Er kwamen protocollen voor scholen en voor het VO betekende dit ook regels gericht op toetsen en examens en aandacht voor de mogelijke faciliteiten voor leerlingen met dyslexie. Er was terrein gewonnen m.b.t. tot begrip. Er kwamen dispensaties en compensaties. Leerlingen met Dyslexie kregen een luisterend oor voor hun hulpvragen en als het goed is worden zij gezien en gehoord. Toch?
Het lijkt alsof wij voor TOS opnieuw een slag moeten gaan leveren. TOS als onbekend begrip en net als dyslexie als een onzichtbare handicap. TOS betekent een taalontwikkelingsstoornis, een probleem op het gebied van de schriftelijke en mondelinge communicatie.
Kinderen met een TOS hebben op school duidelijke hulpvragen die gehoord moeten worden om zo hun schoolcarrière met succes te kunnen doorlopen. Wat hoor ik nog vaak op workshops en lezingen dat men nog nooit gehoord heeft van een TOS. En dat terwijl 5% van de leerlingen een TOS heeft.
Ook voor kinderen met problemen m.b.t. de communicatieve redzaamheid bestaat er een protocol. http://www.simea.nl/dossiers/algemeen-speciaal-onderwijs/protocol-aanpassing-omstandigheden-toetsen-examens/
Dit protocol is er speciaal voor auditief en/of communicatief beperkte leerlingen.
“Het protocol toetsen en examens is bedoeld om helderheid en eenduidigheid te creëren voor leerlingen met een auditieve en/of communicatieve beperking in het voortgezet (speciaal) onderwijs en in het MBO. Vanwege hun beperking zijn deze leerlingen aangewezen op aanpassing van de omstandigheden bij afname van toetsen en examens. Zonder het niveau van de toets of het examen aan te tasten”. (Simea)
In verschillende blogs heb ik al uiteengezet wat een TOS is en ik hoop steeds meer onderwijsprofessionals te bereiken op deze wijze.
Afgelopen week kreeg ik een mail van een moeder die aangaf hoe ze tegen het onbegrip van de school van haar zoon aanliep.
Deze brugklasleerling heeft veel moeite met het op papier zetten van taal. Hij weet de antwoorden en geeft dan ook antwoorden die meteen uit de kern bestaan, maar geen zinnen. Hij krijgt dan punten minder omdat de antwoorden niet in volledige zinnen worden gegeven. Dit was het geval bij een biologietoets. Wat toetsen wij dan bij biologie…de kennis omtrent het onderwerp of een Nederlandse taalvaardigheid?
Toen ik de antwoorden zag op zijn toets, die zijn moeder als bijlage aan mij stuurde, kon ik niet anders dan aangeven dat het de juiste antwoorden zijn, alleen de volledige zinnen ontbraken.
Je als docent afvragen wat je precies wil toetsen met een bepaald vakgebied zou al een verschil kunnen betekenen.
Deze moeder wist ondertussen al veel meer over TOS dan menig docent. Zij had al een traject met haar zoon op de basisschool achter de rug. Moeder had de indruk dat school hen niet als ervaringsdeskundigen zagen, maar als lastige en zeurende ouders.
De kennis van ouders moet en mag je nooit onderschatten, zij kennen hun kind immers het beste. Luister naar wat zij aangeven als mogelijke oplossingen of oorzaken van problemen. Zij hebben het traject immers al doorlopen. Zie de ouders als partner, dat is ongelooflijk belangrijk voor goed en voor passend onderwijs!
Deze moeder schreef een mail naar de school en omschreef duidelijk en helder het probleem van haar zoon.
Moeder schreef het volgende aan school en dit lijkt mij een heldere uitleg, hier hoef ik even niets aan toe te voegen:
" Het valt mij op dat hij het allemaal prima weet, maar het komt er niet goed uit. Hij geeft ook niet geen antwoord op de vragen......hij geeft een niet volledige en te korte omschrijving.
Dit doet hij ook mondeling, alhoewel er dan wel iets meer door hem gezegd wordt.
Het frustreert hem zelf wel. Want hij weet alles wel, volgens hem, maar hij haalt er toch de cijfers niet naar. Hij denkt ook steeds dat hij het goed gemaakt heeft.
Het lijkt net of hij in dat opzicht gevangen zit in zijn hoofd.....de kennis is er wel maar de uitvoering laat te wensen over........."
Als er sprake is van TOS, is het verwerven van spraak en/of taal, kennis en (sociale) vaardigheden niet vanzelfsprekend.
Kenmerken van TOS:
1. Ernstig beperkt vermogen om wederkerig te communiceren.
2. Vertraagde verwerking van informatie en instructie en een zwak taalbegrip.
3. Moeite zich begrijpelijk uit te drukken.
4. Beperkt inzicht in alle aspecten van taal en het vermogen dit te kunnen toepassen
5. Oververmoeidheid.
6. Mogelijk bijkomende problematiek: - dyslexie en dyscalculie.
- psychische problemen, sociaal isolement.
Problemen en knelpunten bij examens en formele toetsmomenten:
- Zich verstaanbaar maken bij mondelinge toetsen.
- Zich begrijpelijk uitdrukken; problemen op het gebied van woordvolgorde en zinsbouw, beperkte woordenschat.
- Beantwoorden van vragen, juist formuleren van antwoorden, woordvindingsproblemen.
- Luisteren, verwerken van auditief aangeboden informatie.
- Tekstbegrip; moeite om teksten te begrijpen, kernbegrippen uit de tekst te halen.
- Geheugen, moeite met langere, samengestelde zinnen. moeite het met onthouden van strategieën (werkgeheugen).
- Werktempo, meer tijd nodig om informatie te verwerken.
- Moeite met verhaalopbouw, verwoorden. Hanteren van de juiste grammaticale regels.
Bernadette Sanders, orthopedagoog.