06 460 74 116
    SMARTonderwijs
    • Home
      • SMART thinking
      • Samenwerkingen
      • Contact >
        • Disclaimer
        • klachtenregeling
        • Privacy
    • De boeken!
      • Recensies boeken
    • Communicatiekaarten
    • Scholingsaanbod
      • Online scholingsdagen
      • Webinars
      • Online Masterclass aanbod
      • Opties scholing over TOS
    • Artikelen
      • Blog
    • LINKS en downloads
      • HAND-OUT Deelnemers
      • SMARTlinks en filmpjes

    Smartonderwijs Blogs

    Leer kinderen in vertrouwen kwetsbaar te durven zijn

    8/5/2016

    1 Comment

     
    Foto

     
     



    Wie durft zich kwetsbaar op te stellen? Wat betekent dat.'...je kwetsbaar opstellen'?


    Het betekent dat je jezelf bloot durf te geven, je durft je al handelend onzeker te voelen.
    Hoe moeilijk is het dan om in jezelf te blijven geloven?
     
    Kwetsbaar zijn wij vooral in de communicatie. In de communicatie met en naar anderen.
    Wanneer kunnen wij ons kwetsbaar voelen in de communicatie?
     
    • Wanneer je niet goed weet hoe je je gevoelens moet verwoorden.
    • Wanneer je boos of verdrietig bent.
    • Wanneer je voor een groep mensen spreekt.
    • Wanneer je jezelf moet uitdrukken in een andere taal en dit graag goed wil doen.
    • Wanneer je jezelf moet voorstellen in een ‘voorstelrondje’.
    • Wanneer je gekwetst of boos bent.
    • Wanneer je niet op woorden kan komen.
    • Wanneer je stottert.
    • Wanneer je iets moet vertellen waar je je voor schaamt.
    • Wanneer je met mensen spreekt die je nog nooit gesproken hebt.
     
    En zo zijn er nog tientallen momenten die je mogelijk ook zelf kan bedenken.
     
    - Niet dom zijn, maar je dom voelen…..Wie herkent niet dat gevoel als je iets aan het vertellen bent, bijvoorbeeld tijdens een uitleg en je kan niet op een belangrijk woord komen. Wie hakkelt en stottert niet af en toe?
     
    - Wie heeft zich nog nooit kwetsbaar of onzeker gevoeld tijdens een vergadering, wanneer je iets gevraagd wordt of wanneer je een mening moet geven of een stelling of idee moet verdedigen?
     
    - Wie voelt zich niet stuntelig in een andere taal wanneer je heel graag iets wil verwoorden en dat graag perfect doet?
     
    - Wie voelt de adrenaline stromen in een voorstelrondje en weet dat je zo aan de beurt bent en dan moet jij vertellen wie je bent?
     
     Misschien herken je een of meer van deze punten. Misschien herken je dan de kwetsbaarheid en de onzekerheid. Wie vindt het geen probleem om zich kwetsbaar op te stellen in de communicatie? Wie durft daarin geheel zichzelf te zijn en alle verwachtingen die er zijn aan de kant te schuiven? Velen onder ons hebben hier last van.
     
     Wij zijn net terug van een vakantie op Corfu en in ons favoriete restaurantje werd elke avond door de eigenaar gevraagd wat wij die dag gedaan hadden. Ik kan op de een of andere manier de ingewikkelde plaatsnamen niet onthouden. Wij zagen ook zoveel. Wat voelde ik mij dom als ik het niet kon vertellen, maar wij vertelden wel met handen en voeten wat wij gedaan hadden. Ik vond een oplossing… de avonden erop namen wij het boekje mee van Corfu en de kleine landkaart. Zo kwamen wij verder.
     
     Wat maakt dat wij ons niet meer kwetsbaar durven opstellen.... ?? Is het schaamte, een gevoel van we doen het toch niet goed genoeg? Is het angst voor kritiek, angst om uitgelachen te worden, om fouten te maken? Zijn wij bang om ons minderwaardig te voelen? 
     Nu heb ik het in bovenstaande vooral over volwassenen. Maar hoe zit het met kinderen en dan ook vooral kinderen met leer- en gedragsproblemen? Kinderen met een taalontwikkelingsstoornis en ander leer- en gedragsproblemen moeten zich wel kwetsbaar opstellen, elke dag weer… er is altijd wel een verwachting om aan te voldoen. Wat moedig!!!
     
     Vaak wordt je in je jeugd opgezadeld met schaamte. Dit gebeurt onbewust en ook al erg jong. Hoe makkelijk is het om te verbeteren i.p.v. complimentjes te geven. Hoe vlug zien wij ongewenst handelen ipv de nadruk te leggen op gewenst gedrag.                                                                                                
    Dit doen wij ook in de communicatie naar kinderen. Hoe vaak wordt er in haast gezegd:
    - “ik heb nu geen tijd” , “ik begrijp je niet”, “praat eens duidelijker”,
    - “praat wat harder, zo kan niemand je verstaan”….  
    - Zinnen die in de grammatica bij jonge kinderen niet goed zijn worden vaak aangegeven als ‘fout’ en dan wordt er gezegd hoe ze het wel moeten zeggen.
     
    Allemaal goed bedoelde handelingen en reacties die helaas de onzekerheid vergroten en dus de schaamte…..
     
    Natuurlijk kan deze benadering ook anders:     
                                                 
    • “kan je het nog een keer vertellen, ik heb niet goed geluisterd”    
                        -  
    • Als een kind uit onzekerheid in de klas zacht praat, dan kan je gewoon voor de rest van de groep (zonder opmerkingen) herhalen wat het kind zei. “ oh jij zei”…. of “jouw antwoord is ….”                                                                      
    • Zinnen die grammaticaal niet kloppen, of vervoegingen van woorden die niet juist zijn, herhaal je zonder duidelijk te verbeteren de zin of het woord op de juiste manier.
     
    Een voorbeeld van mijn kleinzoon van 3 die af en toe prachtige uitspraken heeft. “Oma die vlieg is dood, hij levert niet meer” , mijn antwoord: “ja lieverd die ‘leeft’ niet meer”. (Waarbij ik lachend denk…. En hij levert ook niets meer)      
    Of zijn opmerking terwijl hij wijst naar een plekje op zijn arm…”oma ik ben onderstoken door een mug” , “goh heeft een mug jou gestoken?”
     
     Kinderen mogen nooit bang worden om te spreken. Vaak ontstaat deze angst als jong. Laat kinderen zich vooral vrij voelen om fouten te maken. Het gevoel niet goed genoeg zijn, ontstaat juist in de jonge jaren van het kind. Leer ze om met vertrouwen te spreken. Te spreken tegen anderen, te spreken als ze iets uit willen leggen en neem gerust de tijd om er naar te luisteren en met de juiste vragen de bedoeling helder te krijgen. Laat niet merken dat je geen tijd hebt of kap het verhaal niet af . Maak ze bestand tegen deze schaamte door ze juist in de communicatie veel vertrouwen mee te geven.
     
     Kinderen met leerproblemen, kinderen met TOS of kinderen met andere stoornissen zoals autisme hebben deze schaamte al op kleuterleeftijd flink opgebouwd. Ze worden niet begrepen of begrijpen zelf de aangeboden taal niet. Juist deze kinderen moeten wij bestand maken tegen dit gevoel van schaamte. Hoe geven wij ze wat zelfvertrouwen terug?                                                                        
    Deze kinderen moeten wij vooral het gevoel geven dat ze goed genoeg zijn ondanks hun ‘handicap’ die zij als een tekortkoming ervaren.
     
    Maak van deze kinderen kleine tovenaars. Leer ze spreuken zoals ezelsbruggetjes en spreuken met positieve uitspraken over zichzelf (affirmatiekaartjes met kwaliteiten, beloningskaartjes, bijvoorbeeld de ‘Eigenwijsjes’) en geef ze handvatten en vooral begrip. Benader positief wat positief is en geef ze ruimte in de communicatie.
     
    Schaamte is schadelijk voor elke ontwikkeling. Ontwikkeling in het leren op school en in de ontwikkeling als mens. Hoe kunnen wij onszelf laten zien? Hoe kunnen wij deel uitmaken van de maatschappij als we doodsbang zijn van schaamte voor wat anderen van ons zullen denken en omdat je je als kind niet goed genoeg voelt.
    Kinderen met leerproblemen andere stoornissen vertonen dagelijks een dosis grote moed. Het zijn de kleine leeuwen in een arena. Lauwer ze juist daarom! 
     
    In het boek ‘De kracht van kwetsbaarheid’ van Brene Brown staat het volgende:
    Schaamte leidt tot angst, angst leidt tot risicomijding en dit is funest voor de ontwikkeling van elk persoon, voor de motivatie en voor het presteren. Dus is een goed gevoel van eigenwaarde is van groot belang.
     Tevens geeft ze aan dat iedereen schaamte voelt, want (schrijft ze) ‘mensen zonder schaamtegevoel zijn niet in staat tot empathie en het voelen van connectie…, maar niemand wil schaamte voelen, niemand wil denken ‘ik ben niet goed genoeg’.
     
     Blijf dus vooral communiceren met deze kinderen. Laat vooral zien wat ze wel kunnen en maak ze weerbaar tegen schaamte. Vraag kinderen wanneer het niet gaat, vraag wat moeilijk is, wat zijn hun grote en kleine hindernissen? Welke twijfels hebben ze, wat hindert hen in hun communicatie, wat hindert hen in het begrijpen van taal?                                                                                      
    Wanneer je deze kinderen vertrouwen geeft zal de schaamte verschrompelen en zullen ze minder kwetsbaar zijn. Kinderen moeten weten dat ze het waard zijn om lief te hebben en erbij te horen.
     
     Kinderen die zich schamen en bang zijn, vertonen dit ook in hun gedrag. Vervolgens rekenen wij ze weer af op hun gedrag en zien we de achterliggende oorzaak niet.  
    Wat is hierin onze taak als volwassenen….?
     
    Geef kinderen vertrouwen en laat hen in vertrouwen kwetsbaar durven te zijn zonder schaamte… Laat ze weten en voelen goed genoeg te zijn!



    1 Comment

    Motiveren en inspireren

    9/27/2015

    0 Comments

     
    Foto











    Sander Roovers schreef op 13 april 2011 onderstaand gearceerde stuk tekst in een blog in het tijdschrift 'Leiderschap' over motiveren en inspireren.

    Het verschil tussen inspireren en motiveren.

    'Leiders inspireren. Managers motiveren. 
    Eén van de grootste verschillen tussen een leider en een manager. 
    Maar wat is het verschil tussen inspireren en motiveren?


    Motivatie bereik je door incentives. Inspiratie door een duidelijke en transparante missie/visie/bestaansreden.
    Motivatie is individueel. Inspiratie is voor iets groters; organisatie, maatschappij, de wereld.
    Motivatie werkt op de korte termijn en focust op het individu zelf. Inspiratie werkt continu en gaat verder dan het individu.
    Motivatie bereik je door energie. Inspiratie door charisma.
    Motivatie gaat erom wat je doet. Inspiratie waarom je het doet.
    Met motivatie krijg je een opdracht uitgevoerd. Door inspiratie wordt de visie uitgedragen.
    Door motivatie krijg je klanten. Door inspiratie krijg je ambassadeurs.
    Stop met motiveren. Begin met inspireren.' 


    Dit artikel had ik op internet gevonden nadat ik de woorden van Annett Burgers op haar website www.ontwikkelendoejezo.nu had gelezen:  'De kracht haal je 100% uit jezelf, maar “iemand/iets” kan je net een goed duwtje in je rug geven!'

    In het onderwijs wordt veel gesproken over motiveren en de motivatie van de kinderen, zelfs over de motivatie van de mensen voor de klas.
    Moeten we dus niet een stap terug.... Moeten we inderdaad niet beginnen met inspireren? 
    Hoe komt het dat ik zo enorm gemotiveerd ben om vooral mijn werk goed te doen? Om bevlogen mijn lezingen te geven? Hoe komt het dat ik zo gemotiveerd ben om zo'n beetje het grootste deel van mijn vrije tijd te besteden aan mijn eigen praktijk ...De motivatie is er overduidelijk, maar wat inspireert mij…?

    Ik herinner mij mijn schoolmeester in groep 8 die er voor zorgde dat ik mijn eerste interesse voor het onderwijs ontwikkelde. Later op kleuterkweek (ja, de echte oude kweekschool), waren er verschillende docenten die met bevlogenheid over het onderwijs ons de kneepjes van het vak wilden leren. 
    Na de Pabo ben ik de opleiding remedial teaching aan de Hogeschool Rotterdam gaan volgen en de grootste inspirator daar voor mij was Els Westra. Deze orthopedagoge wist mij precies daar te raken wat voor mij de basis werd voor alles wat ik in het onderwijs nog wilde gaan doen en volgen.
    Mijn kinderen waren nog jong, ik werkte als IB-er, maar besloot toch de studie orthopedagogiek aan te gaan in Leiden. Geen makkelijke tijd, vaak waren er redenen zat om op te geven, maar de motivatie zat ondertussen diep.
    De volgende die mij wist te inspireren op het gebied van onderwijs aan kinderen met leerproblemen was een van de docenten aan de universiteit in Leiden, professor Ina Berckelaer-Onnes. 

    Vervolgens kom je dan in het veld steeds meer mensen tegen met ideeën, overwegingen, overtuigingen en uitspraken die je inspireren tot meer willen ‘weten’, tot handelen en die je dus motiveren.
    De ‘grote’ inspiratoren in mijn leven zijn mensen als moeder Theresa, haar  onbarmhartigheid voor de medemens en iemand als Nelson Mandela die voor mij de inspiratiebron is, als we het hebben over vergeving en nooit opgeven. 
    Natuurlijk mag ik hierbij ook nooit mijn gezin vergeten die mij in al die jaren motiveerden om door te gaan en vooral ook omdat hun geloof in mij daarbij erg belangrijk was. 
    In zekere zin denk ik dat je dan als ouder ook vervolgens weer een rol vervult als inspirator. Door deze periode hebben mijn kinderen bepaalde besluiten in hun leven genomen en het heeft hen ook in zekere zin beïnvloedt. 

    Niet alleen mensen inspireren je, maar ook boeken, gedachten, een wandeling, een aanblik… het kan van alles zijn. Een ouder kan een inspiratie bron zijn voor een kind, maar ook een situatie waar het kind zich in bevindt.
    Naast een bron voor motivatie kan een inspirator ook zorgen voor negatief of ongewenst gedrag. 
    Dit is dus een lastige. 
    Wanneer kinderen ongemotiveerd gedrag tonen is het aan ons om uit te zoeken wat hier de oorzaak van is. 
    Gedrag, positief of negatief,  is vaak een gevolg van ‘aangeleerd’ gedrag, denk aan de honden van Pavlov. Is iemand inspireren dan een gevolg van conditionering? Negatieve ervaringen en positieve ervaringen roepen een bepaalde reactie/ gedrag op. Dit motiveert tot positief of negatief handelen.

    Kinderen zijn niet uit zichzelf gemotiveerd voor huiswerk en andere schoolse zaken. Kinderen zullen net als wij eerst geïnspireerd moeten worden en vandaar uit gemotiveerd. Gemotiveerd tot handelen en presteren.
    Wel willen kinderen graag positief presteren. Net als iedereen zoekt men de situaties op die succeservaringen opleveren.

    De intentie tot handelen komt dus inderdaad uit je zelf. Vraag is dus is het een gevolg van een positieve of negatieve inspiratie of een gevolg van conditionering? 
    Kinderen zijn enorm beïnvloedbaar en zeker pubers.
    Een uitspraak als ‘een ongemotiveerd’ kind is geen terechte uitspraak. Het geeft een label,  een stempel, als gevolg op gedrag dat eigenlijk verder onderzoek verdient. Waarom ontbreekt de motivatie? Waar is dat ontstaan en hoe kan jij als leerkracht/ docent net dat verschil worden voor dit kind. Kan jij de inspirator zijn en kan jij het kind motiveren tot handelen?

    Van mezelf weet ik dat ik positieve inspiratoren op mijn pad ben tegen gekomen. Ik heb mij laten inspireren en mijn motivatie groeide dankzij deze inspiratoren. Ook dat is beïnvloeding.

    Motivatie is gericht op handelen, op actie. Motivatie bereik je met de juiste prikkels, stimulans of aansporing. Een beloning in het vooruitzicht of een drijfveer. Dus toch een vorm van conditionering. Motivatie is iets dat er voor zorgt dat iemand iets doet of uitvoert. Als leerkracht kan je motiveren door het creëren van situaties of voorwaarden die een leerling stimuleren tot presteren. Als leerkracht kan je je leerlingen beïnvloeden en motiveren. Maar als individu kan je ook als leerkracht inspireren. Gewoon net dat beetje meer…. 

    Straf en negatieve reacties beïnvloeden niet positief de motivatie van leerlingen. Ook niet het overvragen of continu blootstellen aan negatieve ervaringen zoals het uitblijven van succeservaringen. 
    Neem af en toe afstand en vraag je af welke handelingen van jou als leerkracht positieve motivatoren zouden kunnen zijn.

    Wanneer je als docent in staat bent, om naast het motiveren ook de leerlingen te inspireren,  breng je deze kinderen op een hoger plan. Als docent heb je tools in handen en kan je kinderen motivatie voor school en leren aanreiken. Een bevlogen leerkracht, een leerkracht met een positieve input en een leerkracht die in staat is om het beste uit een kind te halen, is een inspirator en biedt mogelijkheden en kansen. Geef positieve feedback, bied succeservaringen en vier alle kleine successen.
    Laat  kinderen zien wat hun mogelijkheden zijn. 

    0 Comments

    In gesprek met het kind..........Passendonderwijs

    1/25/2015

    0 Comments

     
    Foto
    Passend onderwijs
    Gesprek met een leerling

    Vorige week had ik een gesprek met een brugklasleerling op het VMBO. Deze leerling begeleid ik. Het is een erg leuke, gemotiveerde knul met TOS 
    ( taalontwikkelingsstoornis) 
    Deze jongen doet het eigenlijk best goed op het reguliere onderwijs en komt van een cluster 2 school. De VO school haakt al sinds de eerste week meteen in op hulpvragen en drempels die ik tijdens gesprekken met deze leerling signaleer.

    Krijg ik tijdens mijn begeleidingsgesprekken de antwoorden die ik nodig heb voor een succesvolle begeleiding? Kan deze jongen met zijn TOS problematiek makkelijk op vragen reageren en antwoorden? 
    Welke vragen geven tijdens deze begeleidingsgesprekken nauwelijks of geen informatie?
    Vragen als "hoe gaat het op school?" ," zijn er dingen waar je tegen aanloopt?", "kan ik ergens bij helpen", zijn vragen die direct leiden naar  'ja' en 'nee' antwoorden. 
    Deze kinderen kunnen moeizaam hulpvragen formuleren, maar kunnen sowieso heel moeilijk talig op directe vragen reageren. 
    Het liefst hebben ze meerkeuze vragen. Deze kinderen scoren vaak erg hoog op Cito toetsen door de meerkeuze vragen en vragen waar gewoon 1 antwoord op gegeven moet worden. Toetsen waar talig op geantwoord moet worden leveren vaak veel problemen op, want zinsbouw en complexe zinnen formuleren is een probleem.

    Toch als je heel concreet vraagt in een gesprek en daarbij een 1 op 1 gesprek kaders geeft komen er verrassende en leuke antwoorden.

    Mijn oplossing is een vel papier en gekleurde stiften. 
    In het midden van het papier staat school en dan vraag ik heel gericht per vak.
    Bijvoorbeeld:
    - "Welk vak gaat echt top op het moment?" Dat bleek Frans te zijn. Zolang hij alleen nog meer woordjes hoeft te leren en vaste regeltjes gaat het goed en is dit vak een succeservaring. Zelf ben ik dan erg blij dat hij nog geen zinnen hoeft te formuleren in het Frans en deze goede start kan maken. De rest houden we wel in de gaten.
    - " Is er nog een vak dat zo goed gaat?" Dat was rekenen vertelde hij. Toen ik een rondje maakte langs enkele rekenkundige handelingen bleek dat hij moeite heeft met breuken.
    Een aandachtspunt dus. 
    - Toen wiskunde ter sprake kwam bleek dat hij door de onduidelijke vraagstelling in de toets niet wist wat hij moest doen. Hij durfde ook niet om uitleg te vragen, want gaf hij aan, dat mag niet tijdens de toets. Helaas had hij toen een onvoldoende. 
    - het goed volgen van de instructie gaat niet altijd goed en dan vraagt hij het aan een andere leerling.

    Er kwam veel uit ons gesprek naar voren, veel meer dan wanneer ik gewoon tegenover hem had gezeten en had gevraagd hoe het ging. 
    Hij bleek zelf al de  mindmap strategie toe te passen. Huiswerk kostte hem veel tijd omdat hij toch veel moeite heeft met Nederlands. De grammatica en taal toepassen bleek nog een fors probleem. Dat hoort ook bij zijn probleem, maar dat gaan we nu aandacht geven.

    Het was een erg leuk en verhelderend gesprek. Met deze concrete vraagstelling en het kaderen van wat hij vertelde werd duidelijk wat ik als zijn ambulant begeleider  aandacht kan schenken.
    Wat een aandachtspunt moest zijn gaf ik een andere kleur. Mijn leerling vond het wel handig om zo alles wat wij bespraken in een overzicht te zien. 

    Na ons gesprek heb ik het 'plaatje' voorgelegd aan de zorgcoördinator en deze ging direct met de hulpvragen aan de slag. Zo kunnen we zorgen dat onderwijs Passend is en dat deze jongen met een spraaktaalstoornis met succes het regulier onderwijs doorloopt.
    Over 3 weken heb ik weer een gesprek met hem en dan kijken we opnieuw naar de hulpvragen en hoe het gaat. Op deze manier hou ik een vinger aan de pols en kan ik op tijd aan de bek trekken. 

    Smartonderwijs leert aan leerkrachten, docenten, remedial teachers , intern begeleiders en andere begeleiders de verschillende technieken van het leerling gesprek. 
    Hoe luisteren wij naar het kind en hoe maken wij vanuit een betrokken houding en juiste vraagstelling onderwijs Passend voor die kinderen die extra hulp nodig hebben.

    0 Comments

    Het werkgeheugen 

    11/19/2014

    12 Comments

     
    Foto
    Leerproblemen en leerstoornissen in relatie tot het werkgeheugen
    Mijn voorlichting ("Leerproblemen en met plezier naar school" ) is deels gebaseerd op het boek van Tracey Alloway. "het werkgeheugen, gerichte ondersteuning bij leerstoornissen". Deze voorlichting gaf ik afgelopen week in Oud Beijerland.
    Met de uitleg in dit blog hoop ik nog meer mensen te bereiken om deze groep kinderen in de klas die hulp te bieden die ze zo hard nodig hebben.

    Het werkgeheugen bevat twee vaardigheden, namelijk het verbale werkgeheugen wat helpt bij het onthouden en toepassen van instructie en het visueel- ruimtelijke werkgeheugen wat ondermeer wordt gebruikt voor het onthouden van volgordes van gebeurtenissen en rekenvaardigheden. 
    Tracy Alloway geeft aan dat je het werkgeheugen kan zien als de Post-it briefjes in je hoofd. Het is niet het korte termijn geheugen, dit legt ze ook duidelijk uit in het boek.
    Een kind met een zwak werkgeheugen zal er de hele schoolcarrière last van hebben en nooit aansluiten bij leeftijdsgenootjes.
    Het werkgeheugen is een belangrijke factor in het bepalen van schoolsucces, zelfs belangrijker dan het IQ. 
    Het werkgeheugen is een van de belangrijkste vaardigheden die de leerresultaten voorspeld.

    Wat signaleren we bij een zwak werkgeheugen? 
    - Moeite met het houden van de aandacht bij een bepaald onderwerp. Bij te veel inspanning haken deze kinderen af.
    - het kost deze kinderen heel veel inspanning om twee of meer dingen tegelijk te doen. - Die kinderen die ondanks jarenlang begeleiding en individuele instructie niet of nauwelijks vooruit gaan.
    - Deze kinderen zijn in de klas niet in staat voldoende informatie te onthouden om een taak af te maken.
    - Complexe opdrachten worden deels uitgevoerd. Lange zinnen worden niet onthouden. 
    - Iets overschrijven van het bord of aantekeningen maken tijdens de instructie is erg moeilijk voor deze kinderen. Luisteren en informatie opschrijven is een overvraging.
    - Kinderen met een zwak werkgeheugen hebben problemen met rekenen, lezen en spellen. De hoogte van het IQ maakt daarbij niet uit.
     Deze frustratie uit zich uiteindelijk in internaliserende of externaliserende gedragsproblemen.
    Problemen met het werkgeheugen blijven vaak verborgen voor familie en zelfs leerkrachten. De leerling wordt vaak gezien als lui of ongemotiveerd. Ze horen ook vaak dat ze zich beter moeten concentreren en beter moeten opletten. 

    Hard werken zonder aandacht voor het werkgeheugen is dan ook alleen maar gewoon hard werken geeft Tracy Alloway aan. Het oefenen en extra instructie mbt de kernvakken maakt geen verschil als de capaciteiten van het werkgeheugen niet ontwikkeld en getraind worden.

    Onderzoek van Tracy Alloway heeft aangetoond dat in de klas 1 op de 10 kinderen last heeft van problemen met het werkgeheugen. Zonder interventie zullen deze kinderen geen aansluiting vinden tot het niveau van mede leerlingen. 
    Belangrijk is zeker om ook te weten dat het werkgeheugen het leren beïnvloedt van leerlingen met stoornissen als Dyslexie, Dyscalculie , Dyspraxie , TOS, DCD, ADHD en autisme spectrum. Uit hetzelfde onderzoek is gebleken dat deze kinderen niet gebaat zijn bij interventies gericht op hun symptomen. Deze interventies dragen niet bij aan blijvende veranderingen in hun presteren.
    Het zwakke werkgeheugen is niet de oorzaak van de stoornis, het is er aan gekoppeld als een apart probleem en leidt dan uiteindelijk tot leerproblemen. Zo heeft elke groep zijn eigen specifieke sterktes en zwaktes in het werkgeheugen en het is belangrijk om deze te kennen om gerichte hulp te kunnen bieden

    Verbeteringen in het leren worden bereikt door het werkgeheugen een impuls te geven.

    Deze kinderen hebben vooral baat bij:
    - trainen van het werkgeheugen: auditieve geheugen spelletjes, breinspelletjes, sudoku , bordspelletjes, jungle memory (hier zijn veel successen mee) e.a.
    - strategieën aanbieden
    - tafelkaarten
    - bied hulp gericht op verwerken ipv op onthouden
    - mindmappen , de Romeinse kamer strategie ( boek mindmappen voor kids)
    - pre teaching voor succeservaringen
    - directe positieve beloning 
    - instructie gestructureerd, helder en in niet te veel zinnen 
    - instructie 1 op 1 herhalen
    - vragen aan de leerling wat hij/ zij als eerste gaat doen, niet vragen of de leerling weet wat hij/zij moet doen. 
    - meer tijd

    In het boek van Tracy Alloway vind u op een heldere manier verdere uitleg en ook aandacht per leerstoornis. 

    Smartonderwijs heeft in het aanbod van workshops en voorlichtingen ook aandacht voor dit onderwerp.

    12 Comments

    Het belang van het 'welbevinden' van het kind op school

    9/14/2014

    1 Comment

     
    Foto
    De samenhang tussen (ernstige) leerproblemen en het emotioneel welbevinden van kinderen zou en moet het hoofddoel van Passendonderwijs moeten zijn.

     Een Blog waarbij ik mij ook eigenlijk afvraag hoe te beginnen. We zitten in het tijdperk van Passendonderwijs en net als vele anderen vraag ik mij af, hoe passend dit onderwijs kan zijn in grote volle klassen en met tegelijkertijd alle eisen die aan het onderwijs worden gesteld.

     Ik kom op scholen waar nog altijd sprake is van klassen tussen de 28 en ruim 30 leerlingen. Klassen waar naast de gemiddelde leerling kinderen zitten met een diagnose oftewel een indicatie. Kinderen die een passend aanbod nodig hebben van ons onderwijs. Kinderen die een ‘veilige’ plaats op school nodig hebben.

     Wat weten we daarnaast van wat er zoal nog meer gevraagd wordt van de leerkrachten en de kinderen?

     In het voortgezet onderwijs hebben we dit jaar de reken en taaltoetsen die bepalend worden bij de examens.
    De methoden moeten in een schooljaar volledig aan bod komen.
    In het basisonderwijs moet er voldoende op de Cito gescoord worden anders word je als school ook daarop afgerekend, tegenwoordig zelfs publiekelijk. Hoe doe je dat met de leerlingen die extra zorg nodig hebben…
    Daarnaast hebben de Cito vaardigheidscores een upgrade ondergaan en zijn de normeringen verhoogd. Had je vorig jaar nog een lage C, dan is dat nu een D.
    Toekomst verwachtingen, uitstroomverwachtingen worden nu in ontwikkelingsprofielen geschreven en hopelijk zijn deze dan niet te laag….


     In de periode dat ik op de basisschool zat was dit verwachtingspatroon al aanwezig. Met grote klassen zaten we toen in klas 6 (nu groep 8) in rijen. Wij kregen les van de hoofdmeester.
    Onze klas was in 3 niveaus verdeeld. Er was een rij, vlak voor het bureau van de meester, met kinderen die goed konden leren. In het midden de rij met de ‘gemiddelde’ leerlingen en vervolgens een derde rij. Dit was de rij met kinderen die niet zo makkelijk konden leren. Labeltjes hadden we nog niet.
    Ik zat in de middelste rij. Wat had ik altijd te doen met een jongen die achterin de rij zat met kinderen die het moeilijk hadden met leren. Deze jongen keek altijd zo te neer geslagen en hoorde niet echt bij de groep. Hij werd ook vaak gepest.


     De uitstroomverwachtingen waren al in deze rijen weergegeven. Als je zelf altijd denkt dat je ‘gemiddeld’ bent moet je hard knokken om van dat beeld af te komen. Gelukkig kon ik knokken en heb ik de studie gedaan als orthopedagoog in Leiden en vele andere opleidingen, waardoor ik kinderen zoals die jongen uit mijn klas van vroeger nu signaleer en  waar mogelijk kan helpen. Toch vormt een dergelijke verwachting je als kind.

     Laten we uitkijken met die uitstroomverwachtingen en ook wat we daarbij uitstralen naar de kinderen zelf.
    Een negatief zelfbeeld en een laag emotioneel welbevinden is vlug opgebouwd en zeer lastig om weer om te buigen.
    Volwassenen die ooit een burn-out hebben gehad weten wat ik bedoel. Het gevoel van falen, het gevoel het nooit goed genoeg te doen, het gevoel dat een ander het veel beter doet en je kan het niet bijbenen. Niet gezien worden in je struggle, niet gehoord worden in je roep om hulp…
    Ook kinderen ervaren dit gevoel.


     Kinderen in de klas die tegen grote problemen aanlopen door een ernstig lees- of rekenprobleem, of kinderen met dyslexie, schrijfproblemen, dyscalculie, concentratie problemen, auditieve verwerkingsproblemen etc…. , deze kinderen voelen altijd dat ze het niet goed doen, of iets (toch) niet kunnen. Ze doen hun best en proberen tot het niet meer gaat. Elke keer weer die rode strepen, of ‘overdoen’.

    Bij een observatie zie je bepaald gedrag ontstaan vanuit het onvermogen.
    Uitstelgedrag bij het starten van een taak die ze niet beheersen.
    Vluchtgedrag in de vorm van wandelen door de klas, rommelen in de la of naar het toilet gaan.
    Psychosomatische klachten zoals buikpijn.
    Vlug huilen, vlug boos.
    Stil en teruggetrokken of juist druk en de clown uithangen en anderen lastig vallen.
    Afhankelijk, veel bevestiging vragen enz.


     Wat ‘doen’ wij (goed bedoeld) als volwassene bij kinderen met een leerachterstand of leerprobleem…… we geven nog meer.
    Nog meer om te oefenen, ook mee naar huis. Soms zelfs in de pauze op school of tijdens een leuke activiteit die ze wel goed en graag doen. Gewoon omdat het werk nog niet af is.
    Stel dat je die volwassene bent met een burn-out en je kan het niet bijbenen, je krijgt nog meer om toch maar even de druk op te voeren… Er zijn dan twee opties, of je explodeert en komt thuis te zitten of je wordt zwaar depressief en komt ook thuis te zitten. Advies is dan meestal…. “Neem rust en ga dingen doen die je leuk vindt”.


     Kinderen krijgen dezelfde reacties in gedrag wanneer ze op den duur overvraagd worden. Gedragsproblemen (explosies), negatief zelfbeeld, depressief, geen zin meer in school en denken dat ze het toch niet kunnen.

     Als we nu vanuit dit begrip, met deze wetenschap naar de kinderen kijken binnen het ‘passend’ onderwijs. Hoe kunnen we bij kinderen met (ernstige) leerproblemen, concentratie problemen, autisme en andere problematieken de aanpak en het onderwijs zo inrichten dat we de ‘burn-out’ bij kinderen kunnen voorkomen en vooral het zelfbeeld en welbevinden kunnen beschermen. Hoe maken we voor deze kinderen het onderwijs passend? Hoe maken we onderwijs veilig om in te groeien?

     Bij elk hulpplan, bij elk ontwikkelingsplan moet dan het uitgangspunt niet het leerdoel zijn, maar het positieve zelfbeeld en het welbevinden van het kind op school.
    Hoe bereik je dat in je aanbod en aanpak…. Vraag je dat als eerste af bij het opstellen van je doelen.


     Alleen wanneer een kind een positief zelfbeeld heeft en zich op zijn plek voelt in de klas is er ruimte om te leren.



    1 Comment

    Passendonderwijs: Autisme en begeleiding vanuit cluster 2

    5/20/2014

    0 Comments

     
    Foto
    De huidige clusterindeling is verdwenen met ingang van augustus 2014 en de scholen voor cluster 3 en 4 gaan op in de samenwerkingsverbanden, terwijl cluster 1 en 2 landelijk werkende instellingen zijn geworden.

    Cluster 2 betreft leerlingen met problemen in de auditieve waarneming en m.b.t. de communicatieve redzaamheid.
    Kinderen met autisme vinden we juist ook vooral veel in deze doelgroep. Kinderen met autisme hebben juist veel problemen m.b.t. de communicatieve redzaamheid.
    Wanneer er sprake is van gedragsmatige problemen of een cognitieve of fysieke beperking dan valt deze problematiek buiten cluster 2.


    Wat valt er dan m.b.t. autisme binnen het cluster 2 hulpaanbod?

    Op de website van het steunpunt voor autisme staat het volgende...:
    Een leerling met autisme omschreef zijn stoornis als “ mijn hersenen denken anders”. De huidige wetenschap gaat er steeds meer vanuit dat er sprake is van een organisch defect in de hersenen. De informatie wordt anders in de hersenen verwerkt en opgeslagen. 
    Dit heeft gevolgen voor de ontwikkeling van de leerling op het gebied van communicatie, sociaal en emotionele ontwikkeling, spel, het dagelijks handelen, motoriek en zelfvertrouwen.

    Een van de grootste problemen voor een leerling met autisme is dat het geen ordening en samenhang kan aanbrengen in de informatie. Alle informatie zijn als het ware losse puzzelstukjes. Het ordenen van deze puzzelstukjes vraagt veel energie van de leerling. In de communicatie moet je ook “plannen en ordenen. ” Wanneer ben ik aan de beurt om iets te zeggen? Wanneer de ander? Hoe start je een gesprek? Er zijn ook leerlingen met ASS die veel en graag praten maar hierbij niet adequaat kunnen reageren op een antwoord of in een gesprek. Leerlingen met ASS nemen de taal vaak letterlijk waardoor misverstanden in de communicatie ontstaan.
    Op het gebied van taalgebruik (pragmatiek) heeft de leerling wel behoefte aan een steuntje in de rug. Wanneer een kind met een normale intelligentie begeleiding/ondersteuning nodig heeft in de communicatie kan de expertise van ”cluster 2” worden ingeroepen. Samen met de leerling wordt de woordenschat uitgebreid zodanig dat de leerling weet wat de taalinhoud maar ook sociaal taalgebruik geoefend. Belangrijk is dat de leerling de taal in de juiste situaties kan toepassen. Door handelingen te verwoorden, te komen tot denken en doen komt de leerling tot ontwikkeling.


    Deze leerlingen zijn gebaat bij de hulp en de expertise vanuit cluster 2.
    Scholen kunnen kosteloos consulta­ties aanvragen bij Auris als ze vragen hebben over een leerling die  problemen heeft op het gebied van de spraak- taalontwikkeling en/of communicatie. Deze mogelijkheid van preventieve ambulante begeleiding (consultatie en advies C&A) kan aangevraagd worden via de website van Auris.


    Logopedisten kunnen dit naar scholen adviseren, ook de samenwerkingsverbanden, maar ook de scholen zelf kunnen dit initiatief nemen.
    Steunpunt autisme heeft op de website observatie formulieren als downloads die een duidelijk beeld kunnen geven van de leerling met autisme en de problemen m.b.t. de communicatieve redzaamheid.
    Deze lijsten helpen school of andere verwijzers  op weg bij een indicatie aanvraag of voor een consultatie.

     http://www.steunpunt-autisme.nl/website/index.php/downloads/category/11-ass-en-taal



    0 Comments

    De schoolagenda

    3/10/2013

    1 Comment

     
    Foto
    Agenda's

    Onlangs bleek maar weer eens dat als je niet oplet het heel erg fout kan lopen met je afspraken wanneer je je agenda niet goed invult. Het gebeurt dat je zegt een afspraak te noteren en het vervolgens vergeet, of de tijd staat verkeerd genoteerd, of je bent op totaal de verkeerde locatie.........
     
    Wij volwassenen hebben in de loop der jaren geleerd hoe we onze agenda moeten invullen, hoe we moeten plannen en hoe we dat moeten overzien. wij zijn zoals we noemen 'ervaringsdeskundigen'. Toch gaat het nog vaak verkeerd.
     
    Wanneer kinderen naar het VO gaan worden ze geconfronteerd met het invullen van een agenda en moeten ze vaardigheden aanspreken die nog niet ontwikkeld zijn zoals plannen en organiseren. Het uitzoeken van een agenda resulteert vaak in een persoonljke keuze van het kind. Het is zelden een keuze uit praktische overweging. Wat past bij het kind....

    In het voortgezet onderwijs zal de agenda na elke lesuur moeten worden ingevuld. Een kunst op zich..
    De docent geeft vaak als de bel gaat even snel het huiswerk op.
    Je zou maar slechthorend zijn, dyslectisch, concentratieproblemen hebben, ADHD of autistisch
    zijn....... Op het moment dat de bel gaat is er veel rumoer in de klas, er worden tassen gepakt, dingen aan elkaar gevraagd en het moet vooral snel worden genoteerd....Wat een pech als het niet op het bord staat.
     
    Tijdens een observatie van een leerling van mij (PDD-nos en TOS) in de brugklas op het
    VMBO-TL, bleken deze laatste 5 minuten van een les Nederlands voor hem een serieus probleem. De docent stond midden in de groep, met zjin rug naar de betreffende leerling. de docent vertelde in alle rumoer dat ze een toets zouden krijgen op een bepaalde dag, een bepaald uur en over een bepaalde les. De betreffende leerling, mijn zorgleerling, herhaalde gelukkig hardop wat hij in zijn agenda schreef en op elk item (tijd, hoofdstuk van de te leren toets en dag) werd hij door een medeleerling meteen verbeterd. Hij had het anders helemaal verkeerd genoteerd. Deze instructie ging echt te snel.
    Tja en dan hoort deze leerling al zo vaak de bewering dat hij zijn huiswerk niet maakt, haalt hij onvoldoendes en zegt hij thuis dat de repetitie heel ergens anders over ging of een dag te vroeg werd gegeven.
     
    Vaak hoor je als commentaar dat het een stuk eigen verantwoordelijkheid is waar deze
    leerlingen zelf mee moeten leren omgaan in het VO en deze vaardigheden moeten ontwikkelen.
    Vaak is hier op de basisschool nooit aandacht aan besteed. Er is in elke klas in het VO een grote groep die zeker nog behoefte heeft aan expliciete hulp bij deze vaardigheden  om het te redden op het reguliere onderwijs. Deze groep zal zeker in de toekomst alleen maar groter worden wanneer er meer zorgkinderen zonder begeleiding naar het reguliere VO gaan.
     
    Eenvoudige hulpmiddelen zijn:
    Zet het huiswerk van te voren op het bord, bij een smartbord kan dat allemaal van te voren al genoteerd staan.
    Controleer de agenda van de ( zorg)leerling, dit kan een taak van de mentor zjin.
    Leer de leerling dat hij in zijn agenda bij elke dag, de uren van de lessen neerzet en ook bij het juiste lesuur het huiswerk.
    Leer ze werken met markeerstiften in hun agenda ( rood is goed leren, oranje verdient aandacht en groen is klaar).
     
    Stichting Doe Maar Zo! ontwikkelde een speciale agenda voor kinderen en jongeren die niet of nauwelijks kunnen lezen. Deze kinderen kunnen door hun taal- en spraakproblemen en beperkte tijdsbesef geen gebruik maken van een gewone agenda.
    De nieuwe agenda maakt het voor hen mogelijk om structuur aan te brengen in hun
    dagelijks leven. De agenda is geschikt voor scholieren tussen 10 en 20 jaar die veel structuur nodig hebben. Er zijn gebruikers die naar het speciaal onderwijs gaan (met name cluster 2, 3 en 4 leerlingen), maar ook kinderen en jongeren (met rugzakje) die het reguliere onderwijs volgen en bijvoorbeeld dyslexie, ADHD, NLD of een aan autisme verwante stoornis hebben (ASS).
    Dan is er ook 1 blik agenda
    http://www.1blik.nl/ speciaal voor deze kinderen ontworpen. Het kan veel stress en onvoldoendes voorkomen.

    1 Comment

      Bernadette Sanders

      Met SMARTonderwijs wil ik hulp bieden aan die groep kinderen, die met hun problemen een weg proberen te vinden om zich staande te houden in het onderwijs en in onze 'verwachtingsvolle' maatschappij.

      Door scholing te verzorgen en handvatten te bieden aan leerkrachten en docenten teams hoop ik een bijdrage te kunnen leveren aan het 'passend onderwijs' waarin kinderen met een hulpvraag een plek moeten zien te vinden.

      Archief

      Maart 2018
      Januari 2018
      December 2017
      Maart 2017
      Januari 2017
      December 2016
      Oktober 2016
      September 2016
      Augustus 2016
      Juni 2016
      April 2016
      Maart 2016
      September 2015
      April 2015
      Maart 2015
      Februari 2015
      Januari 2015
      November 2014
      Oktober 2014
      September 2014
      Juni 2014
      Mei 2014
      April 2014
      Februari 2014
      Januari 2014
      Oktober 2013
      September 2013
      Augustus 2013
      Maart 2013

      Categorieën

      Alles
      ADD
      ADHD
      Agenda
      Autisme
      AVP
      Basisonderwijs
      Belemmering Schoolsucces
      Coaching
      Communicatie
      Communicatieve Redzaamheid
      Doelen
      Doelstellingen
      Dyscalculie
      Dyslexie
      Executieve Functies
      Externaliserend Problemen
      Faalangst
      Frustratie
      Gedrag
      Gedragsproblemen
      Huiswerk
      Huiswerkplanner
      Hulpvraag
      Instructie
      Internaliserende Problemen
      Kwetsbaarheid
      Leerkracht
      Leerling
      Leerlinggesprek
      Leerproblemen
      Magister
      Motivatie
      Negatieve Spiraal
      Onderpresteren
      Onderwijs
      Onderwijsprofessionals
      Ongewenst Gedrag
      Onmacht
      Onvermogen
      Organiseren
      Passendonderwijs
      PDD-nos
      Pesten
      Plannen
      Planner
      Puberbrein
      Pubers
      Rekenproblemen
      Schrijfmotorisch
      SMART
      Sociaal- Emotioneel
      Taalontwikkelingsstoornis
      Taalproblemen
      Taalstoornis
      Tablets
      TOS
      Voortgezet Onderwijs
      Welbevinden
      Werkgeheugen
      Werkhouding
      Zelfbeeld

    Over SMARTonderwijs


    Contact
    Aanbod
    Lid  NVO
    Geregistreerd bij Registerleraar.nl als aanbieder.
    CRKBO geregistreerd docent

    Smart-Thinking
    Algemene voorwaarden
    ​Klachtenregeling
    ​Privacyverklaring

    Disclaimer
    ​


    SMARTPages


    SMARTlinks
    Samenwerkingen
    Artikelen 
    ​Downloads
    Scholingsaanbod
    Consultaties
    SmartThinking
    Communicatiekaarten
    Boeken
    Recensies boeken
    Deelnemers Hand-out
    ​Home




    ​ 
    ​

    Als leren niet vanzelf gaat ...
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Photo used under Creative Commons from Ministère du Travail, de l'Emploi et de la santé
    Back to top