06 460 74 116
    SMARTonderwijs
    • Home
      • SMART thinking
      • Samenwerkingen
      • Contact >
        • Disclaimer
        • klachtenregeling
        • Privacy
    • De boeken!
      • Recensies boeken
    • Communicatiekaarten
    • Scholingsaanbod
      • Online scholingsdagen
      • Webinars
      • Online Masterclass aanbod
      • Opties scholing over TOS
    • Artikelen
      • Blog
    • LINKS en downloads
      • HAND-OUT Deelnemers
      • SMARTlinks en filmpjes

    Smartonderwijs Blogs

    Lees, hoor en zie de hulpvraag in het gedrag van de leerling

    1/8/2018

    1 Comment

     
    Foto
    Foto
    Op de website van Medilex vindt u mijn blog over de hulpvraag van de leerling die vaak niet herkend wordt maar wel geuit wordt met 'ongewenst' gedrag.

    Lees, hoor en zie de hulpvraag in het gedrag van de leerling
    Ongewenst gedrag valt altijd op in de klas. Externaliserend gedrag is storend voor de leerkracht en vaak ook voor medeleerlingen. Internaliserend gedrag valt vaak minder op. “Zo wil ik er wel 20 in de klas…” is dan een bekende uitspraak. Het zijn leerlingen die niet snel om hulp zullen vragen, vaak zelf doormodderen en zich afzijdig houden. Toch kan deze internaliserende problematiek zelfs leiden tot een depressie, brun-out en vele andere problemen. Elke vorm van ongewenst gedrag is in de eerste plaats voor de leerling zelf een enorme belemmering met betrekking tot schoolsucces en het sociaal-emotioneel welbevinden.
    Is elk gedrag ‘probleemgedrag’?

    Elk gedrag dat opvalt is in feite een hulpvraag. Wie kent onderstaande uitspraken niet:

    “Wat een chaoot”
    “Hij roept altijd door de klas”
    “Het lijkt wel of zij de regels bepaalt in de klas ..”
    “Zij heeft nooit haar werk af’
    “Hij heeft een erg kort lontje”


    Als dergelijk ongewenst gedrag aanhoudt of verergert, wordt het al vlug ervaren als een gedragsprobleem en ook als zodanig benoemt. De leerkracht ervaart dan ook zelf een gevoel van onvermogen. Hoe pak ik dit gedrag aan? 
    Het gedrag van de leerling wordt de hulpvraag van de leerkracht.  Achter de hulpvraag van de leerkracht schuilt in feite dus de hulpvraag van de leerling. Het is belangrijk dat de leerkracht zelf verwoordt wat het gedrag is dat als ongewenst ervaren wordt?
    Wanneer je aandacht wilt besteden aan het ongewenste gedrag en het wilt verminderen dan moet je naar de bron. En wat is in dit geval de bron? De bron is het gedrag van de leerling. Niet de léérling is het probleem, maar het gedrág dat als ongewenst wordt ervaren. Niet de léérkracht heeft hulp nodig, maar de léérling.


    De hulpvraag achter het gedrag wordt vaak niet gezien
    Een leerling die nooit de juiste boeken bij zich heeft, altijd alles kwijt is, altijd het verkeerde werk maakt en daardoor veel berispt wordt heeft geen succeservaringen. De leerling die er vaak uitgestuurd wordt, omdat hij weer zijn huiswerk niet bij zich heeft zal mogelijk clownesk of stoer gedag gaan vertonen, omdat hij ten opzichte van de groep niet voor gek wil staan. Hij zal al vlug de stempel ‘ongemotiveerd voor school en leren’ krijgen terwijl dit mogelijk helemaal niet het geval is en deze leerling komt ongewild in een neergaande spiraal. Het gedrag zal voor hem steeds meer een vast patroon worden omdat zijn echte hulpvraag, vanuit zwakke executieve functies (‘help mij plannen en organiseren’), niet gezien wordt. Het ongewenste gedrag valt op in de klas en wordt negatief benoemd. Het gedrag wordt door de leerkracht als frustrerend ervaren, want hoe pak je het aan?


    Het probleem en dus het gedrag, eerst onderzoeken voordat het wordt gelabeld, kan tot heel  andere inzichten leiden. Een hulpvraag die ontstaat vanuit problemen met executieve functies, informatieverwerking en communicatieve redzaamheid, vraagt om gerichte ondersteuning. Veel ongewenst gedrag kan, als het niet op tijd als hulpvraag gezien wordt, uitgroeien tot zeer storend gedrag voor de leerkracht, medeleerlingen, maar vooral ook voor de ontwikkeling van de leerling zelf. De leerling kan zelfs vanuit frustratie en onvermogen tot gedrag komen dat kan leiden tot een schorsing of het niet afmaken van school.

    ​

    Lees, hoor en zie de hulpvraag in het gedrag van de leerling, schenk meer tijd aan het observeren van het gedrag en ga in gesprek met de leerling. Leerproblemen, problemen met executieve functies, problemen in de communicatieve redzaamheid, sociaal- emotionele problemen, taalproblemen, enz., kunnen de onderliggende oorzaak zijn en dus de hulpvraag van gedrag dat je signaleert. Als er geen sprake is van een gedragsstoornis, ontstaan gedragsproblemen niet zomaar. Ze ontstaan vanuit een gevoel van onvermogen, onmacht en frustratie.

    Wanneer er geen (h)erkenning is van de hulpvraag zal de leerling met het gedrag in een negatieve spiraal terecht komen en zal dit zeker ten koste gaan van de prestaties op school en het sociaal emotioneel welbevinden.

    Wilt u meer weten over dit onderwerp? Praktische handvaten? Smartonderwijs verzorgt inspirerende lezingen en workshops over dit onderwerp aan professionals. Meer informatie? info@smartonderwijs.com


    1 Comment

    SMART versus SMART

    12/1/2017

    1 Comment

     
    Foto

                     
    Mijn boek is klaar, ligt in de winkels en het voelt alsof het ‘ei’ is gelegd…. ‘Taalontwikkelingsstoornissen in de klas’, een boek met praktische tips voor in de klas, het was een jaar waarin elk vrij moment was gevuld. Ik had mijzelf een doel gesteld, ik ging ervan uit dat het haalbaar was en ik hoopte dat het ook realistisch was. De uitgever maakte dat ik rekening moest houden met een deadline.
    Doordat je jezelf een doel stelt en een concreet plan opstelt stuur je je handelen. Motivatie ontstaat als je aangemoedigd wordt en positieve feedback krijgt. De positieve reacties na elk hoofdstuk, maakte dat de intrinsieke motivatie groeide om het boek op tijd af te ronden naast een fulltimebaan. Als je denkt in mogelijkheden, denk je niet aan belemmeringen.
     
    En dan nu …. Tijd over? Nee niet echt, maar wel tijd voor weer een blog. Tijdens een van mijn lezingen hoorde ik voor ik startte een groepje deelnemers een opmerking maken over Smart in de naam van mijn onderwijsbureau ‘Smartonderwijs’.
    Tja, ik moest er wel om grijnzen…… In het onderwijs heeft men ondertussen de buik vol van de werkdruk die is ontstaan met alle administratie zoals groepsplannen, OPP’s enz. en dit alles met aandacht voor de term ‘Smart’. Elk groepsplan en begeleidingsplan moet Smart geschreven zijn, maar moet elk groepsplan, OPP of begeleidingsplan zo’n groot document zijn?
     
    Ik wist welk risico ik nam met de naam Smartonderwijs.
    Hoe ik aan de naam gekomen ben is al een heel bijzonder verhaal op zich en ik zal daardoor ook niet van de naam afstappen. Wel wil ik graag de betekenis van de letters SMART in de naam Smartonderwijs toelichten.
    Zelf hou ik enorm van buiten de lijntjes kleuren, ‘out of the box’ denken of een eigen invulling geven aan iets dat best een goed uitgangspunt heeft. 

    SMART van SMARTonderwijs heeft voor mij de betekenis die ik hieronder zal uitleggen.

    SMART
    Onderwijsdoelen moeten Smart zijn, tenminste dat is wat opbrengstgericht werken in het onderwijs als grondslag en als uitgangspunt heeft. Doelen moeten helder en specifiek gedefinieerd zijn zodat er maar één uitleg mogelijk is. Daarnaast moeten ze meetbaar zijn en voor alle leerlingen en voor de docenten acceptabel en vooral realistisch en binnen een bepaalde periode haalbaar zijn. Dit dient dan ook in begeleidingsplannen en schoolplannen opgenomen te zijn. De letters voor het opstellen van SMART doelen staan dan ook voor Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden.
    Leerdoelen worden op deze manier geformuleerd en in plannen vastgelegd.

     
    Specifiek – Meetbaar – Acceptabel – Realistisch – Tijdgebonden
     
    Het is belangrijk dat je je doelen goed formuleert en vastgelegd. Doelen sturen namelijk je handelen en maken dat er gewerkt wordt richting een gewenst eindresultaat. Een Smartplan is een concreet stappenplan dat goed kan helpen om je doel te bereiken. Goed formuleren van doelen maakt dat je het einddoel voor ogen houdt, niet alleen de docent, maar ook de leerling.
    Een Smart opgesteld doel moet niet alleen op papier geformuleerd worden, maar ook met regelmaat besproken worden, geëvalueerd worden en bijgesteld worden. Het kan geen statisch document zijn, maar een document dat de leerling volgt in zijn of haar groei.
    De letters SMART hebben in de naam van Smartonderwijs een aanvullende betekenis.

    Foto

    Het Specifiek maken van doelen betekent ook dat er oog moet zijn voor de Succeservaringen die het behalen van een doel met zich mee moet brengen. Maak het doel klein zodat een succeservaring mogelijk is. Vandaaruit zal de Motivatie ontstaan om verder te gaan. Wanneer leerlingen een doel met succes behaald hebben en daardoor gemotiveerd zijn kan een volgend doel aangepakt worden en zal er plezier in school en leren groeien. Leerlingen met leerproblemen zullen dit plezier verliezen omdat succeservaringen ontbreken wanneer de doelen en de stappen niet aansluiten bij de leerling. Het gevolg kan ongewenst gedrag zijn. Dat gedrag is de hulpvraag van de leerling die jouw hulp nodig heeft om zijn doelen te bereiken. Wanneer de leerling niet weet met welk doel een plan van aanpak wordt opgesteld en wanneer het hem wordt opgelegd, zal het zeker ontbreken aan intrinsieke motivatie. Het is daarom van belang dat je samen een plan opstelt en samen een haalbaar doel formuleert.

    Accepteer de belemmering van de leerling. Accepteer de leerling met zijn specifieke ondersteuningsbehoefte. Als het kind zich geaccepteerd, begrepen en gezien voelt is er ook bij de leerling een breed draagvlak voor de te behalen doelen. Er zal ruimte zijn voor acceptatie van jouw plan door de leerling. Het nodigt uit tot actie als de doelstellingen samen opgesteld worden en wanneer er daarbij uitgegaan wordt van wat de leerling nodig heeft.
     
    De R staat bij SMART in Smartonderwijs voor Respectvol omgaan met elkaar. Vanuit respect voor de leerling met zijn specifieke ondersteuningsbehoefte je afvragen of het doel haalbaar is? Is er voldoende kennis bij alle betrokkenen zodat men weet welke hulpvraag deze leerling heeft en waar de leerling in de klas, binnen zijn leerproces tegen zijn grenzen oftewel beperkingen aanloopt? Wanneer wij per se van onze eigen doelen uitgaan die wij voor ogen hebben, ontbreekt het ons aan respect en empathie.
     
    De T staat bij SMART in Smartonderwijs voor Toegevoegde waarde. Bied meer aan het kind dan alleen de didactiek vanuit de methoden. Welke toegevoegde waarde bied jij in de klas? Ga uit van de mogelijkheden en de hulpvraag van het kind, wees ondersteunend en prikkel. Een methode werkt niet, de leerkracht/ docent werkt. Sluit de aanpak of de methodiek aan bij de leerling? Met de leerling afspreken binnen welke periode de hulp wordt geboden maakt de aanpak tijdgebonden. Hoe lang denkt de leerling nodig te hebben? Wanneer bespreek je samen of je op de goede weg bent en of de weg die je ingeslagen bent naar het doel misschien bijgesteld moet worden. Betrek de leerling in het hele proces, laat de leerling zijn doelen formuleren en wees de toegevoegde waarde met reeele verwachtingen, ondersteuning en vertrouwen.
    ​

    Wanneer er dan een begeleidingsplan opgesteld moet worden is het belangrijk dat er altijd aandacht is voor de leerling en zijn of haar specifieke hulpvraag en dit vanuit bovengenoemde punten. SMART-thinking.... ‘out of the box’ denken. Onderwijs dient creatief te zijn, dient rekening te houden met de belemmeringen van de leerling en uit te gaan van de sterke kanten van de leerling ………. en je mag buiten de lijntjes kleuren.......
     
    SMART opgestelde doelen kunnen een ondersteunende leidraad zijn omdat alle leerlingen recht hebben op een zo passend mogelijke plek in ons onderwijs. Onderwijs dat uitdaagt en dat uitgaat van hun mogelijkheden en rekening houdt met beperkingen.
     
    Denk in mogelijkheden en niet in belemmeringen. Denk Smart!

    Blog als PDF
    1 Comment

    Spellingproblemen

    2/6/2015

    0 Comments

     
    Foto
    Spellingregels leren bij leerproblemen


    Het toepassen en onthouden van spellingregels bij leerproblemen

    Zwakke spellers maken dezelfde fouten als de andere leerlingen in de klas die geen moeite hebben met dit vak, alleen meer en vaak zonder verbetering in het spellingproces. Ze blijven vaak onvoldoendes scoren hoe hard ze ook oefenen. Onder deze groep vallen ook kinderen met dyslexie, ADHD, kinderen met een taalontwikkelingsstoornis of andere problemen. Een zwak werkgeheugen maakt dat kinderen veel moeite hebben met het onthouden en toepassen van aangeleerde regels. 
    Het almaar oefenen op papier, woorden herhaaldelijk overschrijven, invuloefeningen etc… het levert vaak meer frustratie op dan een succeservaring. 

    Deze kinderen hebben meer aandacht en gerichte oefening nodig en vooral zelf handelen, verwoorden en toepassen.

    Verwoorden
    Van puur naar uitleg luisteren kunnen juist deze kinderen weinig van de aangeboden regels goed onthouden en juist toepassen. We weten dat uit onderzoek is gebleken dat van wat je hoort er 20% wordt onthouden, we onthouden 40% van wat we aandachtig lezen en het meest leren wij van wat je aan anderen uitlegt, dit is 95%. Het is dus van belang dat wij leerlingen laten verwoorden wat wij aanbieden. De leerlingen aan medeleerlingen laten uitleggen wat ze aangeleerd hebben gekregen en dit (eventueel) visueel op een digibord of smartbord laten toelichten. Laat de leerlingen aan klasgenootjes uitleggen hoe de nieuwe spellingregel wordt toegepast.

    Herhaling en inprenting
    Dit gegeven zou je dan een paar weken achter elkaar dagelijks moeten toepassen. De leerling elke dag even kort de regel aan de klas laten uitleggen. De regel maken ze zich dan eigen. Bij het aanbieden van de regel aan klasgenootjes of in een groepje kan dit ondersteund worden door de spellingregel toe te laten passen in een schriftje waarin de geoefende woorden (met deze specifieke regel) worden opgeschreven zodat er een spellingregel schrift ontstaat. Elke aangeboden regel zou dan een hoofdstuk in het schrift kunnen zijn.

    Van abstract naar concreet
    Vraag tijdens een tekenles aan de leerlingen om de spellingregels uit te werken in een tekening of schema. Doordat ze een abstracte regel creatief uitwerken zal deze ook beter eigen gemaakt worden. Dit kan het woord zijn waarbij de aangeboden regel is toegepast of de regel zelf in een tekening. Laat ze uiteindelijk dan hun product uitleggen aan klasgenootjes.

    In spel
    Laat de leerling voor leraar spelen en aan de klas de regel uitleggen. De leraar kan dan eventueel vragen stellen over de spellingregel. 

    De kracht van Herhaling
    Blijf na aanbod van elke nieuwe regel de oude regels herhalen op dezelfde manier als hierboven. Vraag de leerlingen om de eerder aangeboden regel voor de klas aan klasgenootjes aan te bieden.

    Hulp
    Juist de kinderen met spellingproblemen hebben veel baat bij spellingkaarten met regels (Braams), klankkaarten, inprentingswoorden en/of ezelsbruggetjes staan. Blijf ook dit aanbieden.

    Succeservaringen
    Laat de rode corrigeer pen buiten het schrift. Benadruk wat goed gaat en zet daarbij smileys in het schrift of mooie grote krullen. Bespreek wat nog niet goed gaat en bied dit nogmaals aan. Kijk naar de stappen hierboven. 

    Visualiseren
    Elke nieuwe regel die aangeboden wordt staat op het bord of hangt ergens in de klas gevisualiseerd en met een voorbeeld. 

    Tevens zou er een grote Mindmap kunnen hangen met de spellingregels van dat schooljaar. Bijvoorbeeld de spellingregels van groep 5. Deze staan dan in een Mindmap weergegeven met een korte schematische uitleg en voorbeelden. Aan het eind van het schooljaar kan deze Mindmap mee naar de volgende groep.

    Succes!!!



    0 Comments

    In gesprek met het kind..........Passendonderwijs

    1/25/2015

    0 Comments

     
    Foto
    Passend onderwijs
    Gesprek met een leerling

    Vorige week had ik een gesprek met een brugklasleerling op het VMBO. Deze leerling begeleid ik. Het is een erg leuke, gemotiveerde knul met TOS 
    ( taalontwikkelingsstoornis) 
    Deze jongen doet het eigenlijk best goed op het reguliere onderwijs en komt van een cluster 2 school. De VO school haakt al sinds de eerste week meteen in op hulpvragen en drempels die ik tijdens gesprekken met deze leerling signaleer.

    Krijg ik tijdens mijn begeleidingsgesprekken de antwoorden die ik nodig heb voor een succesvolle begeleiding? Kan deze jongen met zijn TOS problematiek makkelijk op vragen reageren en antwoorden? 
    Welke vragen geven tijdens deze begeleidingsgesprekken nauwelijks of geen informatie?
    Vragen als "hoe gaat het op school?" ," zijn er dingen waar je tegen aanloopt?", "kan ik ergens bij helpen", zijn vragen die direct leiden naar  'ja' en 'nee' antwoorden. 
    Deze kinderen kunnen moeizaam hulpvragen formuleren, maar kunnen sowieso heel moeilijk talig op directe vragen reageren. 
    Het liefst hebben ze meerkeuze vragen. Deze kinderen scoren vaak erg hoog op Cito toetsen door de meerkeuze vragen en vragen waar gewoon 1 antwoord op gegeven moet worden. Toetsen waar talig op geantwoord moet worden leveren vaak veel problemen op, want zinsbouw en complexe zinnen formuleren is een probleem.

    Toch als je heel concreet vraagt in een gesprek en daarbij een 1 op 1 gesprek kaders geeft komen er verrassende en leuke antwoorden.

    Mijn oplossing is een vel papier en gekleurde stiften. 
    In het midden van het papier staat school en dan vraag ik heel gericht per vak.
    Bijvoorbeeld:
    - "Welk vak gaat echt top op het moment?" Dat bleek Frans te zijn. Zolang hij alleen nog meer woordjes hoeft te leren en vaste regeltjes gaat het goed en is dit vak een succeservaring. Zelf ben ik dan erg blij dat hij nog geen zinnen hoeft te formuleren in het Frans en deze goede start kan maken. De rest houden we wel in de gaten.
    - " Is er nog een vak dat zo goed gaat?" Dat was rekenen vertelde hij. Toen ik een rondje maakte langs enkele rekenkundige handelingen bleek dat hij moeite heeft met breuken.
    Een aandachtspunt dus. 
    - Toen wiskunde ter sprake kwam bleek dat hij door de onduidelijke vraagstelling in de toets niet wist wat hij moest doen. Hij durfde ook niet om uitleg te vragen, want gaf hij aan, dat mag niet tijdens de toets. Helaas had hij toen een onvoldoende. 
    - het goed volgen van de instructie gaat niet altijd goed en dan vraagt hij het aan een andere leerling.

    Er kwam veel uit ons gesprek naar voren, veel meer dan wanneer ik gewoon tegenover hem had gezeten en had gevraagd hoe het ging. 
    Hij bleek zelf al de  mindmap strategie toe te passen. Huiswerk kostte hem veel tijd omdat hij toch veel moeite heeft met Nederlands. De grammatica en taal toepassen bleek nog een fors probleem. Dat hoort ook bij zijn probleem, maar dat gaan we nu aandacht geven.

    Het was een erg leuk en verhelderend gesprek. Met deze concrete vraagstelling en het kaderen van wat hij vertelde werd duidelijk wat ik als zijn ambulant begeleider  aandacht kan schenken.
    Wat een aandachtspunt moest zijn gaf ik een andere kleur. Mijn leerling vond het wel handig om zo alles wat wij bespraken in een overzicht te zien. 

    Na ons gesprek heb ik het 'plaatje' voorgelegd aan de zorgcoördinator en deze ging direct met de hulpvragen aan de slag. Zo kunnen we zorgen dat onderwijs Passend is en dat deze jongen met een spraaktaalstoornis met succes het regulier onderwijs doorloopt.
    Over 3 weken heb ik weer een gesprek met hem en dan kijken we opnieuw naar de hulpvragen en hoe het gaat. Op deze manier hou ik een vinger aan de pols en kan ik op tijd aan de bek trekken. 

    Smartonderwijs leert aan leerkrachten, docenten, remedial teachers , intern begeleiders en andere begeleiders de verschillende technieken van het leerling gesprek. 
    Hoe luisteren wij naar het kind en hoe maken wij vanuit een betrokken houding en juiste vraagstelling onderwijs Passend voor die kinderen die extra hulp nodig hebben.

    0 Comments

    Het werkgeheugen 

    11/19/2014

    12 Comments

     
    Foto
    Leerproblemen en leerstoornissen in relatie tot het werkgeheugen
    Mijn voorlichting ("Leerproblemen en met plezier naar school" ) is deels gebaseerd op het boek van Tracey Alloway. "het werkgeheugen, gerichte ondersteuning bij leerstoornissen". Deze voorlichting gaf ik afgelopen week in Oud Beijerland.
    Met de uitleg in dit blog hoop ik nog meer mensen te bereiken om deze groep kinderen in de klas die hulp te bieden die ze zo hard nodig hebben.

    Het werkgeheugen bevat twee vaardigheden, namelijk het verbale werkgeheugen wat helpt bij het onthouden en toepassen van instructie en het visueel- ruimtelijke werkgeheugen wat ondermeer wordt gebruikt voor het onthouden van volgordes van gebeurtenissen en rekenvaardigheden. 
    Tracy Alloway geeft aan dat je het werkgeheugen kan zien als de Post-it briefjes in je hoofd. Het is niet het korte termijn geheugen, dit legt ze ook duidelijk uit in het boek.
    Een kind met een zwak werkgeheugen zal er de hele schoolcarrière last van hebben en nooit aansluiten bij leeftijdsgenootjes.
    Het werkgeheugen is een belangrijke factor in het bepalen van schoolsucces, zelfs belangrijker dan het IQ. 
    Het werkgeheugen is een van de belangrijkste vaardigheden die de leerresultaten voorspeld.

    Wat signaleren we bij een zwak werkgeheugen? 
    - Moeite met het houden van de aandacht bij een bepaald onderwerp. Bij te veel inspanning haken deze kinderen af.
    - het kost deze kinderen heel veel inspanning om twee of meer dingen tegelijk te doen. - Die kinderen die ondanks jarenlang begeleiding en individuele instructie niet of nauwelijks vooruit gaan.
    - Deze kinderen zijn in de klas niet in staat voldoende informatie te onthouden om een taak af te maken.
    - Complexe opdrachten worden deels uitgevoerd. Lange zinnen worden niet onthouden. 
    - Iets overschrijven van het bord of aantekeningen maken tijdens de instructie is erg moeilijk voor deze kinderen. Luisteren en informatie opschrijven is een overvraging.
    - Kinderen met een zwak werkgeheugen hebben problemen met rekenen, lezen en spellen. De hoogte van het IQ maakt daarbij niet uit.
     Deze frustratie uit zich uiteindelijk in internaliserende of externaliserende gedragsproblemen.
    Problemen met het werkgeheugen blijven vaak verborgen voor familie en zelfs leerkrachten. De leerling wordt vaak gezien als lui of ongemotiveerd. Ze horen ook vaak dat ze zich beter moeten concentreren en beter moeten opletten. 

    Hard werken zonder aandacht voor het werkgeheugen is dan ook alleen maar gewoon hard werken geeft Tracy Alloway aan. Het oefenen en extra instructie mbt de kernvakken maakt geen verschil als de capaciteiten van het werkgeheugen niet ontwikkeld en getraind worden.

    Onderzoek van Tracy Alloway heeft aangetoond dat in de klas 1 op de 10 kinderen last heeft van problemen met het werkgeheugen. Zonder interventie zullen deze kinderen geen aansluiting vinden tot het niveau van mede leerlingen. 
    Belangrijk is zeker om ook te weten dat het werkgeheugen het leren beïnvloedt van leerlingen met stoornissen als Dyslexie, Dyscalculie , Dyspraxie , TOS, DCD, ADHD en autisme spectrum. Uit hetzelfde onderzoek is gebleken dat deze kinderen niet gebaat zijn bij interventies gericht op hun symptomen. Deze interventies dragen niet bij aan blijvende veranderingen in hun presteren.
    Het zwakke werkgeheugen is niet de oorzaak van de stoornis, het is er aan gekoppeld als een apart probleem en leidt dan uiteindelijk tot leerproblemen. Zo heeft elke groep zijn eigen specifieke sterktes en zwaktes in het werkgeheugen en het is belangrijk om deze te kennen om gerichte hulp te kunnen bieden

    Verbeteringen in het leren worden bereikt door het werkgeheugen een impuls te geven.

    Deze kinderen hebben vooral baat bij:
    - trainen van het werkgeheugen: auditieve geheugen spelletjes, breinspelletjes, sudoku , bordspelletjes, jungle memory (hier zijn veel successen mee) e.a.
    - strategieën aanbieden
    - tafelkaarten
    - bied hulp gericht op verwerken ipv op onthouden
    - mindmappen , de Romeinse kamer strategie ( boek mindmappen voor kids)
    - pre teaching voor succeservaringen
    - directe positieve beloning 
    - instructie gestructureerd, helder en in niet te veel zinnen 
    - instructie 1 op 1 herhalen
    - vragen aan de leerling wat hij/ zij als eerste gaat doen, niet vragen of de leerling weet wat hij/zij moet doen. 
    - meer tijd

    In het boek van Tracy Alloway vind u op een heldere manier verdere uitleg en ook aandacht per leerstoornis. 

    Smartonderwijs heeft in het aanbod van workshops en voorlichtingen ook aandacht voor dit onderwerp.

    12 Comments

    TOS het onbekende probleem

    6/3/2014

    0 Comments

     
    Foto
    TOS is de afkorting van Taalontwikkelingsstoornissen. Sinds februari 2014 is deze term de officiële vervanger voor ESM, oftewel ernstige spraaktaalproblemen.

     Er is in onze maatschappij en op de scholen veel aandacht voor dyslexie, dyscalculie, ADHD, autisme etc. Hoe gaan we met deze problematieken oftewel ‘stoornissen’ om binnen Passend onderwijs? Hierbij vergeten we een problematiek die minstens zo veel voorkomt en voor veel problemen zorgt. Of anders gezegd, we herkennen deze problematiek vaak niet.

     De kinderen met een taalontwikkelingsstoornis worden vaak met een heel andere problematiek geassocieerd. Vaak wordt er gedacht aan dyslexie, gedragsproblemen, concentratieproblemen of zelfs een lage intelligentie.

     Een voorbeeld uit de praktijk, een leerling die ik begeleidde….

     Deze Marokkaanse jongen van 12 jaar had wel al een cluster 2 indicatie, zijn spraaktaal problemen waren wel herkend. Zowel in de Nederlandse taal als in de taal van zijn ouders kon hij zeer moeizaam communiceren. Geboren en opgegroeid in Nederland. Toen de basisschool school deze jongen voor verder onderzoek aanmeldde vanwege zijn spraak-taalproblemen en problemen in de communicatieve redzaamheid werd er zoals gebruikelijk een intelligentietest afgenomen. Deze jongen scoorde op de WISC-III-nl een TIQ van 69. Er was een grote discrepantie tussen de verbale en performale schalen.

     Aangezien bij deze jongen op de testen van de logopedische screening een duidelijke spraaktaal ontwikkelingsachterstand te concluderen was heeft deze jongen zijn indicatie voor cluster 2 gekregen voor hij naar het VO ging. Hij ging naar het praktijkonderwijs en ik werd zijn ambulant begeleider.
    In dat eerste schooljaar moest hij een rekentoets van de Cito (E6) maken voor een niveau bepaling. Hij vroeg mij hoe hij deze toets kon maken als hij nog nooit breuken had gehad en procenten. Ik legde hem uit dat hij die mocht overslaan. Maar dat wilde hij niet…. Hij wilde het ook leren. Ik gaf aan dat ik hem er wel bij wilde helpen.
     Na tien bijeenkomsten kon deze jongen de breuken feilloos maken en waren we op weg met de procenten.
     Dat verbaasde mij bij dit intelligentie profiel. Ik wilde een nieuwe test, maar dit keer (zoals ik zo vaak bepleit bij deze kinderen) een non-verbale intelligentie test Wisc WNV-NL. Deze keer kwamen we op een non-verbale intelligentie van 105….. een erg groot verschil.
     Deze jongen is in het tweede jaar dus doorgestroomd naar het VMBO BBL en heeft nu een diploma.


     Wat ik hiermee wil aangeven is dat de kinderen met TOS problematiek vaak helaas niet ‘herkend’ worden en dit een onbekend probleem is, daarnaast is het ook een gegeven dat bij onderzoek deze kinderen met een grote taalontwikkelingsstoornis, vaak getest worden met talige toetsen. Vraag is of we dan een juist beeld krijgen van de mogelijkheden van deze kinderen.

     In de hersenen van kinderen/ mensen met TOS lopen de verbindingen tussen hersengebieden anders, waardoor taal minder goed wordt verwerkt. Dit is een problematiek die natuurlijk ook de oorzaak is bij andere stoornissen zoals Dyslexie, ADHD, Autisme etc.

     Kinderen met Dyslexie hebben op het gebied van het leren van klanken en woorden, het auditieve geheugen, het fonemisch bewustzijn overeenkomstige problemen als kinderen met TOS.

     Kinderen met TOS kunnen veel kenmerken van ADHD vertonen door bijvoorbeeld de onrust van alle auditieve en talige prikkels die niet vlug genoeg in het juiste ‘laatje’ verwerkt kunnen worden. Zo kunnen deze kinderen ook de clown gaan uithangen.

     Kinderen met TOS en autisme zijn die kinderen met veel problemen in de communicatieve redzaamheid.

     Toch dient TOS niet verward te worden met Dyslexie, stotteren, autisme of een algemene taalachterstand. Wel kunnen deze problemen gezamenlijk aan de orde zijn als co morbiditeit.

     Wat zijn belangrijke signalen bij een Taalontwikkelingsstoornis en reden om verder onderzoek aan te vragen:

     -        Een lage/geringe woordenschat
     -        Woordvindingsproblemen
     -        Slecht verstaanbaar
     -        Geen goed lopend verhaal kunnen vertellen
     -        Veel fouten bij het maken van zinnen
     -        Of spreken in erg korte zinnen
     -        Vaak niet begrijpen van andere kinderen
     -        Lijkt vaak niet te weten wat hij/ zij moet doen
     -        Lijkt niet te luisteren
     -        Is erg stil en spreekt weinig
     -        Boos of gefrustreerd als het niet begrepen wordt
     -        Vaak alleen of terug getrokken gedrag
     -        Niet deelnemen aan kringgesprekken


     In mijn volgende blog wil ik aandacht schenken aan TOS problemen en Dyslexie en de hulpmiddelen die bij deze problematieken kunnen helpen bij het volgen van het regulier onderwijs.





    0 Comments

    Gedragsproblemen of een burnout

    1/31/2014

    0 Comments

     
    Foto
    Zou een kind dat dag in dag uit overvraagd wordt en vervolgens ook gedragsproblemen vertoont, concentratie problemen, slaapproblemen enz .. een kind zijn met een ‘burn-out’ of een kind met een ‘gedragsprobleem’ ?

     Het is over het algemeen vanuit zorg en goed bedoeld, maar wij zijn in staat om kinderen met leerproblemen of leerstoornissen fors te overvragen. Wat doen wij bij een kind dat het gevoel van autonomie kwijt is, het gevoel van constant falen heeft? Wij doen er nog een schepje boven op.               
    Extra oefenen thuis, na school en in de weekenden, terwijl je al zo moe bent en het al zo veel was op school. Soms zelfs in de pauze je werk af maken. Boekjes lezen die niet leuk zijn maar wel makkelijk.

    Bij de Ibooks heb ik een blog geplaatst waarin ik bovenstaande stukje verder uitgebreid heb geplaatst. Wat betekent dit overvraagd worden voor een kind met leerproblemen? De IBooks kunt u gratis downloaden of uitprinten.



    0 Comments

      Bernadette Sanders

      Met SMARTonderwijs wil ik hulp bieden aan die groep kinderen, die met hun problemen een weg proberen te vinden om zich staande te houden in het onderwijs en in onze 'verwachtingsvolle' maatschappij.

      Door scholing te verzorgen en handvatten te bieden aan leerkrachten en docenten teams hoop ik een bijdrage te kunnen leveren aan het 'passend onderwijs' waarin kinderen met een hulpvraag een plek moeten zien te vinden.

      Archief

      Maart 2018
      Januari 2018
      December 2017
      Maart 2017
      Januari 2017
      December 2016
      Oktober 2016
      September 2016
      Augustus 2016
      Juni 2016
      April 2016
      Maart 2016
      September 2015
      April 2015
      Maart 2015
      Februari 2015
      Januari 2015
      November 2014
      Oktober 2014
      September 2014
      Juni 2014
      Mei 2014
      April 2014
      Februari 2014
      Januari 2014
      Oktober 2013
      September 2013
      Augustus 2013
      Maart 2013

      Categorieën

      Alles
      ADD
      ADHD
      Agenda
      Autisme
      AVP
      Basisonderwijs
      Belemmering Schoolsucces
      Coaching
      Communicatie
      Communicatieve Redzaamheid
      Doelen
      Doelstellingen
      Dyscalculie
      Dyslexie
      Executieve Functies
      Externaliserend Problemen
      Faalangst
      Frustratie
      Gedrag
      Gedragsproblemen
      Huiswerk
      Huiswerkplanner
      Hulpvraag
      Instructie
      Internaliserende Problemen
      Kwetsbaarheid
      Leerkracht
      Leerling
      Leerlinggesprek
      Leerproblemen
      Magister
      Motivatie
      Negatieve Spiraal
      Onderpresteren
      Onderwijs
      Onderwijsprofessionals
      Ongewenst Gedrag
      Onmacht
      Onvermogen
      Organiseren
      Passendonderwijs
      PDD-nos
      Pesten
      Plannen
      Planner
      Puberbrein
      Pubers
      Rekenproblemen
      Schrijfmotorisch
      SMART
      Sociaal- Emotioneel
      Taalontwikkelingsstoornis
      Taalproblemen
      Taalstoornis
      Tablets
      TOS
      Voortgezet Onderwijs
      Welbevinden
      Werkgeheugen
      Werkhouding
      Zelfbeeld

    Over SMARTonderwijs


    Contact
    Aanbod
    Lid  NVO
    Geregistreerd bij Registerleraar.nl als aanbieder.
    CRKBO geregistreerd docent

    Smart-Thinking
    Algemene voorwaarden
    ​Klachtenregeling
    ​Privacyverklaring

    Disclaimer
    ​


    SMARTPages


    SMARTlinks
    Samenwerkingen
    Artikelen 
    ​Downloads
    Scholingsaanbod
    Consultaties
    SmartThinking
    Communicatiekaarten
    Boeken
    Recensies boeken
    Deelnemers Hand-out
    ​Home




    ​ 
    ​

    Als leren niet vanzelf gaat ...
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Photo used under Creative Commons from Ministère du Travail, de l'Emploi et de la santé
    Back to top