06 460 74 116
    SMARTonderwijs
    • Home
      • SMART thinking
      • Samenwerkingen
      • Contact >
        • Disclaimer
        • klachtenregeling
        • Privacy
    • De boeken!
      • Recensies boeken
    • Communicatiekaarten TOS
    • WereldTOSdag
    • Nascholingsaanbod
      • Opties nascholing over TOS
    • Artikelen
      • Blog
    • Downloads en links
      • SMARTlinks
      • HAND-OUT Deelnemers

    Smartonderwijs Blogs

    Lees, hoor en zie de hulpvraag in het gedrag van de leerling

    1/8/2018

    1 Comment

     
    Foto
    Foto
    Op de website van Medilex vindt u mijn blog over de hulpvraag van de leerling die vaak niet herkend wordt maar wel geuit wordt met 'ongewenst' gedrag.

    Lees, hoor en zie de hulpvraag in het gedrag van de leerling
    Ongewenst gedrag valt altijd op in de klas. Externaliserend gedrag is storend voor de leerkracht en vaak ook voor medeleerlingen. Internaliserend gedrag valt vaak minder op. “Zo wil ik er wel 20 in de klas…” is dan een bekende uitspraak. Het zijn leerlingen die niet snel om hulp zullen vragen, vaak zelf doormodderen en zich afzijdig houden. Toch kan deze internaliserende problematiek zelfs leiden tot een depressie, brun-out en vele andere problemen. Elke vorm van ongewenst gedrag is in de eerste plaats voor de leerling zelf een enorme belemmering met betrekking tot schoolsucces en het sociaal-emotioneel welbevinden.
    Is elk gedrag ‘probleemgedrag’?

    Elk gedrag dat opvalt is in feite een hulpvraag. Wie kent onderstaande uitspraken niet:

    “Wat een chaoot”
    “Hij roept altijd door de klas”
    “Het lijkt wel of zij de regels bepaalt in de klas ..”
    “Zij heeft nooit haar werk af’
    “Hij heeft een erg kort lontje”


    Als dergelijk ongewenst gedrag aanhoudt of verergert, wordt het al vlug ervaren als een gedragsprobleem en ook als zodanig benoemt. De leerkracht ervaart dan ook zelf een gevoel van onvermogen. Hoe pak ik dit gedrag aan? 
    Het gedrag van de leerling wordt de hulpvraag van de leerkracht.  Achter de hulpvraag van de leerkracht schuilt in feite dus de hulpvraag van de leerling. Het is belangrijk dat de leerkracht zelf verwoordt wat het gedrag is dat als ongewenst ervaren wordt?
    Wanneer je aandacht wilt besteden aan het ongewenste gedrag en het wilt verminderen dan moet je naar de bron. En wat is in dit geval de bron? De bron is het gedrag van de leerling. Niet de léérling is het probleem, maar het gedrág dat als ongewenst wordt ervaren. Niet de léérkracht heeft hulp nodig, maar de léérling.


    De hulpvraag achter het gedrag wordt vaak niet gezien
    Een leerling die nooit de juiste boeken bij zich heeft, altijd alles kwijt is, altijd het verkeerde werk maakt en daardoor veel berispt wordt heeft geen succeservaringen. De leerling die er vaak uitgestuurd wordt, omdat hij weer zijn huiswerk niet bij zich heeft zal mogelijk clownesk of stoer gedag gaan vertonen, omdat hij ten opzichte van de groep niet voor gek wil staan. Hij zal al vlug de stempel ‘ongemotiveerd voor school en leren’ krijgen terwijl dit mogelijk helemaal niet het geval is en deze leerling komt ongewild in een neergaande spiraal. Het gedrag zal voor hem steeds meer een vast patroon worden omdat zijn echte hulpvraag, vanuit zwakke executieve functies (‘help mij plannen en organiseren’), niet gezien wordt. Het ongewenste gedrag valt op in de klas en wordt negatief benoemd. Het gedrag wordt door de leerkracht als frustrerend ervaren, want hoe pak je het aan?


    Het probleem en dus het gedrag, eerst onderzoeken voordat het wordt gelabeld, kan tot heel  andere inzichten leiden. Een hulpvraag die ontstaat vanuit problemen met executieve functies, informatieverwerking en communicatieve redzaamheid, vraagt om gerichte ondersteuning. Veel ongewenst gedrag kan, als het niet op tijd als hulpvraag gezien wordt, uitgroeien tot zeer storend gedrag voor de leerkracht, medeleerlingen, maar vooral ook voor de ontwikkeling van de leerling zelf. De leerling kan zelfs vanuit frustratie en onvermogen tot gedrag komen dat kan leiden tot een schorsing of het niet afmaken van school.

    ​

    Lees, hoor en zie de hulpvraag in het gedrag van de leerling, schenk meer tijd aan het observeren van het gedrag en ga in gesprek met de leerling. Leerproblemen, problemen met executieve functies, problemen in de communicatieve redzaamheid, sociaal- emotionele problemen, taalproblemen, enz., kunnen de onderliggende oorzaak zijn en dus de hulpvraag van gedrag dat je signaleert. Als er geen sprake is van een gedragsstoornis, ontstaan gedragsproblemen niet zomaar. Ze ontstaan vanuit een gevoel van onvermogen, onmacht en frustratie.

    Wanneer er geen (h)erkenning is van de hulpvraag zal de leerling met het gedrag in een negatieve spiraal terecht komen en zal dit zeker ten koste gaan van de prestaties op school en het sociaal emotioneel welbevinden.

    Wilt u meer weten over dit onderwerp? Praktische handvaten? Smartonderwijs verzorgt inspirerende lezingen en workshops over dit onderwerp aan professionals. Meer informatie? [email protected]


    1 Comment

    SMART versus SMART

    12/1/2017

    3 Comments

     
    Foto

                     
    Mijn boek is klaar, ligt in de winkels en het voelt alsof het ‘ei’ is gelegd…. ‘Taalontwikkelingsstoornissen in de klas’, een boek met praktische tips voor in de klas, het was een jaar waarin elk vrij moment was gevuld. Ik had mijzelf een doel gesteld, ik ging ervan uit dat het haalbaar was en ik hoopte dat het ook realistisch was. De uitgever maakte dat ik rekening moest houden met een deadline.
    Doordat je jezelf een doel stelt en een concreet plan opstelt stuur je je handelen. Motivatie ontstaat als je aangemoedigd wordt en positieve feedback krijgt. De positieve reacties na elk hoofdstuk, maakte dat de intrinsieke motivatie groeide om het boek op tijd af te ronden naast een fulltimebaan. Als je denkt in mogelijkheden, denk je niet aan belemmeringen.
     
    En dan nu …. Tijd over? Nee niet echt, maar wel tijd voor weer een blog. Tijdens een van mijn lezingen hoorde ik voor ik startte een groepje deelnemers een opmerking maken over Smart in de naam van mijn onderwijsbureau ‘Smartonderwijs’.
    Tja, ik moest er wel om grijnzen…… In het onderwijs heeft men ondertussen de buik vol van de werkdruk die is ontstaan met alle administratie zoals groepsplannen, OPP’s enz. en dit alles met aandacht voor de term ‘Smart’. Elk groepsplan en begeleidingsplan moet Smart geschreven zijn, maar moet elk groepsplan, OPP of begeleidingsplan zo’n groot document zijn?
     
    Ik wist welk risico ik nam met de naam Smartonderwijs.
    Hoe ik aan de naam gekomen ben is al een heel bijzonder verhaal op zich en ik zal daardoor ook niet van de naam afstappen. Wel wil ik graag de betekenis van de letters SMART in de naam Smartonderwijs toelichten.
    Zelf hou ik enorm van buiten de lijntjes kleuren, ‘out of the box’ denken of een eigen invulling geven aan iets dat best een goed uitgangspunt heeft. 

    SMART van SMARTonderwijs heeft voor mij de betekenis die ik hieronder zal uitleggen.

    SMART
    Onderwijsdoelen moeten Smart zijn, tenminste dat is wat opbrengstgericht werken in het onderwijs als grondslag en als uitgangspunt heeft. Doelen moeten helder en specifiek gedefinieerd zijn zodat er maar één uitleg mogelijk is. Daarnaast moeten ze meetbaar zijn en voor alle leerlingen en voor de docenten acceptabel en vooral realistisch en binnen een bepaalde periode haalbaar zijn. Dit dient dan ook in begeleidingsplannen en schoolplannen opgenomen te zijn. De letters voor het opstellen van SMART doelen staan dan ook voor Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden.
    Leerdoelen worden op deze manier geformuleerd en in plannen vastgelegd.

     
    Specifiek – Meetbaar – Acceptabel – Realistisch – Tijdgebonden
     
    Het is belangrijk dat je je doelen goed formuleert en vastgelegd. Doelen sturen namelijk je handelen en maken dat er gewerkt wordt richting een gewenst eindresultaat. Een Smartplan is een concreet stappenplan dat goed kan helpen om je doel te bereiken. Goed formuleren van doelen maakt dat je het einddoel voor ogen houdt, niet alleen de docent, maar ook de leerling.
    Een Smart opgesteld doel moet niet alleen op papier geformuleerd worden, maar ook met regelmaat besproken worden, geëvalueerd worden en bijgesteld worden. Het kan geen statisch document zijn, maar een document dat de leerling volgt in zijn of haar groei.
    De letters SMART hebben in de naam van Smartonderwijs een aanvullende betekenis.

    Foto

    Het Specifiek maken van doelen betekent ook dat er oog moet zijn voor de Succeservaringen die het behalen van een doel met zich mee moet brengen. Maak het doel klein zodat een succeservaring mogelijk is. Vandaaruit zal de Motivatie ontstaan om verder te gaan. Wanneer leerlingen een doel met succes behaald hebben en daardoor gemotiveerd zijn kan een volgend doel aangepakt worden en zal er plezier in school en leren groeien. Leerlingen met leerproblemen zullen dit plezier verliezen omdat succeservaringen ontbreken wanneer de doelen en de stappen niet aansluiten bij de leerling. Het gevolg kan ongewenst gedrag zijn. Dat gedrag is de hulpvraag van de leerling die jouw hulp nodig heeft om zijn doelen te bereiken. Wanneer de leerling niet weet met welk doel een plan van aanpak wordt opgesteld en wanneer het hem wordt opgelegd, zal het zeker ontbreken aan intrinsieke motivatie. Het is daarom van belang dat je samen een plan opstelt en samen een haalbaar doel formuleert.

    Accepteer de belemmering van de leerling. Accepteer de leerling met zijn specifieke ondersteuningsbehoefte. Als het kind zich geaccepteerd, begrepen en gezien voelt is er ook bij de leerling een breed draagvlak voor de te behalen doelen. Er zal ruimte zijn voor acceptatie van jouw plan door de leerling. Het nodigt uit tot actie als de doelstellingen samen opgesteld worden en wanneer er daarbij uitgegaan wordt van wat de leerling nodig heeft.
     
    De R staat bij SMART in Smartonderwijs voor Respectvol omgaan met elkaar. Vanuit respect voor de leerling met zijn specifieke ondersteuningsbehoefte je afvragen of het doel haalbaar is? Is er voldoende kennis bij alle betrokkenen zodat men weet welke hulpvraag deze leerling heeft en waar de leerling in de klas, binnen zijn leerproces tegen zijn grenzen oftewel beperkingen aanloopt? Wanneer wij per se van onze eigen doelen uitgaan die wij voor ogen hebben, ontbreekt het ons aan respect en empathie.
     
    De T staat bij SMART in Smartonderwijs voor Toegevoegde waarde. Bied meer aan het kind dan alleen de didactiek vanuit de methoden. Welke toegevoegde waarde bied jij in de klas? Ga uit van de mogelijkheden en de hulpvraag van het kind, wees ondersteunend en prikkel. Een methode werkt niet, de leerkracht/ docent werkt. Sluit de aanpak of de methodiek aan bij de leerling? Met de leerling afspreken binnen welke periode de hulp wordt geboden maakt de aanpak tijdgebonden. Hoe lang denkt de leerling nodig te hebben? Wanneer bespreek je samen of je op de goede weg bent en of de weg die je ingeslagen bent naar het doel misschien bijgesteld moet worden. Betrek de leerling in het hele proces, laat de leerling zijn doelen formuleren en wees de toegevoegde waarde met reeele verwachtingen, ondersteuning en vertrouwen.
    ​

    Wanneer er dan een begeleidingsplan opgesteld moet worden is het belangrijk dat er altijd aandacht is voor de leerling en zijn of haar specifieke hulpvraag en dit vanuit bovengenoemde punten. SMART-thinking.... ‘out of the box’ denken. Onderwijs dient creatief te zijn, dient rekening te houden met de belemmeringen van de leerling en uit te gaan van de sterke kanten van de leerling ………. en je mag buiten de lijntjes kleuren.......
     
    SMART opgestelde doelen kunnen een ondersteunende leidraad zijn omdat alle leerlingen recht hebben op een zo passend mogelijke plek in ons onderwijs. Onderwijs dat uitdaagt en dat uitgaat van hun mogelijkheden en rekening houdt met beperkingen.
     
    Denk in mogelijkheden en niet in belemmeringen. Denk Smart!

    Blog als PDF
    3 Comments

    Een vol hoofd 'resetten'

    3/10/2017

    1 Comment

     
    Een leerlinggesprek is altijd weer een moment vol eyeopeners. Wat kunnen ze hun problemen goed 'verwoorden' als je de tijd neemt en echt luistert.
    Deze leerling is 15 jaar en zit op het VMBO. Hij heeft aan het eind van de dag zo'n vol hoofd dat er niets meer bij kan en hij niets meer wil vertellen. 
    Hij legt het zo duidelijk uit.

    " Juf mijn hoofd is net als mijn slaapkamer wanneer er een enorme bende is....... ik kan er dan ook niets vinden. ....dan moet ik ook zoeken".
    Hij is een tijdje stil en zoekt naar zijn uitleg......
    "Ik ben soms duizelig als ik een vol hoofd heb.......weet u wat ik doe als mijn hoofd helemaal vol is? Ik kan dan niet meer praten...... ik moet dan tijd hebben om te 'restarten'". 

    Hij staat op en loopt heen en weer door het kamertje waar wij zitten. Ik vraag hem niet om te gaan zitten en laat hem lopen en geef hem de ruimte om te zoeken, want dat lijkt hij te doen tijdens zijn loopje door de ruimte.

    "Als ik dan even kan doen wat ik leuk vindt..... dan kan ik op de 'resetknop' drukken..... Je restart je hoofd als je doet wat je leuk vindt........als ik thuis het beeldscherm opstart als ik uit school kom dan 'restart' ik........ dan loopt mijn volle hoofd leeg en kan ik alles vergeten............maar probleem is dat ik dan ook alles vergeet van wat er gebeurd is.... "

    Een gesprek van grote waarde...
    1 Comment

    Leer kinderen in vertrouwen kwetsbaar te durven zijn

    8/5/2016

    1 Comment

     
    Foto

     
     



    Wie durft zich kwetsbaar op te stellen? Wat betekent dat.'...je kwetsbaar opstellen'?


    Het betekent dat je jezelf bloot durf te geven, je durft je al handelend onzeker te voelen.
    Hoe moeilijk is het dan om in jezelf te blijven geloven?
     
    Kwetsbaar zijn wij vooral in de communicatie. In de communicatie met en naar anderen.
    Wanneer kunnen wij ons kwetsbaar voelen in de communicatie?
     
    • Wanneer je niet goed weet hoe je je gevoelens moet verwoorden.
    • Wanneer je boos of verdrietig bent.
    • Wanneer je voor een groep mensen spreekt.
    • Wanneer je jezelf moet uitdrukken in een andere taal en dit graag goed wil doen.
    • Wanneer je jezelf moet voorstellen in een ‘voorstelrondje’.
    • Wanneer je gekwetst of boos bent.
    • Wanneer je niet op woorden kan komen.
    • Wanneer je stottert.
    • Wanneer je iets moet vertellen waar je je voor schaamt.
    • Wanneer je met mensen spreekt die je nog nooit gesproken hebt.
     
    En zo zijn er nog tientallen momenten die je mogelijk ook zelf kan bedenken.
     
    - Niet dom zijn, maar je dom voelen…..Wie herkent niet dat gevoel als je iets aan het vertellen bent, bijvoorbeeld tijdens een uitleg en je kan niet op een belangrijk woord komen. Wie hakkelt en stottert niet af en toe?
     
    - Wie heeft zich nog nooit kwetsbaar of onzeker gevoeld tijdens een vergadering, wanneer je iets gevraagd wordt of wanneer je een mening moet geven of een stelling of idee moet verdedigen?
     
    - Wie voelt zich niet stuntelig in een andere taal wanneer je heel graag iets wil verwoorden en dat graag perfect doet?
     
    - Wie voelt de adrenaline stromen in een voorstelrondje en weet dat je zo aan de beurt bent en dan moet jij vertellen wie je bent?
     
     Misschien herken je een of meer van deze punten. Misschien herken je dan de kwetsbaarheid en de onzekerheid. Wie vindt het geen probleem om zich kwetsbaar op te stellen in de communicatie? Wie durft daarin geheel zichzelf te zijn en alle verwachtingen die er zijn aan de kant te schuiven? Velen onder ons hebben hier last van.
     
     Wij zijn net terug van een vakantie op Corfu en in ons favoriete restaurantje werd elke avond door de eigenaar gevraagd wat wij die dag gedaan hadden. Ik kan op de een of andere manier de ingewikkelde plaatsnamen niet onthouden. Wij zagen ook zoveel. Wat voelde ik mij dom als ik het niet kon vertellen, maar wij vertelden wel met handen en voeten wat wij gedaan hadden. Ik vond een oplossing… de avonden erop namen wij het boekje mee van Corfu en de kleine landkaart. Zo kwamen wij verder.
     
     Wat maakt dat wij ons niet meer kwetsbaar durven opstellen.... ?? Is het schaamte, een gevoel van we doen het toch niet goed genoeg? Is het angst voor kritiek, angst om uitgelachen te worden, om fouten te maken? Zijn wij bang om ons minderwaardig te voelen? 
     Nu heb ik het in bovenstaande vooral over volwassenen. Maar hoe zit het met kinderen en dan ook vooral kinderen met leer- en gedragsproblemen? Kinderen met een taalontwikkelingsstoornis en ander leer- en gedragsproblemen moeten zich wel kwetsbaar opstellen, elke dag weer… er is altijd wel een verwachting om aan te voldoen. Wat moedig!!!
     
     Vaak wordt je in je jeugd opgezadeld met schaamte. Dit gebeurt onbewust en ook al erg jong. Hoe makkelijk is het om te verbeteren i.p.v. complimentjes te geven. Hoe vlug zien wij ongewenst handelen ipv de nadruk te leggen op gewenst gedrag.                                                                                                
    Dit doen wij ook in de communicatie naar kinderen. Hoe vaak wordt er in haast gezegd:
    - “ik heb nu geen tijd” , “ik begrijp je niet”, “praat eens duidelijker”,
    - “praat wat harder, zo kan niemand je verstaan”….  
    - Zinnen die in de grammatica bij jonge kinderen niet goed zijn worden vaak aangegeven als ‘fout’ en dan wordt er gezegd hoe ze het wel moeten zeggen.
     
    Allemaal goed bedoelde handelingen en reacties die helaas de onzekerheid vergroten en dus de schaamte…..
     
    Natuurlijk kan deze benadering ook anders:     
                                                 
    • “kan je het nog een keer vertellen, ik heb niet goed geluisterd”    
                        -  
    • Als een kind uit onzekerheid in de klas zacht praat, dan kan je gewoon voor de rest van de groep (zonder opmerkingen) herhalen wat het kind zei. “ oh jij zei”…. of “jouw antwoord is ….”                                                                      
    • Zinnen die grammaticaal niet kloppen, of vervoegingen van woorden die niet juist zijn, herhaal je zonder duidelijk te verbeteren de zin of het woord op de juiste manier.
     
    Een voorbeeld van mijn kleinzoon van 3 die af en toe prachtige uitspraken heeft. “Oma die vlieg is dood, hij levert niet meer” , mijn antwoord: “ja lieverd die ‘leeft’ niet meer”. (Waarbij ik lachend denk…. En hij levert ook niets meer)      
    Of zijn opmerking terwijl hij wijst naar een plekje op zijn arm…”oma ik ben onderstoken door een mug” , “goh heeft een mug jou gestoken?”
     
     Kinderen mogen nooit bang worden om te spreken. Vaak ontstaat deze angst als jong. Laat kinderen zich vooral vrij voelen om fouten te maken. Het gevoel niet goed genoeg zijn, ontstaat juist in de jonge jaren van het kind. Leer ze om met vertrouwen te spreken. Te spreken tegen anderen, te spreken als ze iets uit willen leggen en neem gerust de tijd om er naar te luisteren en met de juiste vragen de bedoeling helder te krijgen. Laat niet merken dat je geen tijd hebt of kap het verhaal niet af . Maak ze bestand tegen deze schaamte door ze juist in de communicatie veel vertrouwen mee te geven.
     
     Kinderen met leerproblemen, kinderen met TOS of kinderen met andere stoornissen zoals autisme hebben deze schaamte al op kleuterleeftijd flink opgebouwd. Ze worden niet begrepen of begrijpen zelf de aangeboden taal niet. Juist deze kinderen moeten wij bestand maken tegen dit gevoel van schaamte. Hoe geven wij ze wat zelfvertrouwen terug?                                                                        
    Deze kinderen moeten wij vooral het gevoel geven dat ze goed genoeg zijn ondanks hun ‘handicap’ die zij als een tekortkoming ervaren.
     
    Maak van deze kinderen kleine tovenaars. Leer ze spreuken zoals ezelsbruggetjes en spreuken met positieve uitspraken over zichzelf (affirmatiekaartjes met kwaliteiten, beloningskaartjes, bijvoorbeeld de ‘Eigenwijsjes’) en geef ze handvatten en vooral begrip. Benader positief wat positief is en geef ze ruimte in de communicatie.
     
    Schaamte is schadelijk voor elke ontwikkeling. Ontwikkeling in het leren op school en in de ontwikkeling als mens. Hoe kunnen wij onszelf laten zien? Hoe kunnen wij deel uitmaken van de maatschappij als we doodsbang zijn van schaamte voor wat anderen van ons zullen denken en omdat je je als kind niet goed genoeg voelt.
    Kinderen met leerproblemen andere stoornissen vertonen dagelijks een dosis grote moed. Het zijn de kleine leeuwen in een arena. Lauwer ze juist daarom! 
     
    In het boek ‘De kracht van kwetsbaarheid’ van Brene Brown staat het volgende:
    Schaamte leidt tot angst, angst leidt tot risicomijding en dit is funest voor de ontwikkeling van elk persoon, voor de motivatie en voor het presteren. Dus is een goed gevoel van eigenwaarde is van groot belang.
     Tevens geeft ze aan dat iedereen schaamte voelt, want (schrijft ze) ‘mensen zonder schaamtegevoel zijn niet in staat tot empathie en het voelen van connectie…, maar niemand wil schaamte voelen, niemand wil denken ‘ik ben niet goed genoeg’.
     
     Blijf dus vooral communiceren met deze kinderen. Laat vooral zien wat ze wel kunnen en maak ze weerbaar tegen schaamte. Vraag kinderen wanneer het niet gaat, vraag wat moeilijk is, wat zijn hun grote en kleine hindernissen? Welke twijfels hebben ze, wat hindert hen in hun communicatie, wat hindert hen in het begrijpen van taal?                                                                                      
    Wanneer je deze kinderen vertrouwen geeft zal de schaamte verschrompelen en zullen ze minder kwetsbaar zijn. Kinderen moeten weten dat ze het waard zijn om lief te hebben en erbij te horen.
     
     Kinderen die zich schamen en bang zijn, vertonen dit ook in hun gedrag. Vervolgens rekenen wij ze weer af op hun gedrag en zien we de achterliggende oorzaak niet.  
    Wat is hierin onze taak als volwassenen….?
     
    Geef kinderen vertrouwen en laat hen in vertrouwen kwetsbaar durven te zijn zonder schaamte… Laat ze weten en voelen goed genoeg te zijn!



    1 Comment

    TOS een onzichtbare handicap

    4/30/2016

    6 Comments

     
    Foto
    In de afgelopen maanden bleek tijdens mijn workshops dat er meer dan eens geopperd werd door deelnemers dat TOS een onbekend begrip was. Zo heb ik een paar keer de opmerking gehoord “voor deze workshop had ik nog nooit van TOS gehoord". Dit was voor mij meer dan verbijsterend.
    Is het echt zo dat deze problematiek in het onderwijs nog zo onbekend is?
    TOS (voorheen ESM) staat voor taalontwikkelingsstoornis.
    Bij TOS spreken wij van moeite met begrijpen van taal, lezen van taal en gebruiken van taal.
    • Woordvorming/ zinsbouw
    • Auditieve verwerking
    • Spraak/ klanksysteem
    • Woordenschat/ taalbegrip
    • Taalgebruik (pragmatiek)
     
    TOS is geen (nieuwe) problematiek van nu. TOS is geen ‘moderne’ stoornis. TOS is een niet erkende stoornis. TOS is een taalontwikkelingsstoornis in de breedste zin van het woord. TOS is een probleem met betrekking tot de communicatieve redzaamheid.
    TOS is een onzichtbare handicap en vaak maken wij de fout om bepaalde kenmerken die wij in de klas signaleren te benoemen als ongewenst gedrag:
    • ongemotiveerd
    • ongeconcentreerd
    • agressief, kort lontje
    • luistert niet, let niet op, weet nooit waar wij zijn in het boek
    • is een chaoot
    • kan het niveau niet aan
    • emotioneel jong
    • verlegen en teruggetrokken etc.
     
    Natuurlijk is er overduidelijk een relatie tussen problemen met de communicatieve redzaamheid en gedragsproblemen.
    Eenmaal bewust van de vragen die er zijn over wat is TOS en hoe herken ik dit in mijn klas, ben ik mij voor de daaropvolgende workshops gaan verdiepen in de prevalentie cijfers. Wat wordt er in de klas over het hoofd gezien? Klopt het dat het niet ‘gezien’ wordt bij jonge kinderen op school? Is TOS een problematiek waar men op school te weinig mee geconfronteerd wordt of weet men niet wat men moet herkennen en doen wij deze kinderen in hun schoolloopbaan veel te kort?
     
    Met schrik dacht ik terug aan mijn eerste jaren als IB-er zo rond 1990…. Toen werd er over dyslexie en ADHD vaak gezegd dat het een modern probleem was. Kinderen met een dyslexie verklaring in de klas of met een ADHD indicatie waren toen nog minimaal…. Wij moesten nog leren signaleren en er was onvoldoende kennis over deze problematiek. Hoe kan het dat in een tijd waar men van alles lijkt te weten in de klas over ADHD, autisme, dyslexie, dyscalculie er zoveel onbekendheid is over TOS.
     
    De feiten:
     
    -    Er zijn minstens zoveel kinderen met TOS als met ADHD.
    -    Er zijn veel meer kinderen met TOS dan met autisme.
    -    In elke klas van 30 leerlingen zijn er ongeveer 2 kinderen
         met een (TOS) taalontwikkelingsstoornis.
    -   TOS en dyslexie als co- morbiditeit: 40% (Spear-Swerling 2006)
         en 50% bij 8 jarige leeftijd dyslexie (de Bree ea, 2012).
     
    Prevalentiecijfers:
    • Taalontwikkelingsstoornis: 7,4% (Tomblin e.a., 1997, Bishop, 2010)             
    • Dyslexie 5% (Internationaal tussen 2 en 10 procent (Blomert, 2005)
    • Autisme spectrum stoornis: 1% (DSM-V, 2013)
    • ADHD: 5% (DSM-V, 2013)
    • TOS en ASS: 3,9%(Conti-Ramsdene.a., 2006)
           -    TOS en ADHD: 30%-20%, afnemend bij het ouder worden.(Redmonde.a., 2014)
     
    Deze cijfers liegen er niet om en het is dus zeker wenselijk dat er meer aandacht voor komt voor kinderen die echt lijden onder deze problematiek. Gedrag dat in de klas verkeerd geïnterpreteerd kan worden als ‘lui’, ‘ongemotiveerd’, ‘niet oplettend’ etc.
    Kinderen die zonder de juiste hulp en aandacht een negatief zelfbeeld opbouwen en lager zullen scoren dan dat ze met de juiste hulp zouden kunnen behalen. Eerlijke kansen in het onderwijs…
    Hoeveel van deze problematiek wordt er besproken op de PABO’s?
    Wordt er überhaupt aandacht besteed op de PABO’s aan het signaleren van problemen met betrekking tot de communicatieve redzaamheid?
    Voordat wij weer nieuwe aanpassingen gaan krijgen in het onderwijs, zoals 2 jarigen naar school sturen, moeten wij misschien eerst even de opleidingen onder de loep nemen van de mensen die wij met een goede bagage voor de groep willen plaatsen.
    Pas dan, wanneer de kennis van de mensen voor de groep meer gericht wordt op wat zij in de groep moeten ondersteunen zal het onderwijs 'passender' worden. Vanuit kennis (die niet alleen methodieken behelst) is er begrip en vanuit begrip en kennis kan men ondersteunen en onderwijs bieden aan die kinderen die met een hulpvraag aan het onderwijs deelnemen.


    ​
     
     


                                                                                                                                             

    6 Comments

    Gedragsproblemen of een burnout

    1/31/2014

    0 Comments

     
    Foto
    Zou een kind dat dag in dag uit overvraagd wordt en vervolgens ook gedragsproblemen vertoont, concentratie problemen, slaapproblemen enz .. een kind zijn met een ‘burn-out’ of een kind met een ‘gedragsprobleem’ ?

     Het is over het algemeen vanuit zorg en goed bedoeld, maar wij zijn in staat om kinderen met leerproblemen of leerstoornissen fors te overvragen. Wat doen wij bij een kind dat het gevoel van autonomie kwijt is, het gevoel van constant falen heeft? Wij doen er nog een schepje boven op.               
    Extra oefenen thuis, na school en in de weekenden, terwijl je al zo moe bent en het al zo veel was op school. Soms zelfs in de pauze je werk af maken. Boekjes lezen die niet leuk zijn maar wel makkelijk.

    Bij de Ibooks heb ik een blog geplaatst waarin ik bovenstaande stukje verder uitgebreid heb geplaatst. Wat betekent dit overvraagd worden voor een kind met leerproblemen? De IBooks kunt u gratis downloaden of uitprinten.



    0 Comments

    Een goed gesprek ....Deel 1

    8/30/2013

    3 Comments

     
    Een goed gesprek....  bij werkhoudingsproblemen en gedragsproblemen

    Communiceren is op zich al een kunst. Zeker in een tijdperk waarin communiceren vooral plaats vindt via social-media. 
    Praten met je leerling (maar ook thuis met je kind) is een kunst op zich.
    Kinderen moeten we zien als volwaardige gesprekspartners. Wanneer deze stelling serieus wordt genomen is er al een enorm winstpunt. Wij willen ook graag dat er in een gesprek naar ons geluisterd wordt en dat deze betrokkenheid vooral blijkt uit gerichte vragen en doorvragen op een positieve en opbouwende manier. Zoals ik al zei...een hele kunst op zich.
    Een gouden regel is in ieder geval: maak tijd en reserveer deze tijd voor het kind. Zorg dat je niet gestoord kan worden, kijk niet op je horloge en vooral...zet je mobieltje even uit. 

    Dan de gespreksvoering.... Er zijn 7 gouden vragen die een ieder paraat zou moeten hebben in een gesprek met het kind. Deze vragen zijn vooral toepasbaar wanneer er signalen zijn van gedragsproblemen of werkhoudingroblemen. Gesloten vragen en afspraken van alleen de kant van een volwassenen leveren geen betrokkenheid van het kind op en ook geen informatie, maar voornamelijk alleen ja en nee antwoorden.

    De zeven gouden vragen zijn:

    1 wat gaat er allemaal al erg goed? Hoe is je dat gelukt?
    2 stel je kon toveren....wat zou dan anders gaan?
    3 wat is er nodig om dat te kunnen bereiken
    4 wat zouden wij kunnen doen voor jou?
    5 wat doe jij al om een klein begin te maken in die richting?
    6 wanneer ging het al een beetje goed en hoe deed je dat?
    7 als je dat vaker zo aanpakt , wat zou dan beter gaan?

    Maak een verslag van dit gesprek en doe dit samen met het kind. Zet de afspraken er onder en spreek meteen een vervolggesprek af ( liefst binnen een week) waarin de afspraken geevalueerd worden. Zet samen je naam onder de afspraken om zo aan te geven dat het een serieuze afspraak is. 

    Bovenal is het belangrijk dat we het kind serieus nemen en ook het gesprek.
    3 Comments

      Bernadette Sanders

      Met SMARTonderwijs wil ik hulp bieden aan die groep kinderen, die met hun problemen een weg proberen te vinden om zich staande te houden in het onderwijs en in onze 'verwachtingsvolle' maatschappij.

      Door scholing te verzorgen en handvatten te bieden aan leerkrachten en docenten teams hoop ik een bijdrage te kunnen leveren aan het 'passend onderwijs' waarin kinderen met een hulpvraag een plek moeten zien te vinden.

      Archief

      Maart 2025
      Maart 2018
      Januari 2018
      December 2017
      Maart 2017
      Januari 2017
      December 2016
      Oktober 2016
      September 2016
      Augustus 2016
      Juni 2016
      April 2016
      Maart 2016
      September 2015
      April 2015
      Maart 2015
      Februari 2015
      Januari 2015
      November 2014
      Oktober 2014
      September 2014
      Juni 2014
      Mei 2014
      April 2014
      Februari 2014
      Januari 2014
      Oktober 2013
      September 2013
      Augustus 2013
      Maart 2013

      Categorieën

      Alles
      ADD
      ADHD
      Agenda
      Autisme
      AVP
      Basisonderwijs
      Belemmering Schoolsucces
      Coaching
      Communicatie
      Communicatieve Redzaamheid
      Doelen
      Doelstellingen
      Dyscalculie
      Dyslexie
      Executieve Functies
      Externaliserend Problemen
      Faalangst
      Frustratie
      Gedrag
      Gedragsproblemen
      Huiswerk
      Huiswerkplanner
      Hulpvraag
      Instructie
      Internaliserende Problemen
      Kwetsbaarheid
      Leerkracht
      Leerling
      Leerlinggesprek
      Leerproblemen
      Magister
      Motivatie
      Negatieve Spiraal
      Onderpresteren
      Onderwijs
      Onderwijsprofessionals
      Ongewenst Gedrag
      Onmacht
      Onvermogen
      Organiseren
      Passendonderwijs
      PDD-nos
      Pesten
      Plannen
      Planner
      Puberbrein
      Pubers
      Rekenproblemen
      Schrijfmotorisch
      SMART
      Sociaal- Emotioneel
      Taalontwikkelingsstoornis
      Taalproblemen
      Taalstoornis
      Tablets
      TOS
      Voortgezet Onderwijs
      Welbevinden
      Werkgeheugen
      Werkhouding
      Zelfbeeld

    Over SMARTonderwijs


    Contact
    Lid  NVO
    CRKBO geregistreerd docent

    Smart-Thinking
    Algemene voorwaarden
    ​Klachtenregeling
    ​Privacyverklaring

    Disclaimer
    ​


    SMARTPages



    Samenwerkingen
    SMARTlinks
    Artikelen
    ​Downloads
    Nascholingsaanbod
    SmartThinking
    Communicatiekaarten
    Boeken
    Recensies boeken
    ​Home




    ​ 
    ​

    Als leren niet vanzelf gaat ...
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Photo from Ministère du Travail, de l'Emploi et de la santé
    Back to top