaanbaar
     -        Geen goed lopend verhaal kunnen vertellen
     -        Veel fouten bij het maken van zinnen
     -        Of spreken in erg korte zinnen
     -        Vaak niet begrijpen van andere kinderen
     -        Lijkt vaak niet te weten wat hij/ zij moet doen
     -        Lijkt niet te luisteren
     -        Is erg stil en spreekt weinig
     -        Boos of gefrustreerd als het niet begrepen wordt
     -        Vaak alleen of terug getrokken gedrag
     -        Niet deelnemen aan kringgesprekken


     In mijn volgende blog wil ik aandacht schenken aan TOS problemen en Dyslexie en de hulpmiddelen die bij deze problematieken kunnen helpen bij het volgen van het regulier onderwijs.





    0 Comments

    Tablets in het onderwijs

    1/26/2014

    0 Comments

     
    Foto
    Onlangs heb ik tijdens een observatie op een school een behoorlijke verschuiving gezien in het onderwijs.

    Ik mag dan geen 30 meer zijn, maar voor wat betreft mijn digitale paspoort ben ik toch zeker gevorderd en werk ik met alle social media, gebruik ik alles waar I voor staat (Ipod, Ipad, Ihone) en kan ik mezelf zeker behendig op de computer noemen.
    Natuurlijk vind ik dat dit in het onderwijs thuis hoort. Zeker zie ik ook de meerwaarde hiervan.
    Toch zag ik tijdens deze observatie ruim  een uur onderwijs met een tablet, waarbij  ik mij afvroeg of het ook geen verschraling van onderwijs kan worden en mogelijk zelfs kan zorgen voor leerproblemen als we geen middenweg volgen.

    Er werd in groep 4 een taalles aangeboden via het Smartbord. De kinderen zaten aan hun tafeltjes met de tablet in handen. De gordijnen dicht omdat het zonlicht ervoor zorgde dat het Smartbord niet goed te zien was. Een bekend probleem.  Via het Smartbord werd uitgelegd hoe ze met deze taalles het werkblad op de tablet moesten maken. Geen zinnen formuleren, maar puur A,B of C aantippen. De leerkracht  ‘swipete’ de pagina’s over het Smartbord.
    Dit werd gevolgd door een rekenles. De kinderen moesten sommen maken waarbij ze de juiste cijfers moesten slepen naar de som.
    Een kind kon niet meer meedoen omdat de tablet aan de oplader moest. De kinderen zaten met de tablet in 1 hand en de andere hand tipte de juiste antwoorden aan. Deze observatie was ruim een uur. Een paar kinderen lagen half op tafel en bij het verwerken van de opdracht tipten ze verveeld op de tablet.
    Ik heb geen papier, schrift, pen of potlood tijdens deze les gezien. Ook niet m.b.t. strategiehantering bij de rekenles. Hoe reken je de som uit? De leerkracht  had wel bij de uitleg genoemd hoe ze in stapjes moesten optellen en aftrekken, er werd verder geen kladblaadje gebruikt.

    Hoe werken onze hersenen?
    De linkerhersenhelft is goed met cijfers, lineariteit, lijsten , schema’s, volgorde, logica goed met letters en losse woorden. Alles wat letterlijk opgevat kan worden.

    De rechterhersenhelft ziet het als een verhaal. Deze hersenhelft is goed met kleuren, ritmiek, bewegen, emoties, voorstellingsvermogen, dagdromen, muziek, ruimtelijke oriëntatie en verbanden leggen.

    Onze rechterhersenhelft kan zo veel, maar wordt zo weinig gebruikt voor het verwerken of aanleren van informatie. Deze hersenhelft wordt de Slapende Reus genoemd (‘Leer mindmappen – Ed van Uden)
    De kracht van de rechterhersenhelft is van groot belang bij het inslijpen en verwerken van informatie. Het is belangrijk dat we deze Reus dan ook prikkelen en wakker maken bij het bieden van het onderwijs.

    Neuronen zijn hersencellen die in het brein zitten. Via dendrieten maken de neuronen contact, oftewel verbinding met elkaar. Dat noemen we Leren.  Dat werkt het best als de rechter- en de linkerhersenhelft dus die verbindingen met elkaar hebben. Wanneer wij, in het onderwijs dat wij dagelijks geven, zorgen dat deze verbinding gemaakt wordt, spreken  wij over optimaal onderwijs bieden.

    Voor de rechterhersenhelft hebben we vooral onze motoriek nodig. Onze motoriek zorgt ervoor dat we bewegen en dat we bijvoorbeeld ritmiek gebruiken bij het aanleren van reeksen.
    Waarneming en handeling zijn sterk gekoppeld. Je neemt beter waar als je tegelijkertijd een samenhangende handeling uitvoert. Denk maar aan de tafels die beter aangeleerd worden als je ze zingt of touwtje springt.
    Het maken van een Mindmap met kleuren en plaatjes laten je de stof van bijvoorbeeld een geschiedenisles beter onthouden. Deze kan je ook op de computer maken, maar een Mindmap maken door zelf te schrijven, zelf te tekenen en zelf op het papier creëren, maakt dat de hersenen dit sneller opslaan en dat de leerstof sneller beklijfd. Het maakt dat er een verbinding in de hersenen wordt gecreëerd.

    Wie herinnert zich nog de Duitse rijtjes van vroeger? An , auf, hinter, neben , inn….. op ritme aangeboden, vergeten doe je ze niet meer.

    Wat gebeurt er dus als we niet meer schrijven (of veel minder) en meer op de tablet typen of aantippen?

    Kinderen leren vooral van werkelijk contact met mensen, van echte ervaringen en niet van beeldschermen. Sociale ervaringen en emotionele ervaringen leer je niet op een computer.
    Vooral het schrijven is erg belangrijk voor de leesontwikkeling van kinderen. Om ze in te slijpen moet je ze tekenen met je eigen handen. Dan onthoud je ze, zo werkt het brein. De rechterhersenhelft is hier onmisbaar in.
    Kinderen leren onderscheid te maken tussen letters door ze te schrijven, door de vorm van de letters te ervaren. Dit geldt ook voor de positie van de cijfers in grotere getallen. Door ze zelf  te schrijven leer je wat de positie is van de ‘ honderdtal’ , de ‘tiental’ en de ‘losse’ .

    Tijdens het leren schrijven van een letter, wordt er een soort beschrijving van de specifieke beweging die moet worden uitgevoerd voor de letter opgeslagen in de hersenen. Dit komt vanzelf weer in werking als je dezelfde letter opnieuw wil schrijven. Het wordt ingeslepen met de fijn motorische handeling. Typen heeft deze relatie niet met de vorm van de letters.

    Uit een ander onderzoek (James en Engelhardt, 2012)  bleek vervolgens dat kinderen die hadden geleerd de letters met de handen te schrijven een meer volwassen hersenactiviteit hadden dan de groep kinderen die ze geleerd hadden door er passief te bekijken en via letterherkenning aanleerden. Het schrijven van de letters activeert het hersengebied.
    Zelf merk ik ook dat mijn handschrift verslechterd is door het vele typen. Mijn fijne motoriek is op dat punt zeker achteruit gegaan. Uit onderzoek (Sulzenbruck et al. 2011) is ook gebleken dat meer typen en minder schrijven niet alleen het schrijven beïnvloedt, maar ook andere gerelateerde basale motorische vaardigheden.

    Bovenstaande onderzoeken hebben uitgewezen dat schrijven met de hand andere effecten heeft op de verschillende cognitieve functies  dan typen op een toetsenbord.
    Bij het lezen, het herkennen van letters maken onze hersenen gebruik van de opgeslagen informatie (van de motorprogramma’s ) over de letters die bij het schrijven van de letters zijn aangeleerd. Deze motorprogramma’s ontwikkelen kinderen niet of zeker minder wanneer ze de letters typen.

    Tablets kunnen we in het onderwijs niet wegdenken en ook niet tegen gaan en dat moeten we ook niet doen en niet willen. Het is niet weg te denken uit onze maatschappij en onderwijs
    Wel moet er aandacht blijven voor alle andere aspecten die bij goed onderwijs horen. Kennis over hoe informatie verwerking eigenlijk gaat. Hoe verwerken de hersenen informatie en hoe slaan ze het op. Moeten we de kinderen uren achter elkaar achter een beeldscherm willen hebben?

    Leerstof volgt een andere weg in de hersenen dan alleen via de linkerhersenhelft. De rechterhersenhelft is de meest  krachtige bron en motor die er voor zorgt dat de leerstof snel en door toe te passen opgeslagen wordt.

    Kinderen met dyscalculie, dyslexie, spraak-taal problemen en vele andere leerproblemen hebben juist deze extra ondersteuning vanuit de rechterhersenhelft nodig.



    0 Comments

    Dyslexie in het voortgezet onderwijs

    3/7/2013

    0 Comments

     
    Foto
    Vanuit kennis een oplossingsgerichte aanpak.


    Dyslexie wordt helaas soms pas in het voortgezet onderwijs ontdekt. Dat is mogelijk als het op de basisschool niet is herkend, wat zeker ook mogelijk is als de leerling door een goede intelligentie de problemen wist te omzeilen of te camoufleren. Een goede warme overdracht vanaf de basisschool is wenselijk en ‘een nieuwe start’ met dyslexie is helaas niet mogelijk.
     
    Kinderen met dyslexie vallen in het VO op, omdat ze opeens veel nieuwe woorden moeten leren in verschillende talen en in het Nederlands. Voor het begrijpen van
    teksten is er (met betrekking tot de leeswoordenschat) een tekstdekking van
    minimaal 80% nodig. Zo is het voor Engels noodzakelijk dat er een basiswoordenschat is van de eerste 2000 meest frequente woorden. Het is van belang dat dit wordt aangeleerd om die 80% tekstdekking te ontwikkelen voor het begrijpen van de teksten die men in de leergangen van de VO lesboeken tegenkomt. Voor kinderen met dyslexie en/of ernstige spraaktaal moeilijkheden moet er geïnvesteerd worden in deze basiswoordenschat.
      
    Engels is een verplicht vak in het VO en levert voor dyslectische kinderen een bijkomend probleem op. Deze kinderen hebben problemen met het fonemisch bewustzijn. De 44 klanken van de Engelse taal kunnen door meer dan 250 tekens worden weergegeven. In het Engels kunnen dezelfde lettercombinaties heel anders
    uitgesproken worden (have-slave) en dezelfde klanken kan je anders schrijven, er zijn 1000 verschillende schrijfwijze (meet-meat). Spellend lezen is dan niet effectief.
    Ook voor de andere talen geldt dat er gericht gekeken moet worden op welke manier er
    aan de leerling ondersteuning en hulp geboden kan worden.
     
    Dyslexie vormt een belemmering voor het leren van alle vakken waarbij gelezen moet
    worden. Bij bètavakken als rekenen en wiskunde speelt dat op verschillende manieren een rol. Zo worden de opgaven vaak in de vorm van tekst aangeboden. Dit zijn de 'redactie' opdrachten.
    Hierdoor gaat veel energie zitten in het technisch lezen van de opdracht en blijft er (te) weinig aandacht beschikbaar voor de inhoud.
     
    Het onthouden van rekensymbolen en van feiten zonder context (het onthouden van
    woordbeelden) is vaak lastig voor deze leerlingen.
    Zo zien we ook dat dyscalculie (hardnekkige problemen met het automatiseren van de
    basisfuncties van het rekenen) vaker bij leerlingen mét dyslexie dan zonder dyslexie voorkomt.
     
    Leerlingen met dyslexie en/of TOS (taalontwikkelingsstoornis) hebben gerichte specifieke hulp nodig in het VO waarbij er op elk vakgebied gekeken moet worden wat de hulpvraag is van deze leerling en hoe deze oplossingsgericht aangepakt kan worden. Er zijn veel mogelijkheden op
    het gebied van ondersteuning, compensatie en dispensatie. Vanuit elk vakgebied
    kan er naar een oplossing gezocht worden om succesvol deel te nemen aan het bij
    het kind passénd niveau in het voortgezet onderwijs. Voor het examen zou elke school opde hoogte moeten zijn van artikel 55.
    http://www.examenblad.nl/9336000/1/j9vvhinitagymgn_m7mvi7dmy3fq6u9/vivilb2rtyx4


    0 Comments

      Bernadette Sanders

      Met SMARTonderwijs wil ik hulp bieden aan die groep kinderen, die met hun problemen een weg proberen te vinden om zich staande te houden in het onderwijs en in onze 'verwachtingsvolle' maatschappij.

      Door scholing te verzorgen en handvatten te bieden aan leerkrachten en docenten teams hoop ik een bijdrage te kunnen leveren aan het 'passend onderwijs' waarin kinderen met een hulpvraag een plek moeten zien te vinden.

      Archief

      Maart 2018
      Januari 2018
      December 2017
      Maart 2017
      Januari 2017
      December 2016
      Oktober 2016
      September 2016
      Augustus 2016
      Juni 2016
      April 2016
      Maart 2016
      September 2015
      April 2015
      Maart 2015
      Februari 2015
      Januari 2015
      November 2014
      Oktober 2014
      September 2014
      Juni 2014
      Mei 2014
      April 2014
      Februari 2014
      Januari 2014
      Oktober 2013
      September 2013
      Augustus 2013
      Maart 2013

      Categorieën

      Alles
      ADD
      ADHD
      Agenda
      Autisme
      AVP
      Basisonderwijs
      Belemmering Schoolsucces
      Coaching
      Communicatie
      Communicatieve Redzaamheid
      Doelen
      Doelstellingen
      Dyscalculie
      Dyslexie
      Executieve Functies
      Externaliserend Problemen
      Faalangst
      Frustratie
      Gedrag
      Gedragsproblemen
      Huiswerk
      Huiswerkplanner
      Hulpvraag
      Instructie
      Internaliserende Problemen
      Kwetsbaarheid
      Leerkracht
      Leerling
      Leerlinggesprek
      Leerproblemen
      Magister
      Motivatie
      Negatieve Spiraal
      Onderpresteren
      Onderwijs
      Onderwijsprofessionals
      Ongewenst Gedrag
      Onmacht
      Onvermogen
      Organiseren
      Passendonderwijs
      PDD-nos
      Pesten
      Plannen
      Planner
      Puberbrein
      Pubers
      Rekenproblemen
      Schrijfmotorisch
      SMART
      Sociaal- Emotioneel
      Taalontwikkelingsstoornis
      Taalproblemen
      Taalstoornis
      Tablets
      TOS
      Voortgezet Onderwijs
      Welbevinden
      Werkgeheugen
      Werkhouding
      Zelfbeeld

    Over SMARTonderwijs


    Contact
    Aanbod
    Lid  NVO
    Geregistreerd bij Registerleraar.nl als aanbieder.
    CRKBO geregistreerd docent

    Smart-Thinking
    Algemene voorwaarden
    ​Klachtenregeling
    ​Privacyverklaring

    Disclaimer
    ​


    SMARTPages


    SMARTlinks
    Samenwerkingen
    Artikelen 
    ​Downloads
    Scholingsaanbod
    Consultaties
    SmartThinking
    Communicatiekaarten
    Boeken
    Recensies boeken
    Deelnemers Hand-out
    ​Home




    ​ 
    ​

    Als leren niet vanzelf gaat ...
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Photo used under Creative Commons from Ministère du Travail, de l'Emploi et de la santé
    Back to top