06 460 74 116
    SMARTonderwijs
    • Home
      • SMART thinking
      • Samenwerkingen
      • Contact >
        • Disclaimer
        • klachtenregeling
        • Privacy
    • De boeken!
      • Recensies boeken
    • Communicatiekaarten
    • Scholingsaanbod
      • Online scholingsdagen
      • Webinars
      • Online Masterclass aanbod
      • Opties scholing over TOS
    • Artikelen
      • Blog
    • LINKS en downloads
      • HAND-OUT Deelnemers
      • SMARTlinks en filmpjes

    Smartonderwijs Blogs

    ‘Huiswerk plannen en organiseren’, de puberhersenen zijn er nog niet voor uitgerust.

    3/28/2018

    1 Comment

     
    Foto
    In de wachtkamer van de tandarts zat tegenover mij een gezin met een dochter die ik op 'brugklasleeftijd' schatte. Zij was met haar vader in gesprek over school. Er waren uren uitgevallen en vader maakte zich zorgen of deze wel ingehaald werden, want het vak viel al zo vaak uit. Dochterlief gaf aan dat dit wel allemaal op Magister (een digitaal leerlingportal) zou staan als haar rooster werd gewijzigd. Zij maakte zich er niet druk over. Toch handig dat ouders inlogcodes hebben, want vader zocht kennelijk meteen op zijn mobiel de link van Magister op. Hij vertelde zijn dochter dat zij voor de rest van de week geen huiswerk had staan in Magister. Dochterlief knikte blij instemmend en zei ‘beter!’ Vervolgens las vader op dat zij voor volgende week dinsdag wiskunde had staan als enige vak met huiswerk. Oh, zei de dochter, dat heb ik denk ik al af, vader ging verder met het oplezen van het huiswerk van de week die volgde.

    Het gesprek volgend vroeg ik mij af wie hier nu eigenlijk verantwoordelijk was voor het huiswerk en hoe leren wij onze kinderen plannen en organiseren? Doen de leerlingen dat alleen nog vanaf het scherm van hun mobiel? Kunnen zij daarmee een schoolweek overzien? Op Magister kan je geen week vooruit kijken of huiswerk plannen en al helemaal niet op je mobiel.

    Ik moest meteen denken aan mijn leerling met TOS in het vmbo. Zijn prestaties waren zorgelijk en gingen hard achteruit. Zodoende had ik afgelopen week met de mentor en met zijn moeder een gesprek over zijn aanpak qua huiswerk en leren. Deze leerling had ik gevraagd of hij een agenda heeft en dat had hij bevestigd. Toen ik vroeg of ik zijn agenda mocht inzien bleek het een hele lege papieren agenda. Keurig aan het begin van het schooljaar gekocht. Keurig bij zich, maar er werd niets mee gedaan. Als ik informeer naar hoe hij zijn huiswerk noteert zegt hij doodleuk ‘ik kijk gewoon elke avond of middag op Magister en dan staat er wat ik voor de volgende dag moet doen . Op mijn vraag of hij dan niet in de knel komt met leerwerk haalde hij zijn schouders op. Dat moest hij dan ook in een avond leren.

    Dat is dus het gevolg van het ontbreken van de papieren agenda in ons onderwijs. De docenten schrijven niet meer samen met de leerlingen in de brugklas het huiswerk op. Er wordt niet gesproken over plannen en organiseren. De leerling wordt helemaal op zichzelf teruggewezen. Ze moeten opeens na groep 8 zelfstandig(er) zijn. Pubers van 12/ 13 jaar die de overstap maken van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs moeten naast alle andere veranderingen ook in het organiseren van het huiswerk hun eigen weg zien te vinden. Probleem is alleen dat de executieve functies van deze jongeren nog niet op de hoogte zijn van deze verwachtingen die wij hebben. Plannen en organiseren is een vaardigheid, een executieve functie, die aangeleerd moet worden en begeleid. Waar leren wij onze leerlingen dat wanneer dat niet (meer) op school expliciet wordt aangeboden of begeleid.
    Je hoeft ‘alleen maar’ ‘s avonds even op dat kleine mobieltje te kijken en vooruitkijken is er op die leeftijd echt nog niet ingeslepen.

    Zelf pleit ik voor een papieren agenda samen met een planner (hele leuke planners zijn verkrijgbaar bij de Hema) waarbij ze elke week het huiswerk overzichtelijk kunnen inplannen en toetsen in te leren stukken kunnen delen. Dat is een vaardigheid die je aangeleerd moet krijgen. Het is geen vaardigheid die zich spontaan ontwikkeld.
    Tja en bij wie ligt nu deze verantwoordelijkheid als de ‘leerlinghersenen’ hiervoor nog niet rijp genoeg zijn. Wie ondersteunt ze daarbij? Pubers raken nu eenmaal snel het overzicht kwijt en daarnaast zijn zij ook extra gevoelig voor afleiding. Het is heel logisch en begrijpelijk dat een 13- of 14 jarige moeite heeft met plannen op de lange termijn. De hersenen zijn er nog niet voor uitgerust en moeten op dit punt een aantal stappen aangeleerd krijgen.
    ​

    Laat leerlingen op school, zeker in de brugklas, starten met een papierenagenda en leer ze plannen. Dit geeft ze een flinke basis voor de jaren die nog komen. Zeker de zorgleerlingen hebben deze 'visuele' ondersteuning van een papieren agenda en een planner hard nodig om het overzicht te bewaren.


    ​
    1 Comment

    SMART versus SMART

    12/1/2017

    1 Comment

     
    Foto

                     
    Mijn boek is klaar, ligt in de winkels en het voelt alsof het ‘ei’ is gelegd…. ‘Taalontwikkelingsstoornissen in de klas’, een boek met praktische tips voor in de klas, het was een jaar waarin elk vrij moment was gevuld. Ik had mijzelf een doel gesteld, ik ging ervan uit dat het haalbaar was en ik hoopte dat het ook realistisch was. De uitgever maakte dat ik rekening moest houden met een deadline.
    Doordat je jezelf een doel stelt en een concreet plan opstelt stuur je je handelen. Motivatie ontstaat als je aangemoedigd wordt en positieve feedback krijgt. De positieve reacties na elk hoofdstuk, maakte dat de intrinsieke motivatie groeide om het boek op tijd af te ronden naast een fulltimebaan. Als je denkt in mogelijkheden, denk je niet aan belemmeringen.
     
    En dan nu …. Tijd over? Nee niet echt, maar wel tijd voor weer een blog. Tijdens een van mijn lezingen hoorde ik voor ik startte een groepje deelnemers een opmerking maken over Smart in de naam van mijn onderwijsbureau ‘Smartonderwijs’.
    Tja, ik moest er wel om grijnzen…… In het onderwijs heeft men ondertussen de buik vol van de werkdruk die is ontstaan met alle administratie zoals groepsplannen, OPP’s enz. en dit alles met aandacht voor de term ‘Smart’. Elk groepsplan en begeleidingsplan moet Smart geschreven zijn, maar moet elk groepsplan, OPP of begeleidingsplan zo’n groot document zijn?
     
    Ik wist welk risico ik nam met de naam Smartonderwijs.
    Hoe ik aan de naam gekomen ben is al een heel bijzonder verhaal op zich en ik zal daardoor ook niet van de naam afstappen. Wel wil ik graag de betekenis van de letters SMART in de naam Smartonderwijs toelichten.
    Zelf hou ik enorm van buiten de lijntjes kleuren, ‘out of the box’ denken of een eigen invulling geven aan iets dat best een goed uitgangspunt heeft. 

    SMART van SMARTonderwijs heeft voor mij de betekenis die ik hieronder zal uitleggen.

    SMART
    Onderwijsdoelen moeten Smart zijn, tenminste dat is wat opbrengstgericht werken in het onderwijs als grondslag en als uitgangspunt heeft. Doelen moeten helder en specifiek gedefinieerd zijn zodat er maar één uitleg mogelijk is. Daarnaast moeten ze meetbaar zijn en voor alle leerlingen en voor de docenten acceptabel en vooral realistisch en binnen een bepaalde periode haalbaar zijn. Dit dient dan ook in begeleidingsplannen en schoolplannen opgenomen te zijn. De letters voor het opstellen van SMART doelen staan dan ook voor Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden.
    Leerdoelen worden op deze manier geformuleerd en in plannen vastgelegd.

     
    Specifiek – Meetbaar – Acceptabel – Realistisch – Tijdgebonden
     
    Het is belangrijk dat je je doelen goed formuleert en vastgelegd. Doelen sturen namelijk je handelen en maken dat er gewerkt wordt richting een gewenst eindresultaat. Een Smartplan is een concreet stappenplan dat goed kan helpen om je doel te bereiken. Goed formuleren van doelen maakt dat je het einddoel voor ogen houdt, niet alleen de docent, maar ook de leerling.
    Een Smart opgesteld doel moet niet alleen op papier geformuleerd worden, maar ook met regelmaat besproken worden, geëvalueerd worden en bijgesteld worden. Het kan geen statisch document zijn, maar een document dat de leerling volgt in zijn of haar groei.
    De letters SMART hebben in de naam van Smartonderwijs een aanvullende betekenis.

    Foto

    Het Specifiek maken van doelen betekent ook dat er oog moet zijn voor de Succeservaringen die het behalen van een doel met zich mee moet brengen. Maak het doel klein zodat een succeservaring mogelijk is. Vandaaruit zal de Motivatie ontstaan om verder te gaan. Wanneer leerlingen een doel met succes behaald hebben en daardoor gemotiveerd zijn kan een volgend doel aangepakt worden en zal er plezier in school en leren groeien. Leerlingen met leerproblemen zullen dit plezier verliezen omdat succeservaringen ontbreken wanneer de doelen en de stappen niet aansluiten bij de leerling. Het gevolg kan ongewenst gedrag zijn. Dat gedrag is de hulpvraag van de leerling die jouw hulp nodig heeft om zijn doelen te bereiken. Wanneer de leerling niet weet met welk doel een plan van aanpak wordt opgesteld en wanneer het hem wordt opgelegd, zal het zeker ontbreken aan intrinsieke motivatie. Het is daarom van belang dat je samen een plan opstelt en samen een haalbaar doel formuleert.

    Accepteer de belemmering van de leerling. Accepteer de leerling met zijn specifieke ondersteuningsbehoefte. Als het kind zich geaccepteerd, begrepen en gezien voelt is er ook bij de leerling een breed draagvlak voor de te behalen doelen. Er zal ruimte zijn voor acceptatie van jouw plan door de leerling. Het nodigt uit tot actie als de doelstellingen samen opgesteld worden en wanneer er daarbij uitgegaan wordt van wat de leerling nodig heeft.
     
    De R staat bij SMART in Smartonderwijs voor Respectvol omgaan met elkaar. Vanuit respect voor de leerling met zijn specifieke ondersteuningsbehoefte je afvragen of het doel haalbaar is? Is er voldoende kennis bij alle betrokkenen zodat men weet welke hulpvraag deze leerling heeft en waar de leerling in de klas, binnen zijn leerproces tegen zijn grenzen oftewel beperkingen aanloopt? Wanneer wij per se van onze eigen doelen uitgaan die wij voor ogen hebben, ontbreekt het ons aan respect en empathie.
     
    De T staat bij SMART in Smartonderwijs voor Toegevoegde waarde. Bied meer aan het kind dan alleen de didactiek vanuit de methoden. Welke toegevoegde waarde bied jij in de klas? Ga uit van de mogelijkheden en de hulpvraag van het kind, wees ondersteunend en prikkel. Een methode werkt niet, de leerkracht/ docent werkt. Sluit de aanpak of de methodiek aan bij de leerling? Met de leerling afspreken binnen welke periode de hulp wordt geboden maakt de aanpak tijdgebonden. Hoe lang denkt de leerling nodig te hebben? Wanneer bespreek je samen of je op de goede weg bent en of de weg die je ingeslagen bent naar het doel misschien bijgesteld moet worden. Betrek de leerling in het hele proces, laat de leerling zijn doelen formuleren en wees de toegevoegde waarde met reeele verwachtingen, ondersteuning en vertrouwen.
    ​

    Wanneer er dan een begeleidingsplan opgesteld moet worden is het belangrijk dat er altijd aandacht is voor de leerling en zijn of haar specifieke hulpvraag en dit vanuit bovengenoemde punten. SMART-thinking.... ‘out of the box’ denken. Onderwijs dient creatief te zijn, dient rekening te houden met de belemmeringen van de leerling en uit te gaan van de sterke kanten van de leerling ………. en je mag buiten de lijntjes kleuren.......
     
    SMART opgestelde doelen kunnen een ondersteunende leidraad zijn omdat alle leerlingen recht hebben op een zo passend mogelijke plek in ons onderwijs. Onderwijs dat uitdaagt en dat uitgaat van hun mogelijkheden en rekening houdt met beperkingen.
     
    Denk in mogelijkheden en niet in belemmeringen. Denk Smart!

    Blog als PDF
    1 Comment

    Het moet wel logisch zijn...........

    3/3/2015

    1 Comment

     
    Foto
    Gesprek met een leerling met TOS (Taalontwikkelingsstoornis)
    Deze week had ik een erg leuk begeleidingsgesprek met een leerling van bijna 16 jaar. Zijn cluster 2 indicatie is een forse spraak-taal problematiek oftewel TOS. 
    Deze jongen zit in de derde klas. Erg serieus met zijn school bezig, maar in de klas….en liever niet daarbuiten.

    De docenten geven ook aan dat deze jongen zonder problemen straks moet kunnen slagen, maar deze jongen ziet zelf zijn beren en eigenlijk is het ook niet irreëel wat hij ziet.
    Eenmaal thuis kan hij geen huiswerk meer maken en dat geeft hij ook heel goed aan. Zijn hoofd zit dan zo vol. Hij gaat dan naar zijn kamer, koptelefoon op en even niks. Aangezien het soms echt moet maakt hij wel als het opgegeven is zijn wiskunde, maar liever ook niet.

    Tijdens ons vorig gesprek hadden wij alle plussen en minnen van school en leren al in kaart gebracht in een web met groen en oranje. Heel overzichtelijk en deze leerling vindt dat ook erg prettig. Wat komt er veel uit tijdens zo’n gesprek. Hij geeft aan dat hij Engelse luistertoetsen erg moeilijk vindt en dat het vaak erg moeilijk is om zijn aandacht er bij te houden. Het is veel taal en vaak onderwerpen die hem niet interesseren. “Waarom doen ze dat?” vraagt hij, “ waarom onderwerpen waar wij niets aan vinden en die ons niet boeien?” Hij vervolgt: “ik heb zelfs voorgesteld dat de luistertoetsen gewoon drie verschillende onderwerpen zijn en dat we er dan eentje mogen uitkiezen, maar ja dat kan niet zeggen ze dan….” Persoonlijk vind ik dat voorstel dan niet zo raar…. 

    Wel heb ik een andere oplossing voor hem. Onze leerlingen van cluster 2 hebben met een TOS beschikking en dat wordt beschreven al zijnde een SH indicatie. Dat is een uitleg op zich. Doordat er problemen zijn met de auditieve verwerking van de talige informatie en er dus sprake is van een trage auditieve verwerkingsproblematiek zouden deze kinderen gebruik mogen maken van een visuele ondersteuning van de tekst. Dit kan aangevraagd worden bij de examencommissie van de school. De informatie die binnenkomt wordt op zich wel begrepen, maar er komt zoveel binnen dat het niet auditief verwerkt kan worden. De juiste kastjes in het hoofd worden niet gevonden om de informatie op te slaan en te bewerken. Deze leerling vertelt ook dat hij zo zijn best doet om goed te luisteren, dat het letterlijk niet meer lukt na een paar minuten, hij is dan de draad kwijt en geeft hij het op. Visuele ondersteuning biedt dan houvast bij het volgen van de auditieve informatie die als een stroom en complex binnenkomt. De informatie gaat dan niet meer in een hoofdweg naar de juiste plek in de hersenen, maar er zijn allerlei zijwegen waarin hij zoekt naar herkenning en geeft het dan op.

    Rekenen en wiskunde zijn voor hem een eitje. Zelf zegt hij ook: “toen ze mij testten op school had ik een hoog IQ voor alles wat niet met taal te maken heeft. Zo zonde dat mijn taalvakken nu bepalen wat ik wel en niet kan doen, want ik wil graag hoger dan een lage MBO”. Het klopt wat hij zei, de discrepantie tussen zijn verbale en performale IQ is bijzonder. Op de nonverbale intelligentie test (WNV-NL) scoort hij zelfs 118. 

    Als hij bij wiskunde de fout in gaat komt dat omdat hij zich enorm richt op de details in de opdracht, zelfs in de tekening die erbij zit. Dat is dus een aandachtspunt. 

    Daarnaast kon deze jongen mij vanmorgen in geuren en kleuren de stelling van Pythagoras uit leggen wat hij een bijzonder boeiende stelling vindt. Hij zegt hierover ; “als ik het logisch vindt dan snap ik het meteen, maar het moet gewoon logisch zijn”  

    Het enige vak waar hij onvoldoende voor staat is dus Nederlands. 

    Een fictie verslag maken………wat is het nut? vraagt hij.. Hij maakt liever een verslag over de visvangst of de visstand. Tja waarom zou dat dan ook niet kunnen. Deze kinderen met deze handicap hebben zo’n moeite met fictie.. Gewoon concreet, logisch en feiten daar kunnen ze wat mee. Mijn voorstel is dan ook aan de docent om dit verplichte ‘fictie’ verslag om te zetten in een ander verslag. Als hij maar een verslag kan schrijven. Zijn handicap/ belemmering is onzichtbaar, maar is er wel. Acceptatie van een handicap en samen naar een vervangende opdracht kijken dat is in dergelijke situaties een optie voor deze kinderen om succeservaringen op te doen. Gelukkig heeft hij op de school nu een RT-er die alles oppakt om hem te helpen met mijn adviezen.

    Nederlands is voor hem qua grammatica en qua ontleden een echt probleem. Hij wil graag voordat de les behandeld wordt in een tussenuur extra uitleg vooraf zodat hij de instruxctie in de les begijrpt. Deze jongen heeft zo’n goed beeld van zijn problematiek. Zo kwamen wij op het volgende probleem in zijn ogen…..de voegwoorden. “Hier kan ik echt niks mee”, vertelde hij.. “Waarom van twee zinnen 1 zin maken als ik het toch in 1 zin zeg. Het is niet logisch”. En dat vertelt hij bloedserieus.

    “Kent u dat? Voegwoorden? Ik snap er niets van…. Het is niet logisch en komt niet binnen. En wat een dom woord is ‘maar’….. Er komt altijd iets negatiefs of iets positiefs achter. Echt ik snap er niets van”. 

    Volgens mij begreep hij het dus prima! Dit vertelde ik hem ook en hij keek mij verrast aan. Tja zoals hij het mij uitlegde had de docent het vast niet beter kunnen doen. Toch op zijn hulpvraag ingaand, gaan we vragen of deze extra uitleg mogelijk is in een tussenuur, het geeft hem houvast en hij zit rustiger en meer ontspannen in de les.

    Aan het eind van het gesprek vertelde hij dat hij weer een logopedische screening had gehad en dat de logopedist hem ‘eigenwijs’ noemde. Hij had een vraag waarbij hij moest aangeven tussen welke seizoenen de ‘lente’ lag. Er waren twee juiste antwoorden, maar daar was hij het niet mee eens.

    Het juiste antwoord was , zo legde hij uit, tussen de winter en de zomer. Super onlogisch vond hij dat het andere juiste antwoord was tussen de herfst en de zomer. Zo onlogisch vond hij, want er lag ook een winter tussen en dat is dan niet ‘tussen twee jaargetijden’. Geweldig toch! Hierbij zie je hoe deze jongen goed wet te verwoorden wat de behoefte is van deze kinderen bij ‘complexe’ opdrachten.

    Bied structuur, helderheid en maak de taal niet te complex. 

    Hij was niet eigenwijs, hij was heel duidelijk over zijn belemmering en ik vind hem tijdens het gesprek gezond kritisch voor een puber. Reëel en kritisch en als je echt naar deze kinderen luistert en de tijd neemt wordt jezelf zoveel wijzer en het kind een stuk gelukkiger omdat hij of zij zich gezien voelt.

    Elk kind wil zich begrepen voelen, wil authentieke aandacht krijgen, respect krijgen en perspectieve geboden krijgen in opvoeding en onderwijs. Dan krijgen ze alle kans om zich optimaal te ontwikkelen.



    1 Comment

    Autisme in het VO

    5/20/2014

    0 Comments

     
    Foto
    Een overgang van het basisonderwijs naar het VO is voor elk kind een erg grote stap die veel veranderingen met zich mee brengt. Wanneer je dan ook een diagnose Autisme hebt ervaar je deze overstap als een nog grotere drempel dan leeftijdsgenootjes zonder deze diagnose.
    Voor kinderen met 'ass' is het een overgang naar een wereld die voor hun niet duidelijk is, weinig structuur biedt, veel onzekerheden en dus onveilig is.
    Wat zou deze kinderen hulp kunnen bieden in situaties die problemen kunnen oproepen?


    Relaties met docenten
    De overstap naar het VO betekent verschillende docenten op een dag. Gelaatsuidrukkingen en gebaren worden slecht opgemerkt of niet juist geinterpreteerd. Vaak is er weinig idee van wat er in een ander omgaat.
    Beoordelingen worden verkeerd begrepen en soms alleen als kritiek ervaren.
    Ook is er weinig wederkerigheid in communicatie.   
    Wat helpt:
    Maak samen met de leerling een faciliteiten kaart die aangeeft waar de leerling behoefte aan heeft en wat elke doent (ook invallers) getoond kan worden door de leerling, wanneer deze zich niet begrepen voelt.
    Maak samen met de leerling een afspraken kaart (met niet te veel punten) waar school en leerling zich aan houdt.
    Geef uitleg in duidelijke, concrete taal die maar op 1 manier begrepen kan worden.
    Herhaal zo nodig en vraag de leerling wat hij van jouw uitleg begrepen heeft.
    Wees punctueel en betrouwbaar met afspraken.
    Verwacht geen wederzijdse relatie, maar een goed functioneren van het kind.
    Maak afspraken over hoe de leerling hulp kan vragen, dit kan geoefend worden.
    De mentor of een vertrouwenspersoon/coach heeft een vaste dag/tijdstip in de week waarop er een gesprek is m.b.t afspraken, roosters, veranderingen e.d.
    Er zijn heldere, eenduidige regels, schema's en afspraken. Deze worden in de agenda bewaard en zijn gevisualiseerd, zoals bijv. ook een plattegrond van de school. Lijst met afkortingen van de namen van de docenten en van de vakken.
    Pas regels eventueel aan de leerling aan in overleg met de leerling. Bijvoorbeeld in de pauze mag hij/zij in een rustige ruimte eten etc.


    Schoolwerk
    Er is sprake van een traagwerkende informatieverwerking waardoor er informatie of instructie wordt gemist.
    Er is geen sprake van onwil, maar van geheugenproblemen, er wordt van alles vergeten.
    Functies als luisteren en schrijven kunnen moeilijk worden gecombineerd en overschrijven levert problemen op. Snel aantekeningen maken kan deze leerling niet zonder hele stukken te vergeten.
    Wat helpt:
    Geef extra tijd, herhaal de instructie. Dicteer de leerstof niet op tempo.
    Visualiseer opdrachten bijvoorbeeld op het (smart)bord. Print aantekeningen die op het smartbord staan uit en geef deze aan de leerling mee. Geef overzichten en ondersteun de leerling bij het juist invullen van zijn huiswerk. Controleer met regelmaat zijn/ haar agenda (mentor).
    Noteer huiswerk op een vaste tijd en plaats, hier zou een schoolafspraak wenselijk in zijn.
    Biedt de leerling ezelsbruggetjes om minder te vergeten.


    Overgevoelige zintuigen
    Drukke aula's, rumoerige klassen, gymlokalen, een druk plein, excursies....ruimtes die veel prikkels opleveren. Aan het eind van de dag zijn deze kinderen erg moe. Deze overgevoeligheid vraagt heel veel enegie. Bepaalde omgevingsgeluiden, een druk ingerichte klas, fel licht enz kan tot een overprikkeling leiden.
    Wat helpt:
    Bespreek met de leerling wat voor hem/ haar 'verkeerde' prikkels zijn.
    Sta de leerling toe om in pauzes een rustige ruimte op te zoeken. Bespreek met de leerling dat bij een overprikkeling in de klas, de leerling een time-out plek heeft buiten de klas. Sta de leerling toe te werken met een koptelefoon op tijdens bijvoorbeeld zelfstandig werken.
    Hou rekening bij onverwachte oefeningen zoals een brandalarm, bereid deze kinderen hierop voor. Weet dat onverwachte gebeurtenissen altijd een reactie oproepen bij deze leerlingen.


    Taalproblemen
    Deze leerlingen kunnen gevoelens en emoties niet of moeizaam verwoorden. Hoofd- en bijzaken worden verward en opbouw in een verhaal is er niet. Vaak wordt er een verhaal gestart die niet aansluit bij de belevingswereld van de toehoorder. Kinderen met autisme kunnen fictie en werkelijkheid verwarren.
    Ze hebben moeite met het verschil tussen letterlijke en figuurlijke taal. Ze begrijpen uitspraken niet die fuguurlijk bedoeld zijn en ook de sarcasme in taal niet.
    Wat helpt
    Werk met een emotiemeter om te laten verwoorden hoe ze zich voelen. Wanneer bepaalde emoties besproken moeten worden omtrent schoolzaken werk dan eventueel aan de hand van een 'schaling'. Visualiseer gebeurtenissen met een woordweb, mindmap of een schema. Dit geeft ze houvast bij het vertellen van hun verhaal en je biedt ze kaders en structuur.
    Wanneer een gebeurtenis uitgelegd moet worden hebben ze eerst tijd nodig om rustig te worden.
    Help de leerling bij het verwoorden van een gebeurtenis aan de hand van de vijf vragen 'wie, wat, waar, wanneer en hoe'.
    Wees duidelijk en concreet in taalgebruik zonder bijbedoelingen.
    Geef geen onverwachte beurt in de klas.
    Geef ze tijd om over een vraag na te denken. Zeg dat je eerst bij andere kinderen begint, zodat ze hun eigen antwoord rustig kunnen formuleren.


    Toetsen en examens
    Deze situaties roepen ook bij deze kinderen extra stress op. Om zich goed te kunnen concentreren hebben ze een prikkelarme omgeving nodig.
    Wat helpt:
    Laat ze in een aparte ruimte zitten en geef ze extra tijd. Afhankelijk van de auditieve verwerkingsproblematiek kan er behoefte zijn aan extra visuele of auditieve ondersteuning.
    De toets dient vooral overzichtelijk te zijn.
    Voeg bij openvragen een schema toe om structuur te bieden aan het antwoord (wie wat waar wanneer hoe en waarom)
    Leg ze vooraf een goede strategie uit bij multiple-choice vragen. Deze kunnen veel verwarring veroorzaken en dus paniek bij de leerling onder tijdsdruk.
    Niet te veel opdrachten op 1 pagina, dit leidt af en maakt onrustig.
    Onverwachte toetsen kunnen een paniek reactie tot gevolg hebben, probeer deze te vermijden.


    Gymnastieklessen
    Er is veelal sprake van een onhandige en soms houterige motoriek.
    Moeite met inschatten van een eigen positie in de ruimte. Inschattingen van bewegingen is moeilijk, ook van objecten zoals van een bal.
    Ze lopen kans niet gekozen te worden bij een partij zoals bij balspelen en lopen zeker kans gepest te worden. bescherm ze hierin.
    Wat helpt:
    Laat de leerling niet verplicht zijn overal aan mee te doen. Als je vermoedt dat bepaalde kinderen altijd bij een partij als laatste worden gekozen, laat kinderen dan niet kiezen, maar maak zelf de partijen op nummer of zo.
    Leg de leerling van te voren uit wat de les wordt, geef eventueel een taak bij de voorbereiding.


    Huiswerk
    De leerling vergeet veel te noteren. Vergeet boeken en schriften mee te nemen. Heeft huiswerk verkeerd genoteerd.
    Wat helpt
    Er is al het nodige hierboven geschreven. Zorg in ieder geval voor telefoonnummers of emailadressen van de hierin 'betrouwbare' leerlingen. Zorg ook dat er eventueel huiswerk op de website van school staat.
    Een extra set boeken thuis kan uitkomst bieden.
    Een lijst per dag in de agenda met boeken en schriften die mee moeten.
    Besef dat het geen vergeten uit onwil is. Belonen omdat het goed gaat heeft meer impact dan altijd straf krijgen omdat het weer vergeten is. Help de leerling bij het vinden van een juist hulpmiddel om te zorgen dat er een succeservaring is.


    Vraag wat de leerling nodig heeft. Vraag waar hij/ zij tegen aanloopt. Vraag hoe je kan helpen. Luister naar de uitleg van de leerling.



    0 Comments

    Een goed gesprek ....Deel 1

    8/30/2013

    3 Comments

     
    Een goed gesprek....  bij werkhoudingsproblemen en gedragsproblemen

    Communiceren is op zich al een kunst. Zeker in een tijdperk waarin communiceren vooral plaats vindt via social-media. 
    Praten met je leerling (maar ook thuis met je kind) is een kunst op zich.
    Kinderen moeten we zien als volwaardige gesprekspartners. Wanneer deze stelling serieus wordt genomen is er al een enorm winstpunt. Wij willen ook graag dat er in een gesprek naar ons geluisterd wordt en dat deze betrokkenheid vooral blijkt uit gerichte vragen en doorvragen op een positieve en opbouwende manier. Zoals ik al zei...een hele kunst op zich.
    Een gouden regel is in ieder geval: maak tijd en reserveer deze tijd voor het kind. Zorg dat je niet gestoord kan worden, kijk niet op je horloge en vooral...zet je mobieltje even uit. 

    Dan de gespreksvoering.... Er zijn 7 gouden vragen die een ieder paraat zou moeten hebben in een gesprek met het kind. Deze vragen zijn vooral toepasbaar wanneer er signalen zijn van gedragsproblemen of werkhoudingroblemen. Gesloten vragen en afspraken van alleen de kant van een volwassenen leveren geen betrokkenheid van het kind op en ook geen informatie, maar voornamelijk alleen ja en nee antwoorden.

    De zeven gouden vragen zijn:

    1 wat gaat er allemaal al erg goed? Hoe is je dat gelukt?
    2 stel je kon toveren....wat zou dan anders gaan?
    3 wat is er nodig om dat te kunnen bereiken
    4 wat zouden wij kunnen doen voor jou?
    5 wat doe jij al om een klein begin te maken in die richting?
    6 wanneer ging het al een beetje goed en hoe deed je dat?
    7 als je dat vaker zo aanpakt , wat zou dan beter gaan?

    Maak een verslag van dit gesprek en doe dit samen met het kind. Zet de afspraken er onder en spreek meteen een vervolggesprek af ( liefst binnen een week) waarin de afspraken geevalueerd worden. Zet samen je naam onder de afspraken om zo aan te geven dat het een serieuze afspraak is. 

    Bovenal is het belangrijk dat we het kind serieus nemen en ook het gesprek.
    3 Comments

    Autisme in het VO

    3/17/2013

    0 Comments

     
    Foto
    De overgang van het basisonderwijs naar het VO is voor elk kind een erg grote stap die veel veranderingen met zich mee brengt. Wanneer je dan ook een diagnose Autisme hebt ervaar je deze overstap als een nog grotere drempel dan leeftijdsgenootjes zonder deze diagnose.
    Voor kinderen met 'ass' is het een overgang naar een wereld die voor hun niet duidelijk is, weinig structuur biedt, veel onzekerheden en dus onveilig is.
    Wat zou deze kinderen hulp bieden in situaties die problemen kunnen oproepen?

    Relaties met docenten
    De overstap naar het VO betekent verschillende docenten op een dag. Gelaatsuitdrukkingen en gebaren worden slecht opgemerkt of niet juist geïnterpreteerd. Vaak is er weinig idee van wat er in een ander omgaat.
    Beoordelingen worden verkeerd begrepen en soms alleen als kritiek ervaren.
    Ook is er weinig wederkerigheid in communicatie.   
    Wat helpt:
    Maak samen met de leerling een faciliteiten kaart die aangeeft waar de leerling behoefte aan heeft en wat elke doent (ook invallers) getoond kan worden door de leerling, wanneer deze zich niet begrepen voelt.
    Maak samen met de leerling een afspraken kaart (met niet te veel punten) waar school en leerling zich aan houdt.
    Geef uitleg in duidelijke, concrete taal die maar op 1 manier begrepen kan worden.
    Herhaal zo nodig en vraag de leerling wat hij van jouw uitleg begrepen heeft.
    Wees punctueel en betrouwbaar met afspraken.
    Verwacht geen wederzijdse relatie, maar een goed functioneren van het kind.
    Maak afspraken over hoe de leerling hulp kan vragen, dit kan geoefend worden.
    De mentor of een vertrouwenspersoon/coach heeft een vaste dag/tijdstip in de week waarop er een gesprek is m.b.t afspraken, roosters, veranderingen e.d.
    Er zijn heldere, eenduidige regels, schema's en afspraken. Deze worden in de agenda bewaard en zijn gevisualiseerd, zoals bijv. ook een plattegrond van de school. Lijst met afkortingen van de namen van de docenten en van de vakken.
    Pas regels eventueel aan de leerling aan in overleg met de leerling. Bijvoorbeeld in de pauze mag hij/zij in een rustige ruimte eten etc.

    Schoolwerk
    Er is sprake van een traagwerkende informatieverwerking waardoor er informatie of instructie wordt gemist.
    Er is geen sprake van onwil, maar van geheugenproblemen, er wordt van alles vergeten.
    Functies als luisteren en schrijven kunnen moeilijk worden gecombineerd en overschrijven levert problemen op. Snel aantekeningen maken kan deze leerling niet zonder hele stukken te vergeten.
    Wat helpt:
    Geef extra tijd, herhaal de instructie. Dicteer de leerstof niet op tempo.
    Visualiseer opdrachten bijvoorbeeld op het (smart)bord. Print aantekeningen die op het smartbord staan uit en geef deze aan de leerling mee. Geef overzichten en ondersteun de leerling bij het juist invullen van zijn huiswerk. Controleer met regelmaat zijn/ haar agenda (mentor).
    Noteer huiswerk op een vaste tijd en plaats, hier zou een schoolafspraak wenselijk in zijn.
    Biedt de leerling ezelsbruggetjes om minder te vergeten.

    Overgevoelige zintuigen
    Drukke aula's, rumoerige klassen, gymlokalen, een druk plein, excursies....ruimtes die veel prikkels opleveren. Aan het eind van de dag zijn deze kinderen erg moe. Deze overgevoeligheid vraagt heel veel enegie. Bepaalde omgevingsgeluiden, een druk ingerichte klas, fel licht enz kan tot een overprikkeling leiden.
    Wat helpt:
    Bespreek met de leerling wat voor hem/ haar 'verkeerde' prikkels zijn.
    Sta de leerling toe om in pauzes een rustige ruimte op te zoeken. Bespreek met de leerling dat bij een overprikkeling in de klas, de leerling een time-out plek heeft buiten de klas. Sta de leerling toe te werken met een koptelefoon op tijdens bijvoorbeeld zelfstandig werken.
    Hou rekening bij onverwachte oefeningen zoals een brandalarm, bereid deze kinderen hierop voor. Weet dat onverwachte gebeurtenissen altijd een reactie oproepen bij deze leerlingen.

    Taalproblemen
    Deze leerlingen kunnen gevoelens en emoties niet of moeizaam verwoorden. Hoofd- en bijzaken worden verward en opbouw in een verhaal is er niet. Vaak wordt er een verhaal gestart die niet aansluit bij de belevingswereld van de toehoorder. Kinderen met autisme kunnen fictie en werkelijkheid verwarren.
    Ze hebben moeite met het verschil tussen letterlijke en figuurlijke taal. Ze begrijpen uitspraken niet die fuguurlijk bedoeld zijn en ook de sarcasme in taal niet.
    Wat helpt
    Werk met een emotiemeter om te laten verwoorden hoe ze zich voelen. Wanneer bepaalde emoties besproken moeten worden omtrent schoolzaken werk dan eventueel aan de hand van een 'schaling'. Visualiseer gebeurtenissen met een woordweb, mindmap of een schema. Dit geeft ze houvast bij het vertellen van hun verhaal en je biedt ze kaders en structuur.
    Wanneer een gebeurtenis uitgelegd moet worden hebben ze eerst tijd nodig om rustig te worden.
    Help de leerling bij het verwoorden van een gebeurtenis aan de hand van de vijf vragen 'wie, wat, waar, wanneer en hoe'.
    Wees duidelijk en concreet in taalgebruik zonder bijbedoelingen.
    Geef geen onverwachte beurt in de klas.
    Geef ze tijd om over een vraag na te denken. Zeg dat je eerst bij andere kinderen begint, zodat ze hun eigen antwoord rustig kunnen formuleren.

    Proefwerken en examens
    Deze situaties roepen ook bij deze kinderen extra stress op. Om zich goed te kunnen concentreren hebben ze een prikkelarme omgeving nodig.
    Wat helpt:
    Laat ze in een aparte ruimte zitten en geef ze extra tijd. Afhankelijk van de auditieve verwerkingsproblematiek kan er behoefte zijn aan extra visuele of auditieve ondersteuning.
    De toets dient vooral overzichtelijk te zijn.
    Voeg bij openvragen een schema toe om structuur te bieden aan het antwoord (wie wat waar wanneer hoe en waarom)
    Leg ze vooraf een goede strategie uit bij multiple choice vragen. Deze kunnen veel verwarring veroorzaken en dus paniek bij de leerling onder tijdsdruk.
    Niet te veel opdrachten op 1 pagina, dit leidt af en maakt onrustig.
    Onverwachte toetsen kunnen een paniek reactie tot gevolg hebben, probeer deze te vermijden.

    Gymnastieklessen
    Er is veelal sprake van een onhandige en soms houterige motoriek.
    Moeite met inschatten van een eigen positie in de ruimte. Inschattingen van bewegingen is moeilijk, ook van objecten zoals van een bal.
    Ze lopen kans niet gekozen te worden bij een partij zoals bij balspelen en lopen zeker kans gepest te worden. bescherm ze hierin.
    Wat helpt:
    Laat de leerling niet verplicht zijn overal aan mee te doen. Als je vermoedt dat bepaalde kinderen altijd bij een partij als laatste worden gekozen, laat kinderen dan niet kiezen, maar maak zelf de partijen op nummer of zo.
    Leg de leerling van te voren uit wat de les wordt, geef eventueel een taak bij de voorbereiding.

    Huiswerk
    De leerling vergeet veel te noteren. Vergeet boeken en schriften mee te nemen. Heeft huiswerk verkeerd genoteerd.
    Wat helpt
    Er is al het nodige hierboven geschreven. Zorg in ieder geval voor telefoonnummers of emailadressen van de hierin 'betrouwbare' leerlingen. Zorg ook dat er eventueel huiswerk op de website van school staat.
    Een extra set boeken thuis kan uitkomst bieden.
    Een lijst per dag in de agenda met boeken en schriften die mee moeten.
    Besef dat het geen vergeten uit onwil is. Belonen omdat het goed gaat heeft meer impact dan altijd straf krijgen omdat het weer vergeten is. Help de leerling bij het vinden van een juist hulpmiddel om te zorgen dat er een succeservaring is.

    Vraag wat de leerling nodig heeft. Vraag waar hij/ zij tegen aanloopt. Vraag hoe je kan helpen. Luister naar de uitleg van de leerling.
     

    0 Comments

    Dyslexie in het voortgezet onderwijs

    3/7/2013

    0 Comments

     
    Foto
    Vanuit kennis een oplossingsgerichte aanpak.


    Dyslexie wordt helaas soms pas in het voortgezet onderwijs ontdekt. Dat is mogelijk als het op de basisschool niet is herkend, wat zeker ook mogelijk is als de leerling door een goede intelligentie de problemen wist te omzeilen of te camoufleren. Een goede warme overdracht vanaf de basisschool is wenselijk en ‘een nieuwe start’ met dyslexie is helaas niet mogelijk.
     
    Kinderen met dyslexie vallen in het VO op, omdat ze opeens veel nieuwe woorden moeten leren in verschillende talen en in het Nederlands. Voor het begrijpen van
    teksten is er (met betrekking tot de leeswoordenschat) een tekstdekking van
    minimaal 80% nodig. Zo is het voor Engels noodzakelijk dat er een basiswoordenschat is van de eerste 2000 meest frequente woorden. Het is van belang dat dit wordt aangeleerd om die 80% tekstdekking te ontwikkelen voor het begrijpen van de teksten die men in de leergangen van de VO lesboeken tegenkomt. Voor kinderen met dyslexie en/of ernstige spraaktaal moeilijkheden moet er geïnvesteerd worden in deze basiswoordenschat.
      
    Engels is een verplicht vak in het VO en levert voor dyslectische kinderen een bijkomend probleem op. Deze kinderen hebben problemen met het fonemisch bewustzijn. De 44 klanken van de Engelse taal kunnen door meer dan 250 tekens worden weergegeven. In het Engels kunnen dezelfde lettercombinaties heel anders
    uitgesproken worden (have-slave) en dezelfde klanken kan je anders schrijven, er zijn 1000 verschillende schrijfwijze (meet-meat). Spellend lezen is dan niet effectief.
    Ook voor de andere talen geldt dat er gericht gekeken moet worden op welke manier er
    aan de leerling ondersteuning en hulp geboden kan worden.
     
    Dyslexie vormt een belemmering voor het leren van alle vakken waarbij gelezen moet
    worden. Bij bètavakken als rekenen en wiskunde speelt dat op verschillende manieren een rol. Zo worden de opgaven vaak in de vorm van tekst aangeboden. Dit zijn de 'redactie' opdrachten.
    Hierdoor gaat veel energie zitten in het technisch lezen van de opdracht en blijft er (te) weinig aandacht beschikbaar voor de inhoud.
     
    Het onthouden van rekensymbolen en van feiten zonder context (het onthouden van
    woordbeelden) is vaak lastig voor deze leerlingen.
    Zo zien we ook dat dyscalculie (hardnekkige problemen met het automatiseren van de
    basisfuncties van het rekenen) vaker bij leerlingen mét dyslexie dan zonder dyslexie voorkomt.
     
    Leerlingen met dyslexie en/of TOS (taalontwikkelingsstoornis) hebben gerichte specifieke hulp nodig in het VO waarbij er op elk vakgebied gekeken moet worden wat de hulpvraag is van deze leerling en hoe deze oplossingsgericht aangepakt kan worden. Er zijn veel mogelijkheden op
    het gebied van ondersteuning, compensatie en dispensatie. Vanuit elk vakgebied
    kan er naar een oplossing gezocht worden om succesvol deel te nemen aan het bij
    het kind passénd niveau in het voortgezet onderwijs. Voor het examen zou elke school opde hoogte moeten zijn van artikel 55.
    http://www.examenblad.nl/9336000/1/j9vvhinitagymgn_m7mvi7dmy3fq6u9/vivilb2rtyx4


    0 Comments

    Dyslexie en moderne vreemde talen

    3/6/2013

    2 Comments

     
    In het voortgezet onderwijs worden kinderen met dyslexie dubbel geconfronteerd met hun handicap. Bij vakken als 'Engels' is vooral het juist doorzien van de klank-tekenkoppeling een groot probleem voor kinderen met dyslexie. Welke klanken worden er gepresenteerd door de letters en de lettercombinaties (40 klanken en 1000 verschillende schrijfwijzen ) en andersom? 
    De problemen van deze leerlingen met de Engelse taal kunnen zich uiten in het encoderen van woorden (dus in de spelling) en ook in het decoderen ( oftewel het technisch lezen).  Ook het feit dat deze leerlingen door hun dyslexie de Engelse (lees) woordenschat niet voldoende kunnen opbouwen is een groot probleem voor het begrijpen van de teksten die in het VO worden aangeboden. Met name ophet VWO is de kennis van een flinke woordenschat beheersing een vereiste en het te kort zorgt voor uitval bij leesteksten en zelfs bij lusiterteksten.
     
    In het vreemde talen onderwijs is er geen of nauwelijks aandacht voor de technische 
    aspecten van het lezen en schrijven. Woorden worden aangeleerd als woordjes die 
    voor een betekenis staan (globale methode) en die ze als dusdanig moeten leren met daarnaast de juiste schrijfwijze van deze woorden. Kinderen met dyslexie hebben hier een enorme drempel.
     
    In het Nederlands leren de kinderen al vroeg lezen volgens de methode van hakken en plakken, waarbij je elke letter los uitspreekt en de klanken aan elkaar plakt (analyse en sythese). In de lesmethoden voor Engels, Frans en Duits is er nauwelijks aandacht voor het oefenen van deze letter-klank-koppelingen. Is er zeker nauwelijks aandacht voor de vele uitzonderingen. Het gevolg is dat leerlingen met dyslexie vrijwel meteen op achterstand raken.
     
    Uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen is gebleken dat radende lezers 
    beter Engels lezen dan spellende lezers. Het radend lezen is als leesstrategie effectief voor een taal met een onregelmatige schrijfwijze, zoals het Engels. Voor schrijven in het Engels geldt dit positieve effect niet, omdat je dan letter voor letter moet schrijven. Daarom is Engels schrijven voor leerlingen met dyslexie vaak een enorm probleem en dan met name door de afwijkende uitspraken van de tweetekenklanken in het Engels.
     
    Braams (2007) geeft aan dat problemen bij de vreemde talen bij kinderen met dyslexie 
    zich ook laten verklaren door problemen met het herkennen van subtiele verschillen in uitspraak en het ‘over het hoofd zien’ van morfologische details. Ook is het leren van losse woorden een probleem bij kinderen met dyslexie door een vaak voorkomende beperkte capaciteit in de verbale werkgeheugenspan.

    Het leren van woordjes in de vreemde taal vormt voor hen misschien wel het grootste probleem. De Engelse taal geeft bijvoorbeeld problemen omdat je dezelfde 
    combinaties van letters soms heel anders uitspreekt (have – slave) en dezelfde klanken soms heel anders schrijft (meet – meat). Voor deze kinderen is er opeens een nieuwe klank-tekenkoppeling (40 klanken, 1000 verschillende schrijfwijze) terwijl ze nog maar nauwelijk met moeite de Nederlandse klank-tekekoppeling onder de knie krijgen. Dan opeens wijkt alles weer af. We bedoelen 'straat', schrijven 'street' en zeggen 'striet'.....
    2 Comments

      Bernadette Sanders

      Met SMARTonderwijs wil ik hulp bieden aan die groep kinderen, die met hun problemen een weg proberen te vinden om zich staande te houden in het onderwijs en in onze 'verwachtingsvolle' maatschappij.

      Door scholing te verzorgen en handvatten te bieden aan leerkrachten en docenten teams hoop ik een bijdrage te kunnen leveren aan het 'passend onderwijs' waarin kinderen met een hulpvraag een plek moeten zien te vinden.

      Archief

      Maart 2018
      Januari 2018
      December 2017
      Maart 2017
      Januari 2017
      December 2016
      Oktober 2016
      September 2016
      Augustus 2016
      Juni 2016
      April 2016
      Maart 2016
      September 2015
      April 2015
      Maart 2015
      Februari 2015
      Januari 2015
      November 2014
      Oktober 2014
      September 2014
      Juni 2014
      Mei 2014
      April 2014
      Februari 2014
      Januari 2014
      Oktober 2013
      September 2013
      Augustus 2013
      Maart 2013

      Categorieën

      Alles
      ADD
      ADHD
      Agenda
      Autisme
      AVP
      Basisonderwijs
      Belemmering Schoolsucces
      Coaching
      Communicatie
      Communicatieve Redzaamheid
      Doelen
      Doelstellingen
      Dyscalculie
      Dyslexie
      Executieve Functies
      Externaliserend Problemen
      Faalangst
      Frustratie
      Gedrag
      Gedragsproblemen
      Huiswerk
      Huiswerkplanner
      Hulpvraag
      Instructie
      Internaliserende Problemen
      Kwetsbaarheid
      Leerkracht
      Leerling
      Leerlinggesprek
      Leerproblemen
      Magister
      Motivatie
      Negatieve Spiraal
      Onderpresteren
      Onderwijs
      Onderwijsprofessionals
      Ongewenst Gedrag
      Onmacht
      Onvermogen
      Organiseren
      Passendonderwijs
      PDD-nos
      Pesten
      Plannen
      Planner
      Puberbrein
      Pubers
      Rekenproblemen
      Schrijfmotorisch
      SMART
      Sociaal- Emotioneel
      Taalontwikkelingsstoornis
      Taalproblemen
      Taalstoornis
      Tablets
      TOS
      Voortgezet Onderwijs
      Welbevinden
      Werkgeheugen
      Werkhouding
      Zelfbeeld

    Over SMARTonderwijs


    Contact
    Aanbod
    Lid  NVO
    Geregistreerd bij Registerleraar.nl als aanbieder.
    CRKBO geregistreerd docent

    Smart-Thinking
    Algemene voorwaarden
    ​Klachtenregeling
    ​Privacyverklaring

    Disclaimer
    ​


    SMARTPages


    SMARTlinks
    Samenwerkingen
    Artikelen 
    ​Downloads
    Scholingsaanbod
    Consultaties
    SmartThinking
    Communicatiekaarten
    Boeken
    Recensies boeken
    Deelnemers Hand-out
    ​Home




    ​ 
    ​

    Als leren niet vanzelf gaat ...
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Photo used under Creative Commons from Ministère du Travail, de l'Emploi et de la santé
    Back to top