Smartonderwijs Blogs
Het Specifiek maken van doelen betekent ook dat er oog moet zijn voor de Succeservaringen die het behalen van een doel met zich mee moet brengen. Maak het doel klein zodat een succeservaring mogelijk is. Vandaaruit zal de Motivatie ontstaan om verder te gaan. Wanneer leerlingen een doel met succes behaald hebben en daardoor gemotiveerd zijn kan een volgend doel aangepakt worden en zal er plezier in school en leren groeien. Leerlingen met leerproblemen zullen dit plezier verliezen omdat succeservaringen ontbreken wanneer de doelen en de stappen niet aansluiten bij de leerling. Het gevolg kan ongewenst gedrag zijn. Dat gedrag is de hulpvraag van de leerling die jouw hulp nodig heeft om zijn doelen te bereiken. Wanneer de leerling niet weet met welk doel een plan van aanpak wordt opgesteld en wanneer het hem wordt opgelegd, zal het zeker ontbreken aan intrinsieke motivatie. Het is daarom van belang dat je samen een plan opstelt en samen een haalbaar doel formuleert.
3 Comments
Sander Roovers schreef op 13 april 2011 onderstaand gearceerde stuk tekst in een blog in het tijdschrift 'Leiderschap' over motiveren en inspireren. Het verschil tussen inspireren en motiveren. 'Leiders inspireren. Managers motiveren. Eén van de grootste verschillen tussen een leider en een manager. Maar wat is het verschil tussen inspireren en motiveren? Motivatie bereik je door incentives. Inspiratie door een duidelijke en transparante missie/visie/bestaansreden. Motivatie is individueel. Inspiratie is voor iets groters; organisatie, maatschappij, de wereld. Motivatie werkt op de korte termijn en focust op het individu zelf. Inspiratie werkt continu en gaat verder dan het individu. Motivatie bereik je door energie. Inspiratie door charisma. Motivatie gaat erom wat je doet. Inspiratie waarom je het doet. Met motivatie krijg je een opdracht uitgevoerd. Door inspiratie wordt de visie uitgedragen. Door motivatie krijg je klanten. Door inspiratie krijg je ambassadeurs. Stop met motiveren. Begin met inspireren.' Dit artikel had ik op internet gevonden nadat ik de woorden van Annett Burgers op haar website www.ontwikkelendoejezo.nu had gelezen: 'De kracht haal je 100% uit jezelf, maar “iemand/iets” kan je net een goed duwtje in je rug geven!' In het onderwijs wordt veel gesproken over motiveren en de motivatie van de kinderen, zelfs over de motivatie van de mensen voor de klas. Moeten we dus niet een stap terug.... Moeten we inderdaad niet beginnen met inspireren? Hoe komt het dat ik zo enorm gemotiveerd ben om vooral mijn werk goed te doen? Om bevlogen mijn lezingen te geven? Hoe komt het dat ik zo gemotiveerd ben om zo'n beetje het grootste deel van mijn vrije tijd te besteden aan mijn eigen praktijk ...De motivatie is er overduidelijk, maar wat inspireert mij…? Ik herinner mij mijn schoolmeester in groep 8 die er voor zorgde dat ik mijn eerste interesse voor het onderwijs ontwikkelde. Later op kleuterkweek (ja, de echte oude kweekschool), waren er verschillende docenten die met bevlogenheid over het onderwijs ons de kneepjes van het vak wilden leren. Na de Pabo ben ik de opleiding remedial teaching aan de Hogeschool Rotterdam gaan volgen en de grootste inspirator daar voor mij was Els Westra. Deze orthopedagoge wist mij precies daar te raken wat voor mij de basis werd voor alles wat ik in het onderwijs nog wilde gaan doen en volgen. Mijn kinderen waren nog jong, ik werkte als IB-er, maar besloot toch de studie orthopedagogiek aan te gaan in Leiden. Geen makkelijke tijd, vaak waren er redenen zat om op te geven, maar de motivatie zat ondertussen diep. De volgende die mij wist te inspireren op het gebied van onderwijs aan kinderen met leerproblemen was een van de docenten aan de universiteit in Leiden, professor Ina Berckelaer-Onnes. Vervolgens kom je dan in het veld steeds meer mensen tegen met ideeën, overwegingen, overtuigingen en uitspraken die je inspireren tot meer willen ‘weten’, tot handelen en die je dus motiveren. De ‘grote’ inspiratoren in mijn leven zijn mensen als moeder Theresa, haar onbarmhartigheid voor de medemens en iemand als Nelson Mandela die voor mij de inspiratiebron is, als we het hebben over vergeving en nooit opgeven. Natuurlijk mag ik hierbij ook nooit mijn gezin vergeten die mij in al die jaren motiveerden om door te gaan en vooral ook omdat hun geloof in mij daarbij erg belangrijk was. In zekere zin denk ik dat je dan als ouder ook vervolgens weer een rol vervult als inspirator. Door deze periode hebben mijn kinderen bepaalde besluiten in hun leven genomen en het heeft hen ook in zekere zin beïnvloedt. Niet alleen mensen inspireren je, maar ook boeken, gedachten, een wandeling, een aanblik… het kan van alles zijn. Een ouder kan een inspiratie bron zijn voor een kind, maar ook een situatie waar het kind zich in bevindt. Naast een bron voor motivatie kan een inspirator ook zorgen voor negatief of ongewenst gedrag. Dit is dus een lastige. Wanneer kinderen ongemotiveerd gedrag tonen is het aan ons om uit te zoeken wat hier de oorzaak van is. Gedrag, positief of negatief, is vaak een gevolg van ‘aangeleerd’ gedrag, denk aan de honden van Pavlov. Is iemand inspireren dan een gevolg van conditionering? Negatieve ervaringen en positieve ervaringen roepen een bepaalde reactie/ gedrag op. Dit motiveert tot positief of negatief handelen. Kinderen zijn niet uit zichzelf gemotiveerd voor huiswerk en andere schoolse zaken. Kinderen zullen net als wij eerst geïnspireerd moeten worden en vandaar uit gemotiveerd. Gemotiveerd tot handelen en presteren. Wel willen kinderen graag positief presteren. Net als iedereen zoekt men de situaties op die succeservaringen opleveren. De intentie tot handelen komt dus inderdaad uit je zelf. Vraag is dus is het een gevolg van een positieve of negatieve inspiratie of een gevolg van conditionering? Kinderen zijn enorm beïnvloedbaar en zeker pubers. Een uitspraak als ‘een ongemotiveerd’ kind is geen terechte uitspraak. Het geeft een label, een stempel, als gevolg op gedrag dat eigenlijk verder onderzoek verdient. Waarom ontbreekt de motivatie? Waar is dat ontstaan en hoe kan jij als leerkracht/ docent net dat verschil worden voor dit kind. Kan jij de inspirator zijn en kan jij het kind motiveren tot handelen? Van mezelf weet ik dat ik positieve inspiratoren op mijn pad ben tegen gekomen. Ik heb mij laten inspireren en mijn motivatie groeide dankzij deze inspiratoren. Ook dat is beïnvloeding. Motivatie is gericht op handelen, op actie. Motivatie bereik je met de juiste prikkels, stimulans of aansporing. Een beloning in het vooruitzicht of een drijfveer. Dus toch een vorm van conditionering. Motivatie is iets dat er voor zorgt dat iemand iets doet of uitvoert. Als leerkracht kan je motiveren door het creëren van situaties of voorwaarden die een leerling stimuleren tot presteren. Als leerkracht kan je je leerlingen beïnvloeden en motiveren. Maar als individu kan je ook als leerkracht inspireren. Gewoon net dat beetje meer…. Straf en negatieve reacties beïnvloeden niet positief de motivatie van leerlingen. Ook niet het overvragen of continu blootstellen aan negatieve ervaringen zoals het uitblijven van succeservaringen. Neem af en toe afstand en vraag je af welke handelingen van jou als leerkracht positieve motivatoren zouden kunnen zijn. Wanneer je als docent in staat bent, om naast het motiveren ook de leerlingen te inspireren, breng je deze kinderen op een hoger plan. Als docent heb je tools in handen en kan je kinderen motivatie voor school en leren aanreiken. Een bevlogen leerkracht, een leerkracht met een positieve input en een leerkracht die in staat is om het beste uit een kind te halen, is een inspirator en biedt mogelijkheden en kansen. Geef positieve feedback, bied succeservaringen en vier alle kleine successen. Laat kinderen zien wat hun mogelijkheden zijn. Ik mag anders zijn...... Tolerantie .... Vanmorgen keek ik zoals op elke Nieuwjaarsochtend naar het Nieuwjaarsconcert. Puur traditie en genieten, al van jongs af aan. Mijn wereldje met balletdanseressen en mooie muziek. Het gevoel dat je als kind dan kan voelen dat alles in de wereld mooi is. Als kind deed je als 'paard' mee op de Radetzky mars en bij “Der schonen blauen Donau' het stille genieten en de ontroering. Dit jaar wilde ik dit met een hashtag (#Nieuwjaarsconcert) op Twitter zetten hoezeer ik er van genoot. Vervolgens wilde ik ook zien hoeveel andere mensen er nu eigenlijk net zo van genoten als ik...... Op dat moment is eigenlijk het hele beeld dat ik al jaren had opgebouwd verstoord. Ik werd geconfronteerd met tweets van volwassen die het nodig vonden en vinden om andere volwassenen af te branden. Opmerkingen over het publiek, over de dirigent, over de muzikanten, maar de vervelendste over de presentator. Tot en met 2014 was Joop van Zijl de presentator en dat was dit jaar voor het eerst Edwin Rutten ( ome Willem). De opmerkingen op Twitter waren naar en negatief en op de man gericht. Terwijl er iemand zat die de presentatie moest overnemen van een man die het 30 jaar heeft gedaan. Ongelooflijk zoals wij volwassenen dan kennelijk vinden dat wij iemand publiekelijk en via het internet belachelijk mogen maken en lukrake opmerkingen over zijn kennen en kunnen mogen geven. De flauwe grappen hielden niet op. Deze man deed enorm zijn best en ging het eigenlijk niet om het concert......? Hoe makkelijk zeggen en schrijven wij kritiek en hoe moeilijk is het om een compliment te geven voor veel mensen. Was/ is Nederland nu zo'n tolerant volk??? Mijn gevoel van alles wat mooi zou moeten zijn tijdens zo'n concert was weg... Wat ik wil zeggen en wat meteen bij mij opkwam is, welk voorbeeld zijn wij voor de kinderen? Hoe leren wij kinderen tolerantie en tolerant zijn? De kranten en social media staan vol over het pesten en het ontbreken van respect voor elkaar onder kinderen op het internet. Men vindt dat kinderen hier een hoop in te leren hebben, wat zeer zeker ook zo is, maar van wie leren zij dit? Wie geven hier een voorbeeld in aan de kinderen? Leren wij kinderen hoe mooi en belangrijk het is om complimentjes (via het internet) te geven? Gewoon een mooi compliment te “tweeten” of te zeggen? Wat ik vanmorgen zag stemde mij dus bezorgd. Op de internetsite van Art1.nl (2005) staat dat kinderen tolerantie moeten leren in de praktijk. (http://www.art1.nl/artikel/4144-Kinderen_moeten_tolerantie_in_de_praktijk_leren) Iedereen moet zich veilig en welkom voelen. Zo staat er in het artikel: "......Micha de Winter wees op het belang van het aanleren van democratische omgangsvormen in de opvoeding. Het omgaan met verschillen maakt hier een wezenlijk deel van uit. Het is heel moeilijk om kinderen tolerantie bij te brengen. Kinderen denken bijna van nature in 'wij' en 'zij'. Kinderen moeten tolerantie in de praktijk leren door te oefenen met zich in te leven in de ander." Hoe leren kinderen tolerantie en inleving in de praktijk als wij deze voorbeelden niet voldoende geven? Pesten op school willen wij aanpakken met respect voor elkaar, waarden en normen in de klas, in de maatschappij en op het internet. Het onderwijs staat nu in het teken van opbrengstgericht werken. Welke opbrengsten vinden we belangrijk? Hoe gaan we die opbrengsten bereiken? Opbrengsten die moeten bijdragen aan de persoonlijke ontwikkeling van kinderen. Dit is overigens een van de kerndoelen van het primair onderwijs (min OCW 2006). Actief deelnemen aan de maatschappij vraagt dus om de juiste voorbeelden. Aandacht en respect voor de gevoelens van elkaar is en moet een belangrijk uitgangspunt zijn in onze maatschappij en in het onderwijs. Zeker nu binnen passend onderwijs, het nieuwe onderwijs met alle kwetsbare kinderen die een plek in de groep moeten krijgen. Zeker nu is tolerantie een heel erg belangrijk onderdeel van onderwijs en opvoeding. Empathie en inlevingsvermogen. Niet alleen de kinderen, maar ook wij volwassenen. Zo zal je je als leerkracht ook moeten kunnen inleven in hoe het voor het kind is met een beperking in een groep met competitie. Maar ook, hoe het is voor die collega met die 'opstandige' groep om daar elke dag weer een uitdaging in te zien. Hoe het is voor dat kind in de klas die elke dag met buikpijn naar school gaat....? Inleving, empathie, tolerantie, respect.... Kunnen we dit? Kunnen we dit leren aan kinderen? Als we dit van kinderen gaan verwachten, kunnen wij dan zelf als professional, als ouder het voorbeeld geven? Wie is verantwoordelijk voor het aanleren van de sociale vaardigheden bij kinderen? De school, de ouder, de maatschappij? Ik schrok van wat ik op internet zag vanmorgen. Ik wil het vertrouwen niet kwijt raken en ik laat dat ook niet gebeuren, toch ben ik boos! Kinderen straffen wij als ze intolerant zijn en respectloos. Wie tikt de grote mensen op hun vingers? Voor nu wil ik afsluiten met een gedicht dat ik vond op internet (oneness4ever.nl) Gedicht Als Kinderen .............. (Dorothy Law Nolte). Als kinderen leven met kritiek, leren ze te veroordelen. Als kinderen leven met vijandigheid, leren ze te vechten. Als kinderen leven met medelijden, leren ze medelijden met zichzelf te hebben. Als kinderen belachelijk worden gemaakt, leren ze verlegen te zijn. Als kinderen leven met jaloezie, leren ze afgunst te voelen. Als kinderen leven met schaamte, leren ze zich schuldig te voelen. Als kinderen leven met bemoediging, leren ze zelfvertrouwen. Als kinderen leven met tolerantie, leren ze geduldig te zijn. Als kinderen leven met lof, leren ze hoe het is om gewaardeerd te worden. Als kinderen leren met acceptatie, leren ze lief te hebben. Als kinderen leren met goedkeuring, leren ze dat ze oké zijn. Als kinderen leven met erkenning, leren ze dat het goed is om een doel voor ogen te hebben. Als kinderen leren delen, leren ze gul te zijn. Als kinderen leven met oprechtheid, leren ze trouw aan de waarheid te zijn. Als kinderen leven met eerlijkheid, leren ze rechtvaardig te zijn. Als kinderen leven met vriendelijkheid en consideratie, leren ze respect. Als kinderen leven met veiligheid, leren ze vertrouwen te hebben in zichzelf en in degenen om hen heen. Als kinderen leven met vriendschap, leren ze dat de wereld een aangename plek is om in te wonen. Ik wens jullie allen Een gelukkig 2015 "Een reis van duizend mijlen begint met een enkele stap....." Onlangs heb ik tijdens een observatie op een school een behoorlijke verschuiving gezien in het onderwijs. Ik mag dan geen 30 meer zijn, maar voor wat betreft mijn digitale paspoort ben ik toch zeker gevorderd en werk ik met alle social media, gebruik ik alles waar I voor staat (Ipod, Ipad, Ihone) en kan ik mezelf zeker behendig op de computer noemen. Natuurlijk vind ik dat dit in het onderwijs thuis hoort. Zeker zie ik ook de meerwaarde hiervan. Toch zag ik tijdens deze observatie ruim een uur onderwijs met een tablet, waarbij ik mij afvroeg of het ook geen verschraling van onderwijs kan worden en mogelijk zelfs kan zorgen voor leerproblemen als we geen middenweg volgen. Er werd in groep 4 een taalles aangeboden via het Smartbord. De kinderen zaten aan hun tafeltjes met de tablet in handen. De gordijnen dicht omdat het zonlicht ervoor zorgde dat het Smartbord niet goed te zien was. Een bekend probleem. Via het Smartbord werd uitgelegd hoe ze met deze taalles het werkblad op de tablet moesten maken. Geen zinnen formuleren, maar puur A,B of C aantippen. De leerkracht ‘swipete’ de pagina’s over het Smartbord. Dit werd gevolgd door een rekenles. De kinderen moesten sommen maken waarbij ze de juiste cijfers moesten slepen naar de som. Een kind kon niet meer meedoen omdat de tablet aan de oplader moest. De kinderen zaten met de tablet in 1 hand en de andere hand tipte de juiste antwoorden aan. Deze observatie was ruim een uur. Een paar kinderen lagen half op tafel en bij het verwerken van de opdracht tipten ze verveeld op de tablet. Ik heb geen papier, schrift, pen of potlood tijdens deze les gezien. Ook niet m.b.t. strategiehantering bij de rekenles. Hoe reken je de som uit? De leerkracht had wel bij de uitleg genoemd hoe ze in stapjes moesten optellen en aftrekken, er werd verder geen kladblaadje gebruikt. Hoe werken onze hersenen? De linkerhersenhelft is goed met cijfers, lineariteit, lijsten , schema’s, volgorde, logica goed met letters en losse woorden. Alles wat letterlijk opgevat kan worden. De rechterhersenhelft ziet het als een verhaal. Deze hersenhelft is goed met kleuren, ritmiek, bewegen, emoties, voorstellingsvermogen, dagdromen, muziek, ruimtelijke oriëntatie en verbanden leggen. Onze rechterhersenhelft kan zo veel, maar wordt zo weinig gebruikt voor het verwerken of aanleren van informatie. Deze hersenhelft wordt de Slapende Reus genoemd (‘Leer mindmappen – Ed van Uden) De kracht van de rechterhersenhelft is van groot belang bij het inslijpen en verwerken van informatie. Het is belangrijk dat we deze Reus dan ook prikkelen en wakker maken bij het bieden van het onderwijs. Neuronen zijn hersencellen die in het brein zitten. Via dendrieten maken de neuronen contact, oftewel verbinding met elkaar. Dat noemen we Leren. Dat werkt het best als de rechter- en de linkerhersenhelft dus die verbindingen met elkaar hebben. Wanneer wij, in het onderwijs dat wij dagelijks geven, zorgen dat deze verbinding gemaakt wordt, spreken wij over optimaal onderwijs bieden. Voor de rechterhersenhelft hebben we vooral onze motoriek nodig. Onze motoriek zorgt ervoor dat we bewegen en dat we bijvoorbeeld ritmiek gebruiken bij het aanleren van reeksen. Waarneming en handeling zijn sterk gekoppeld. Je neemt beter waar als je tegelijkertijd een samenhangende handeling uitvoert. Denk maar aan de tafels die beter aangeleerd worden als je ze zingt of touwtje springt. Het maken van een Mindmap met kleuren en plaatjes laten je de stof van bijvoorbeeld een geschiedenisles beter onthouden. Deze kan je ook op de computer maken, maar een Mindmap maken door zelf te schrijven, zelf te tekenen en zelf op het papier creëren, maakt dat de hersenen dit sneller opslaan en dat de leerstof sneller beklijfd. Het maakt dat er een verbinding in de hersenen wordt gecreëerd. Wie herinnert zich nog de Duitse rijtjes van vroeger? An , auf, hinter, neben , inn….. op ritme aangeboden, vergeten doe je ze niet meer. Wat gebeurt er dus als we niet meer schrijven (of veel minder) en meer op de tablet typen of aantippen? Kinderen leren vooral van werkelijk contact met mensen, van echte ervaringen en niet van beeldschermen. Sociale ervaringen en emotionele ervaringen leer je niet op een computer. Vooral het schrijven is erg belangrijk voor de leesontwikkeling van kinderen. Om ze in te slijpen moet je ze tekenen met je eigen handen. Dan onthoud je ze, zo werkt het brein. De rechterhersenhelft is hier onmisbaar in. Kinderen leren onderscheid te maken tussen letters door ze te schrijven, door de vorm van de letters te ervaren. Dit geldt ook voor de positie van de cijfers in grotere getallen. Door ze zelf te schrijven leer je wat de positie is van de ‘ honderdtal’ , de ‘tiental’ en de ‘losse’ . Tijdens het leren schrijven van een letter, wordt er een soort beschrijving van de specifieke beweging die moet worden uitgevoerd voor de letter opgeslagen in de hersenen. Dit komt vanzelf weer in werking als je dezelfde letter opnieuw wil schrijven. Het wordt ingeslepen met de fijn motorische handeling. Typen heeft deze relatie niet met de vorm van de letters. Uit een ander onderzoek (James en Engelhardt, 2012) bleek vervolgens dat kinderen die hadden geleerd de letters met de handen te schrijven een meer volwassen hersenactiviteit hadden dan de groep kinderen die ze geleerd hadden door er passief te bekijken en via letterherkenning aanleerden. Het schrijven van de letters activeert het hersengebied. Zelf merk ik ook dat mijn handschrift verslechterd is door het vele typen. Mijn fijne motoriek is op dat punt zeker achteruit gegaan. Uit onderzoek (Sulzenbruck et al. 2011) is ook gebleken dat meer typen en minder schrijven niet alleen het schrijven beïnvloedt, maar ook andere gerelateerde basale motorische vaardigheden. Bovenstaande onderzoeken hebben uitgewezen dat schrijven met de hand andere effecten heeft op de verschillende cognitieve functies dan typen op een toetsenbord. Bij het lezen, het herkennen van letters maken onze hersenen gebruik van de opgeslagen informatie (van de motorprogramma’s ) over de letters die bij het schrijven van de letters zijn aangeleerd. Deze motorprogramma’s ontwikkelen kinderen niet of zeker minder wanneer ze de letters typen. Tablets kunnen we in het onderwijs niet wegdenken en ook niet tegen gaan en dat moeten we ook niet doen en niet willen. Het is niet weg te denken uit onze maatschappij en onderwijs Wel moet er aandacht blijven voor alle andere aspecten die bij goed onderwijs horen. Kennis over hoe informatie verwerking eigenlijk gaat. Hoe verwerken de hersenen informatie en hoe slaan ze het op. Moeten we de kinderen uren achter elkaar achter een beeldscherm willen hebben? Leerstof volgt een andere weg in de hersenen dan alleen via de linkerhersenhelft. De rechterhersenhelft is de meest krachtige bron en motor die er voor zorgt dat de leerstof snel en door toe te passen opgeslagen wordt. Kinderen met dyscalculie, dyslexie, spraak-taal problemen en vele andere leerproblemen hebben juist deze extra ondersteuning vanuit de rechterhersenhelft nodig. |
Bernadette SandersMet SMARTonderwijs wil ik hulp bieden aan die groep kinderen, die met hun problemen een weg proberen te vinden om zich staande te houden in het onderwijs en in onze 'verwachtingsvolle' maatschappij. Archief
Maart 2018
Categorieën
Alles
|