06 460 74 116
    SMARTonderwijs
    • Home
      • SMART thinking
      • Samenwerkingen
      • Contact >
        • Disclaimer
        • klachtenregeling
        • Privacy
    • De boeken!
      • Recensies boeken
    • Communicatiekaarten
    • Scholingsaanbod
      • Online scholingsdagen
      • Webinars
      • Online Masterclass aanbod
      • Opties scholing over TOS
    • Artikelen
      • Blog
    • LINKS en downloads
      • HAND-OUT Deelnemers
      • SMARTlinks en filmpjes

    Smartonderwijs Blogs

    ‘Huiswerk plannen en organiseren’, de puberhersenen zijn er nog niet voor uitgerust.

    3/28/2018

    1 Comment

     
    Foto
    In de wachtkamer van de tandarts zat tegenover mij een gezin met een dochter die ik op 'brugklasleeftijd' schatte. Zij was met haar vader in gesprek over school. Er waren uren uitgevallen en vader maakte zich zorgen of deze wel ingehaald werden, want het vak viel al zo vaak uit. Dochterlief gaf aan dat dit wel allemaal op Magister (een digitaal leerlingportal) zou staan als haar rooster werd gewijzigd. Zij maakte zich er niet druk over. Toch handig dat ouders inlogcodes hebben, want vader zocht kennelijk meteen op zijn mobiel de link van Magister op. Hij vertelde zijn dochter dat zij voor de rest van de week geen huiswerk had staan in Magister. Dochterlief knikte blij instemmend en zei ‘beter!’ Vervolgens las vader op dat zij voor volgende week dinsdag wiskunde had staan als enige vak met huiswerk. Oh, zei de dochter, dat heb ik denk ik al af, vader ging verder met het oplezen van het huiswerk van de week die volgde.

    Het gesprek volgend vroeg ik mij af wie hier nu eigenlijk verantwoordelijk was voor het huiswerk en hoe leren wij onze kinderen plannen en organiseren? Doen de leerlingen dat alleen nog vanaf het scherm van hun mobiel? Kunnen zij daarmee een schoolweek overzien? Op Magister kan je geen week vooruit kijken of huiswerk plannen en al helemaal niet op je mobiel.

    Ik moest meteen denken aan mijn leerling met TOS in het vmbo. Zijn prestaties waren zorgelijk en gingen hard achteruit. Zodoende had ik afgelopen week met de mentor en met zijn moeder een gesprek over zijn aanpak qua huiswerk en leren. Deze leerling had ik gevraagd of hij een agenda heeft en dat had hij bevestigd. Toen ik vroeg of ik zijn agenda mocht inzien bleek het een hele lege papieren agenda. Keurig aan het begin van het schooljaar gekocht. Keurig bij zich, maar er werd niets mee gedaan. Als ik informeer naar hoe hij zijn huiswerk noteert zegt hij doodleuk ‘ik kijk gewoon elke avond of middag op Magister en dan staat er wat ik voor de volgende dag moet doen . Op mijn vraag of hij dan niet in de knel komt met leerwerk haalde hij zijn schouders op. Dat moest hij dan ook in een avond leren.

    Dat is dus het gevolg van het ontbreken van de papieren agenda in ons onderwijs. De docenten schrijven niet meer samen met de leerlingen in de brugklas het huiswerk op. Er wordt niet gesproken over plannen en organiseren. De leerling wordt helemaal op zichzelf teruggewezen. Ze moeten opeens na groep 8 zelfstandig(er) zijn. Pubers van 12/ 13 jaar die de overstap maken van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs moeten naast alle andere veranderingen ook in het organiseren van het huiswerk hun eigen weg zien te vinden. Probleem is alleen dat de executieve functies van deze jongeren nog niet op de hoogte zijn van deze verwachtingen die wij hebben. Plannen en organiseren is een vaardigheid, een executieve functie, die aangeleerd moet worden en begeleid. Waar leren wij onze leerlingen dat wanneer dat niet (meer) op school expliciet wordt aangeboden of begeleid.
    Je hoeft ‘alleen maar’ ‘s avonds even op dat kleine mobieltje te kijken en vooruitkijken is er op die leeftijd echt nog niet ingeslepen.

    Zelf pleit ik voor een papieren agenda samen met een planner (hele leuke planners zijn verkrijgbaar bij de Hema) waarbij ze elke week het huiswerk overzichtelijk kunnen inplannen en toetsen in te leren stukken kunnen delen. Dat is een vaardigheid die je aangeleerd moet krijgen. Het is geen vaardigheid die zich spontaan ontwikkeld.
    Tja en bij wie ligt nu deze verantwoordelijkheid als de ‘leerlinghersenen’ hiervoor nog niet rijp genoeg zijn. Wie ondersteunt ze daarbij? Pubers raken nu eenmaal snel het overzicht kwijt en daarnaast zijn zij ook extra gevoelig voor afleiding. Het is heel logisch en begrijpelijk dat een 13- of 14 jarige moeite heeft met plannen op de lange termijn. De hersenen zijn er nog niet voor uitgerust en moeten op dit punt een aantal stappen aangeleerd krijgen.
    ​

    Laat leerlingen op school, zeker in de brugklas, starten met een papierenagenda en leer ze plannen. Dit geeft ze een flinke basis voor de jaren die nog komen. Zeker de zorgleerlingen hebben deze 'visuele' ondersteuning van een papieren agenda en een planner hard nodig om het overzicht te bewaren.


    ​
    1 Comment

    Leer kinderen in vertrouwen kwetsbaar te durven zijn

    8/5/2016

    1 Comment

     
    Foto

     
     



    Wie durft zich kwetsbaar op te stellen? Wat betekent dat.'...je kwetsbaar opstellen'?


    Het betekent dat je jezelf bloot durf te geven, je durft je al handelend onzeker te voelen.
    Hoe moeilijk is het dan om in jezelf te blijven geloven?
     
    Kwetsbaar zijn wij vooral in de communicatie. In de communicatie met en naar anderen.
    Wanneer kunnen wij ons kwetsbaar voelen in de communicatie?
     
    • Wanneer je niet goed weet hoe je je gevoelens moet verwoorden.
    • Wanneer je boos of verdrietig bent.
    • Wanneer je voor een groep mensen spreekt.
    • Wanneer je jezelf moet uitdrukken in een andere taal en dit graag goed wil doen.
    • Wanneer je jezelf moet voorstellen in een ‘voorstelrondje’.
    • Wanneer je gekwetst of boos bent.
    • Wanneer je niet op woorden kan komen.
    • Wanneer je stottert.
    • Wanneer je iets moet vertellen waar je je voor schaamt.
    • Wanneer je met mensen spreekt die je nog nooit gesproken hebt.
     
    En zo zijn er nog tientallen momenten die je mogelijk ook zelf kan bedenken.
     
    - Niet dom zijn, maar je dom voelen…..Wie herkent niet dat gevoel als je iets aan het vertellen bent, bijvoorbeeld tijdens een uitleg en je kan niet op een belangrijk woord komen. Wie hakkelt en stottert niet af en toe?
     
    - Wie heeft zich nog nooit kwetsbaar of onzeker gevoeld tijdens een vergadering, wanneer je iets gevraagd wordt of wanneer je een mening moet geven of een stelling of idee moet verdedigen?
     
    - Wie voelt zich niet stuntelig in een andere taal wanneer je heel graag iets wil verwoorden en dat graag perfect doet?
     
    - Wie voelt de adrenaline stromen in een voorstelrondje en weet dat je zo aan de beurt bent en dan moet jij vertellen wie je bent?
     
     Misschien herken je een of meer van deze punten. Misschien herken je dan de kwetsbaarheid en de onzekerheid. Wie vindt het geen probleem om zich kwetsbaar op te stellen in de communicatie? Wie durft daarin geheel zichzelf te zijn en alle verwachtingen die er zijn aan de kant te schuiven? Velen onder ons hebben hier last van.
     
     Wij zijn net terug van een vakantie op Corfu en in ons favoriete restaurantje werd elke avond door de eigenaar gevraagd wat wij die dag gedaan hadden. Ik kan op de een of andere manier de ingewikkelde plaatsnamen niet onthouden. Wij zagen ook zoveel. Wat voelde ik mij dom als ik het niet kon vertellen, maar wij vertelden wel met handen en voeten wat wij gedaan hadden. Ik vond een oplossing… de avonden erop namen wij het boekje mee van Corfu en de kleine landkaart. Zo kwamen wij verder.
     
     Wat maakt dat wij ons niet meer kwetsbaar durven opstellen.... ?? Is het schaamte, een gevoel van we doen het toch niet goed genoeg? Is het angst voor kritiek, angst om uitgelachen te worden, om fouten te maken? Zijn wij bang om ons minderwaardig te voelen? 
     Nu heb ik het in bovenstaande vooral over volwassenen. Maar hoe zit het met kinderen en dan ook vooral kinderen met leer- en gedragsproblemen? Kinderen met een taalontwikkelingsstoornis en ander leer- en gedragsproblemen moeten zich wel kwetsbaar opstellen, elke dag weer… er is altijd wel een verwachting om aan te voldoen. Wat moedig!!!
     
     Vaak wordt je in je jeugd opgezadeld met schaamte. Dit gebeurt onbewust en ook al erg jong. Hoe makkelijk is het om te verbeteren i.p.v. complimentjes te geven. Hoe vlug zien wij ongewenst handelen ipv de nadruk te leggen op gewenst gedrag.                                                                                                
    Dit doen wij ook in de communicatie naar kinderen. Hoe vaak wordt er in haast gezegd:
    - “ik heb nu geen tijd” , “ik begrijp je niet”, “praat eens duidelijker”,
    - “praat wat harder, zo kan niemand je verstaan”….  
    - Zinnen die in de grammatica bij jonge kinderen niet goed zijn worden vaak aangegeven als ‘fout’ en dan wordt er gezegd hoe ze het wel moeten zeggen.
     
    Allemaal goed bedoelde handelingen en reacties die helaas de onzekerheid vergroten en dus de schaamte…..
     
    Natuurlijk kan deze benadering ook anders:     
                                                 
    • “kan je het nog een keer vertellen, ik heb niet goed geluisterd”    
                        -  
    • Als een kind uit onzekerheid in de klas zacht praat, dan kan je gewoon voor de rest van de groep (zonder opmerkingen) herhalen wat het kind zei. “ oh jij zei”…. of “jouw antwoord is ….”                                                                      
    • Zinnen die grammaticaal niet kloppen, of vervoegingen van woorden die niet juist zijn, herhaal je zonder duidelijk te verbeteren de zin of het woord op de juiste manier.
     
    Een voorbeeld van mijn kleinzoon van 3 die af en toe prachtige uitspraken heeft. “Oma die vlieg is dood, hij levert niet meer” , mijn antwoord: “ja lieverd die ‘leeft’ niet meer”. (Waarbij ik lachend denk…. En hij levert ook niets meer)      
    Of zijn opmerking terwijl hij wijst naar een plekje op zijn arm…”oma ik ben onderstoken door een mug” , “goh heeft een mug jou gestoken?”
     
     Kinderen mogen nooit bang worden om te spreken. Vaak ontstaat deze angst als jong. Laat kinderen zich vooral vrij voelen om fouten te maken. Het gevoel niet goed genoeg zijn, ontstaat juist in de jonge jaren van het kind. Leer ze om met vertrouwen te spreken. Te spreken tegen anderen, te spreken als ze iets uit willen leggen en neem gerust de tijd om er naar te luisteren en met de juiste vragen de bedoeling helder te krijgen. Laat niet merken dat je geen tijd hebt of kap het verhaal niet af . Maak ze bestand tegen deze schaamte door ze juist in de communicatie veel vertrouwen mee te geven.
     
     Kinderen met leerproblemen, kinderen met TOS of kinderen met andere stoornissen zoals autisme hebben deze schaamte al op kleuterleeftijd flink opgebouwd. Ze worden niet begrepen of begrijpen zelf de aangeboden taal niet. Juist deze kinderen moeten wij bestand maken tegen dit gevoel van schaamte. Hoe geven wij ze wat zelfvertrouwen terug?                                                                        
    Deze kinderen moeten wij vooral het gevoel geven dat ze goed genoeg zijn ondanks hun ‘handicap’ die zij als een tekortkoming ervaren.
     
    Maak van deze kinderen kleine tovenaars. Leer ze spreuken zoals ezelsbruggetjes en spreuken met positieve uitspraken over zichzelf (affirmatiekaartjes met kwaliteiten, beloningskaartjes, bijvoorbeeld de ‘Eigenwijsjes’) en geef ze handvatten en vooral begrip. Benader positief wat positief is en geef ze ruimte in de communicatie.
     
    Schaamte is schadelijk voor elke ontwikkeling. Ontwikkeling in het leren op school en in de ontwikkeling als mens. Hoe kunnen wij onszelf laten zien? Hoe kunnen wij deel uitmaken van de maatschappij als we doodsbang zijn van schaamte voor wat anderen van ons zullen denken en omdat je je als kind niet goed genoeg voelt.
    Kinderen met leerproblemen andere stoornissen vertonen dagelijks een dosis grote moed. Het zijn de kleine leeuwen in een arena. Lauwer ze juist daarom! 
     
    In het boek ‘De kracht van kwetsbaarheid’ van Brene Brown staat het volgende:
    Schaamte leidt tot angst, angst leidt tot risicomijding en dit is funest voor de ontwikkeling van elk persoon, voor de motivatie en voor het presteren. Dus is een goed gevoel van eigenwaarde is van groot belang.
     Tevens geeft ze aan dat iedereen schaamte voelt, want (schrijft ze) ‘mensen zonder schaamtegevoel zijn niet in staat tot empathie en het voelen van connectie…, maar niemand wil schaamte voelen, niemand wil denken ‘ik ben niet goed genoeg’.
     
     Blijf dus vooral communiceren met deze kinderen. Laat vooral zien wat ze wel kunnen en maak ze weerbaar tegen schaamte. Vraag kinderen wanneer het niet gaat, vraag wat moeilijk is, wat zijn hun grote en kleine hindernissen? Welke twijfels hebben ze, wat hindert hen in hun communicatie, wat hindert hen in het begrijpen van taal?                                                                                      
    Wanneer je deze kinderen vertrouwen geeft zal de schaamte verschrompelen en zullen ze minder kwetsbaar zijn. Kinderen moeten weten dat ze het waard zijn om lief te hebben en erbij te horen.
     
     Kinderen die zich schamen en bang zijn, vertonen dit ook in hun gedrag. Vervolgens rekenen wij ze weer af op hun gedrag en zien we de achterliggende oorzaak niet.  
    Wat is hierin onze taak als volwassenen….?
     
    Geef kinderen vertrouwen en laat hen in vertrouwen kwetsbaar durven te zijn zonder schaamte… Laat ze weten en voelen goed genoeg te zijn!



    1 Comment

    TOS een onzichtbare handicap

    4/30/2016

    5 Comments

     
    Foto
    In de afgelopen maanden bleek tijdens mijn workshops dat er meer dan eens geopperd werd door deelnemers dat TOS een onbekend begrip was. Zo heb ik een paar keer de opmerking gehoord “voor deze workshop had ik nog nooit van TOS gehoord". Dit was voor mij meer dan verbijsterend.
    Is het echt zo dat deze problematiek in het onderwijs nog zo onbekend is?
    TOS (voorheen ESM) staat voor taalontwikkelingsstoornis.
    Bij TOS spreken wij van moeite met begrijpen van taal, lezen van taal en gebruiken van taal.
    • Woordvorming/ zinsbouw
    • Auditieve verwerking
    • Spraak/ klanksysteem
    • Woordenschat/ taalbegrip
    • Taalgebruik (pragmatiek)
     
    TOS is geen (nieuwe) problematiek van nu. TOS is geen ‘moderne’ stoornis. TOS is een niet erkende stoornis. TOS is een taalontwikkelingsstoornis in de breedste zin van het woord. TOS is een probleem met betrekking tot de communicatieve redzaamheid.
    TOS is een onzichtbare handicap en vaak maken wij de fout om bepaalde kenmerken die wij in de klas signaleren te benoemen als ongewenst gedrag:
    • ongemotiveerd
    • ongeconcentreerd
    • agressief, kort lontje
    • luistert niet, let niet op, weet nooit waar wij zijn in het boek
    • is een chaoot
    • kan het niveau niet aan
    • emotioneel jong
    • verlegen en teruggetrokken etc.
     
    Natuurlijk is er overduidelijk een relatie tussen problemen met de communicatieve redzaamheid en gedragsproblemen.
    Eenmaal bewust van de vragen die er zijn over wat is TOS en hoe herken ik dit in mijn klas, ben ik mij voor de daaropvolgende workshops gaan verdiepen in de prevalentie cijfers. Wat wordt er in de klas over het hoofd gezien? Klopt het dat het niet ‘gezien’ wordt bij jonge kinderen op school? Is TOS een problematiek waar men op school te weinig mee geconfronteerd wordt of weet men niet wat men moet herkennen en doen wij deze kinderen in hun schoolloopbaan veel te kort?
     
    Met schrik dacht ik terug aan mijn eerste jaren als IB-er zo rond 1990…. Toen werd er over dyslexie en ADHD vaak gezegd dat het een modern probleem was. Kinderen met een dyslexie verklaring in de klas of met een ADHD indicatie waren toen nog minimaal…. Wij moesten nog leren signaleren en er was onvoldoende kennis over deze problematiek. Hoe kan het dat in een tijd waar men van alles lijkt te weten in de klas over ADHD, autisme, dyslexie, dyscalculie er zoveel onbekendheid is over TOS.
     
    De feiten:
     
    -    Er zijn minstens zoveel kinderen met TOS als met ADHD.
    -    Er zijn veel meer kinderen met TOS dan met autisme.
    -    In elke klas van 30 leerlingen zijn er ongeveer 2 kinderen
         met een (TOS) taalontwikkelingsstoornis.
    -   TOS en dyslexie als co- morbiditeit: 40% (Spear-Swerling 2006)
         en 50% bij 8 jarige leeftijd dyslexie (de Bree ea, 2012).
     
    Prevalentiecijfers:
    • Taalontwikkelingsstoornis: 7,4% (Tomblin e.a., 1997, Bishop, 2010)             
    • Dyslexie 5% (Internationaal tussen 2 en 10 procent (Blomert, 2005)
    • Autisme spectrum stoornis: 1% (DSM-V, 2013)
    • ADHD: 5% (DSM-V, 2013)
    • TOS en ASS: 3,9%(Conti-Ramsdene.a., 2006)
           -    TOS en ADHD: 30%-20%, afnemend bij het ouder worden.(Redmonde.a., 2014)
     
    Deze cijfers liegen er niet om en het is dus zeker wenselijk dat er meer aandacht voor komt voor kinderen die echt lijden onder deze problematiek. Gedrag dat in de klas verkeerd geïnterpreteerd kan worden als ‘lui’, ‘ongemotiveerd’, ‘niet oplettend’ etc.
    Kinderen die zonder de juiste hulp en aandacht een negatief zelfbeeld opbouwen en lager zullen scoren dan dat ze met de juiste hulp zouden kunnen behalen. Eerlijke kansen in het onderwijs…
    Hoeveel van deze problematiek wordt er besproken op de PABO’s?
    Wordt er überhaupt aandacht besteed op de PABO’s aan het signaleren van problemen met betrekking tot de communicatieve redzaamheid?
    Voordat wij weer nieuwe aanpassingen gaan krijgen in het onderwijs, zoals 2 jarigen naar school sturen, moeten wij misschien eerst even de opleidingen onder de loep nemen van de mensen die wij met een goede bagage voor de groep willen plaatsen.
    Pas dan, wanneer de kennis van de mensen voor de groep meer gericht wordt op wat zij in de groep moeten ondersteunen zal het onderwijs 'passender' worden. Vanuit kennis (die niet alleen methodieken behelst) is er begrip en vanuit begrip en kennis kan men ondersteunen en onderwijs bieden aan die kinderen die met een hulpvraag aan het onderwijs deelnemen.


    ​
     
     


                                                                                                                                             

    5 Comments

    Blind en doof voor TOS?

    3/13/2016

    4 Comments

     
    Foto
    Tijdens een verjaardag ving ik een gesprek op, naast mij, tussen twee vriendinnen. Een van hen heeft een dochter van net 4 jaar en daar ging het gesprek over. Gesprekken afluisteren is niet mijn ding, maar als je er naast zit en je hoort dat het gaat over de zorg omtrent de ontwikkeling van een kind lukt het mij niet om mijn oren te sluiten.

    De moeder van dit meisje vertelde dat ze nu voor het eerst naar school ging, groep 1. Ze had het heel spannend gevonden en was in de eerste dagen erg verdrietig thuisgekomen, omdat ze niet begrepen werd door klasgenootjes en ook de juf begreep haar niet altijd. Nu leek het alsof er wat verbetering was in de situatie en ze had nu een andere en meer ervaren juf.
    Naarmate het gesprek vorderde begreep ik dat het ging om een meisje van 4 met ernstige articulatie problemen en spraaktaal problemen. Een meisje dat zich in de communicatie vooral redde door dingen aan te wijzen. Een meisje dat vaak niet goed te verstaan was en vaak een gevoel van onvermogen had op dit gebied.

    De moeder vertelde dat het meisje al vanaf een jaar of drie naar logopedie ging en dat de logopediste wel enige vooruitgang boekte. Er brandden op dat moment allerlei vragen op mijn tong, maar in hoeverre kan je in zo’n gesprek ‘inbreken’? De vriendin vroeg of er vanuit de logopedie niet gewezen was op verder onderzoek bij een audiologisch centrum zodat er extra begeleiding voor het meisje en de school aangevraagd kon worden. Deze vraag deed mij vermoeden dat deze vriendin zelf mogelijk in het onderwijsveld werkzaam is en ik was dan ook blij met die vraag. De moeder antwoordde helaas dat dit volgens de logopedist niet nodig was, want er werd wel vooruitgang geboekt. Wat schrok ik van dit antwoord!
     
    Dit gesprek was een aantal weken geleden en het laat mij tot op vandaag de dag niet los. Ook al zou ik ingegrepen hebben in het gesprek, moeder bleek een rotsvast vertrouwen te hebben in de logopediste in de buurt. Ik vraag mij dan ook af waarom de school niet meteen actie onderneemt….?? Ook school kan adviseren om verder onderzoek op te starten, school kan dit ook zelf aanvragen en zelfs starten met een consultatie bij cluster 2. Dit kind heeft mogelijk al een achterstand in te lopen en zowel school, de logopediste, de ouders en het kind zouden gebaat zijn bij de hulp en expertise vanuit cluster 2.
    De problemen die dit kind zal tegenkomen op het gebied van presteren, op het gebied van de communicatie en dus zeker ook op sociaal emotioneel gebied is enorm. Gedragsproblemen (introvert of extrovert) liggen om de hoek!
     
    Enkele feiten uit onderzoek:
    Er zijn volgens de statistieken minstens zoveel kinderen met TOS als met ADHD:
    Prevalentie (Tomblin e.a., 1997, Bishop, 2010):
     - Taalontwikkelingsstoornis: 7,4%
     - ADHD: 5%
    In elke klas van 30 leerlingen zijn er ongeveer 2 kinderen met een taalontwikkelingsstoornis.
    Zo blijkt bij TOS en dyslexie (comorbiditeit)  een prevalentie van 40% (Spear-Swerling 2006)
    en 50% bij op 8 jarige leeftijd dyslexie (de Bree ea, 2012).
    - De prevalentie dyslexie alleen is volgens de onderzoekers 5% (Internationaal tussen 2 en 10 procent (Blomert,2005)
     
    In een bericht van het NVA (Nederlandse vereniging voor Autisme) staat: 
    “Het CBS maakte bekend dat 2,8 % van de Nederlandse kinderen (4 tot 12 jaar) volgens hun ouders een ASS heeft” 
    http://www.autisme.nl/autisme-onderzoek/onderzoek-naar-autisme/prevalentiecijfers-over-autisme.aspx
    Dit zou dus betekenen dat TOS vaker voorkomt in de klas dan autisme…
     
    Wordt het dus geen tijd dat wij ons als onderwijsprofessionals (en daarbij zeker ook de bahandelaars) ons meer verdiepen in een taalontwikkelingsstoornis. Wat zijn de signalen, welke hulpvragen liggen er dan bij de kinderen, wat kunnen wij bieden en wat zijn alle mogelijke gevolgen? Wat kan je als leerkracht en als logopedist voor deze kinderen betekenen?
     
    Vanmorgen zag ik ook bij het lezen van het nieuws deze kop: ‘Iedereen blind voor taalproblemen kind’ 
    http://www.telegraaf.nl/binnenland/25379615/__Iedereen_blind_voor_taalproblemen_kind__.html?utm_source=mail&utm_medium=email&utm_campaign=email
    Je zou het echt gaan geloven……
    - Observeer
    - Luister naar het kind
    - Bij twijfel…… verwijs door!!
     
    Voor de ontwikkeling van een kind is het uitermate belangrijk om een TOS tijdig te herkennen. Dit kan vaak al op erg jonge leeftijd en zou ook moeten.
    Er zijn een aantal belangrijke signalen. Het hoeft niet te wijzen op een taalontwikkelingsstoornis, maar het is belangrijk om er aandacht aan te schenken.
    Als ouder kan je bij twijfel altijd contact opnemen met een audiologisch centrum in de buurt.

    Al vanaf heel jong kan men bij het AC uitgebreid onderzoek doen naar de taalontwikkeling van het kind. Wanneer er vroeg gesignaleerd wordt kunnen er een hoop problemen voorkomen worden en is vroege interventie mogelijk.

    Waar kan je op letten:
    Praat je peuter nog niet?  Lijkt een kind in jouw klas anderen niet goed te begrijpen? Kent je kind weinig woorden Heeft het moeite om op een woord te komen Is je kind slecht verstaanbaar Maakt het veel fouten bij het maken van zinnen, maakt het kind erg korte zinnen die niet in verhouding tot de leeftijd zijn. Of begrijpt het kind vaak anderen niet, maar spreekt het wel voldoende. Het kind is opvallend stil en praat te weinig. Het kind wordt verdrietig of boos als het niet begrepen wordt.            
     
    Ik hoop dat kinderen met TOS gezien en gehoord gaan worden en dat wij niet blind en doof zijn voor deze problematiek!
     
    Hieronder de signaleringsposters van Kentalis.
    Andere downloads over TOS vindt u op de website van Kentalis. http://www.ikenkentalis.nl/tos/downloads-tos/

    tos_signaleringsposter.pdf
    File Size: 1230 kb
    File Type: pdf
    Download bestand

    poster_herkennen_signalen_tos_babys_-_peuters.pdf
    File Size: 746 kb
    File Type: pdf
    Download bestand

    4 Comments

    Spellingproblemen

    2/6/2015

    0 Comments

     
    Foto
    Spellingregels leren bij leerproblemen


    Het toepassen en onthouden van spellingregels bij leerproblemen

    Zwakke spellers maken dezelfde fouten als de andere leerlingen in de klas die geen moeite hebben met dit vak, alleen meer en vaak zonder verbetering in het spellingproces. Ze blijven vaak onvoldoendes scoren hoe hard ze ook oefenen. Onder deze groep vallen ook kinderen met dyslexie, ADHD, kinderen met een taalontwikkelingsstoornis of andere problemen. Een zwak werkgeheugen maakt dat kinderen veel moeite hebben met het onthouden en toepassen van aangeleerde regels. 
    Het almaar oefenen op papier, woorden herhaaldelijk overschrijven, invuloefeningen etc… het levert vaak meer frustratie op dan een succeservaring. 

    Deze kinderen hebben meer aandacht en gerichte oefening nodig en vooral zelf handelen, verwoorden en toepassen.

    Verwoorden
    Van puur naar uitleg luisteren kunnen juist deze kinderen weinig van de aangeboden regels goed onthouden en juist toepassen. We weten dat uit onderzoek is gebleken dat van wat je hoort er 20% wordt onthouden, we onthouden 40% van wat we aandachtig lezen en het meest leren wij van wat je aan anderen uitlegt, dit is 95%. Het is dus van belang dat wij leerlingen laten verwoorden wat wij aanbieden. De leerlingen aan medeleerlingen laten uitleggen wat ze aangeleerd hebben gekregen en dit (eventueel) visueel op een digibord of smartbord laten toelichten. Laat de leerlingen aan klasgenootjes uitleggen hoe de nieuwe spellingregel wordt toegepast.

    Herhaling en inprenting
    Dit gegeven zou je dan een paar weken achter elkaar dagelijks moeten toepassen. De leerling elke dag even kort de regel aan de klas laten uitleggen. De regel maken ze zich dan eigen. Bij het aanbieden van de regel aan klasgenootjes of in een groepje kan dit ondersteund worden door de spellingregel toe te laten passen in een schriftje waarin de geoefende woorden (met deze specifieke regel) worden opgeschreven zodat er een spellingregel schrift ontstaat. Elke aangeboden regel zou dan een hoofdstuk in het schrift kunnen zijn.

    Van abstract naar concreet
    Vraag tijdens een tekenles aan de leerlingen om de spellingregels uit te werken in een tekening of schema. Doordat ze een abstracte regel creatief uitwerken zal deze ook beter eigen gemaakt worden. Dit kan het woord zijn waarbij de aangeboden regel is toegepast of de regel zelf in een tekening. Laat ze uiteindelijk dan hun product uitleggen aan klasgenootjes.

    In spel
    Laat de leerling voor leraar spelen en aan de klas de regel uitleggen. De leraar kan dan eventueel vragen stellen over de spellingregel. 

    De kracht van Herhaling
    Blijf na aanbod van elke nieuwe regel de oude regels herhalen op dezelfde manier als hierboven. Vraag de leerlingen om de eerder aangeboden regel voor de klas aan klasgenootjes aan te bieden.

    Hulp
    Juist de kinderen met spellingproblemen hebben veel baat bij spellingkaarten met regels (Braams), klankkaarten, inprentingswoorden en/of ezelsbruggetjes staan. Blijf ook dit aanbieden.

    Succeservaringen
    Laat de rode corrigeer pen buiten het schrift. Benadruk wat goed gaat en zet daarbij smileys in het schrift of mooie grote krullen. Bespreek wat nog niet goed gaat en bied dit nogmaals aan. Kijk naar de stappen hierboven. 

    Visualiseren
    Elke nieuwe regel die aangeboden wordt staat op het bord of hangt ergens in de klas gevisualiseerd en met een voorbeeld. 

    Tevens zou er een grote Mindmap kunnen hangen met de spellingregels van dat schooljaar. Bijvoorbeeld de spellingregels van groep 5. Deze staan dan in een Mindmap weergegeven met een korte schematische uitleg en voorbeelden. Aan het eind van het schooljaar kan deze Mindmap mee naar de volgende groep.

    Succes!!!



    0 Comments

    TOS het onbekende probleem

    6/3/2014

    0 Comments

     
    Foto
    TOS is de afkorting van Taalontwikkelingsstoornissen. Sinds februari 2014 is deze term de officiële vervanger voor ESM, oftewel ernstige spraaktaalproblemen.

     Er is in onze maatschappij en op de scholen veel aandacht voor dyslexie, dyscalculie, ADHD, autisme etc. Hoe gaan we met deze problematieken oftewel ‘stoornissen’ om binnen Passend onderwijs? Hierbij vergeten we een problematiek die minstens zo veel voorkomt en voor veel problemen zorgt. Of anders gezegd, we herkennen deze problematiek vaak niet.

     De kinderen met een taalontwikkelingsstoornis worden vaak met een heel andere problematiek geassocieerd. Vaak wordt er gedacht aan dyslexie, gedragsproblemen, concentratieproblemen of zelfs een lage intelligentie.

     Een voorbeeld uit de praktijk, een leerling die ik begeleidde….

     Deze Marokkaanse jongen van 12 jaar had wel al een cluster 2 indicatie, zijn spraaktaal problemen waren wel herkend. Zowel in de Nederlandse taal als in de taal van zijn ouders kon hij zeer moeizaam communiceren. Geboren en opgegroeid in Nederland. Toen de basisschool school deze jongen voor verder onderzoek aanmeldde vanwege zijn spraak-taalproblemen en problemen in de communicatieve redzaamheid werd er zoals gebruikelijk een intelligentietest afgenomen. Deze jongen scoorde op de WISC-III-nl een TIQ van 69. Er was een grote discrepantie tussen de verbale en performale schalen.

     Aangezien bij deze jongen op de testen van de logopedische screening een duidelijke spraaktaal ontwikkelingsachterstand te concluderen was heeft deze jongen zijn indicatie voor cluster 2 gekregen voor hij naar het VO ging. Hij ging naar het praktijkonderwijs en ik werd zijn ambulant begeleider.
    In dat eerste schooljaar moest hij een rekentoets van de Cito (E6) maken voor een niveau bepaling. Hij vroeg mij hoe hij deze toets kon maken als hij nog nooit breuken had gehad en procenten. Ik legde hem uit dat hij die mocht overslaan. Maar dat wilde hij niet…. Hij wilde het ook leren. Ik gaf aan dat ik hem er wel bij wilde helpen.
     Na tien bijeenkomsten kon deze jongen de breuken feilloos maken en waren we op weg met de procenten.
     Dat verbaasde mij bij dit intelligentie profiel. Ik wilde een nieuwe test, maar dit keer (zoals ik zo vaak bepleit bij deze kinderen) een non-verbale intelligentie test Wisc WNV-NL. Deze keer kwamen we op een non-verbale intelligentie van 105….. een erg groot verschil.
     Deze jongen is in het tweede jaar dus doorgestroomd naar het VMBO BBL en heeft nu een diploma.


     Wat ik hiermee wil aangeven is dat de kinderen met TOS problematiek vaak helaas niet ‘herkend’ worden en dit een onbekend probleem is, daarnaast is het ook een gegeven dat bij onderzoek deze kinderen met een grote taalontwikkelingsstoornis, vaak getest worden met talige toetsen. Vraag is of we dan een juist beeld krijgen van de mogelijkheden van deze kinderen.

     In de hersenen van kinderen/ mensen met TOS lopen de verbindingen tussen hersengebieden anders, waardoor taal minder goed wordt verwerkt. Dit is een problematiek die natuurlijk ook de oorzaak is bij andere stoornissen zoals Dyslexie, ADHD, Autisme etc.

     Kinderen met Dyslexie hebben op het gebied van het leren van klanken en woorden, het auditieve geheugen, het fonemisch bewustzijn overeenkomstige problemen als kinderen met TOS.

     Kinderen met TOS kunnen veel kenmerken van ADHD vertonen door bijvoorbeeld de onrust van alle auditieve en talige prikkels die niet vlug genoeg in het juiste ‘laatje’ verwerkt kunnen worden. Zo kunnen deze kinderen ook de clown gaan uithangen.

     Kinderen met TOS en autisme zijn die kinderen met veel problemen in de communicatieve redzaamheid.

     Toch dient TOS niet verward te worden met Dyslexie, stotteren, autisme of een algemene taalachterstand. Wel kunnen deze problemen gezamenlijk aan de orde zijn als co morbiditeit.

     Wat zijn belangrijke signalen bij een Taalontwikkelingsstoornis en reden om verder onderzoek aan te vragen:

     -        Een lage/geringe woordenschat
     -        Woordvindingsproblemen
     -        Slecht verstaanbaar
     -        Geen goed lopend verhaal kunnen vertellen
     -        Veel fouten bij het maken van zinnen
     -        Of spreken in erg korte zinnen
     -        Vaak niet begrijpen van andere kinderen
     -        Lijkt vaak niet te weten wat hij/ zij moet doen
     -        Lijkt niet te luisteren
     -        Is erg stil en spreekt weinig
     -        Boos of gefrustreerd als het niet begrepen wordt
     -        Vaak alleen of terug getrokken gedrag
     -        Niet deelnemen aan kringgesprekken


     In mijn volgende blog wil ik aandacht schenken aan TOS problemen en Dyslexie en de hulpmiddelen die bij deze problematieken kunnen helpen bij het volgen van het regulier onderwijs.





    0 Comments

      Bernadette Sanders

      Met SMARTonderwijs wil ik hulp bieden aan die groep kinderen, die met hun problemen een weg proberen te vinden om zich staande te houden in het onderwijs en in onze 'verwachtingsvolle' maatschappij.

      Door scholing te verzorgen en handvatten te bieden aan leerkrachten en docenten teams hoop ik een bijdrage te kunnen leveren aan het 'passend onderwijs' waarin kinderen met een hulpvraag een plek moeten zien te vinden.

      Archief

      Maart 2018
      Januari 2018
      December 2017
      Maart 2017
      Januari 2017
      December 2016
      Oktober 2016
      September 2016
      Augustus 2016
      Juni 2016
      April 2016
      Maart 2016
      September 2015
      April 2015
      Maart 2015
      Februari 2015
      Januari 2015
      November 2014
      Oktober 2014
      September 2014
      Juni 2014
      Mei 2014
      April 2014
      Februari 2014
      Januari 2014
      Oktober 2013
      September 2013
      Augustus 2013
      Maart 2013

      Categorieën

      Alles
      ADD
      ADHD
      Agenda
      Autisme
      AVP
      Basisonderwijs
      Belemmering Schoolsucces
      Coaching
      Communicatie
      Communicatieve Redzaamheid
      Doelen
      Doelstellingen
      Dyscalculie
      Dyslexie
      Executieve Functies
      Externaliserend Problemen
      Faalangst
      Frustratie
      Gedrag
      Gedragsproblemen
      Huiswerk
      Huiswerkplanner
      Hulpvraag
      Instructie
      Internaliserende Problemen
      Kwetsbaarheid
      Leerkracht
      Leerling
      Leerlinggesprek
      Leerproblemen
      Magister
      Motivatie
      Negatieve Spiraal
      Onderpresteren
      Onderwijs
      Onderwijsprofessionals
      Ongewenst Gedrag
      Onmacht
      Onvermogen
      Organiseren
      Passendonderwijs
      PDD-nos
      Pesten
      Plannen
      Planner
      Puberbrein
      Pubers
      Rekenproblemen
      Schrijfmotorisch
      SMART
      Sociaal- Emotioneel
      Taalontwikkelingsstoornis
      Taalproblemen
      Taalstoornis
      Tablets
      TOS
      Voortgezet Onderwijs
      Welbevinden
      Werkgeheugen
      Werkhouding
      Zelfbeeld

    Over SMARTonderwijs


    Contact
    Aanbod
    Lid  NVO
    Geregistreerd bij Registerleraar.nl als aanbieder.
    CRKBO geregistreerd docent

    Smart-Thinking
    Algemene voorwaarden
    ​Klachtenregeling
    ​Privacyverklaring

    Disclaimer
    ​


    SMARTPages


    SMARTlinks
    Samenwerkingen
    Artikelen 
    ​Downloads
    Scholingsaanbod
    Consultaties
    SmartThinking
    Communicatiekaarten
    Boeken
    Recensies boeken
    Deelnemers Hand-out
    ​Home




    ​ 
    ​

    Als leren niet vanzelf gaat ...
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Photo used under Creative Commons from Ministère du Travail, de l'Emploi et de la santé
    Back to top